21.4 Collimatie
Als om enige reden een instrumentfout bij een hoekmeting optreedt, heeft dit een nadelig effect op
hoekmetingen. Met deze optie kunt u de constante voor de collimatiecompensatie in het instrument meten,
zodat het instrument de hoekfout tussen richting 1 en richting 2 kan elimineren. Voer de volgende procedures
uit om de constante voor de collimatiecompensatie te corrigeren.
• Voer deze controle uit in bleek zonlicht en een lucht zonder schittering.
Opmerking
• Het wordt aanbevolen om de afstelling van de collimatie uit te voeren vóór de meting, vooral wanneer er
nauwkeurige metingen vereist zijn in één observatierichting.
PROCEDURE Bijstellen
1. Zet het instrument voorzichtig waterpas.
2. Plaats een doel op ongeveer 100 m in horizontale
richting van het instrument.
3. Selecteer Inst. cons. in <Configuration>
4. Selecteer Collimation.
21. CONTROLES EN BIJSTELLINGEN
138