17. ONTBREKENDE LIJN METEN
Het meten van een ontbrekende lijn wordt gebruikt om de hellingsafstand, horizontale afstand en horizontale
hoek te meten naar een doel vanaf het doel dat als referentie fungeert (startpunt) zonder het instrument te
hoeven verplaatsen.
• Het laatste gemeten punt tot de volgende startpositie kan worden veranderd.
• Meetresultaten kunnen worden weergegeven als de hellingshoek tussen twee punten.
V2
Startpositie (P1)
• Het is mogelijk om bedieningspictogrammen aan meetmenu's toe te wijzen om ze op diverse applicaties af
te stemmen en ze te personaliseren voor hoe de verschillende operators het instrument bedienen.
19.12 Bedieningspictogrammen toewijzen
17.1 De afstand meten tussen 2 of meer punten
PROCEDURE
1. Selecteer MLM in <Menu>.
Opmerking
• Wanneer meetgegevens al bestaan, wordt het
scherm uit stap 3 weergegeven en het meten
gestart.
2. Breng startpositie in het vizier en druk op [MEAS]
om te beginnen met meten.
Druk op [STOP] om het meten te stoppen.
H1
%1
V1
S1
Doel (P3)
Doel (P2)
Instrumentstation
102