7.2 Status van de regeling
Met regeling wordt de regulatie van uw bloedglucosewaarde door de AP
bedoeld. Tijdens de behandeling is het van belang om inzicht te hebben in
de status van de regeling. Onder het 'AP' icoon is te allen tijde de actuele
status te vinden, hieraan kunt u zien of de AP uw bloedglucosewaarde aan
het regelen is, of dat u mogelijk actie moet ondernemen. Onderstaand
worden de verschillende statussen besproken:
Initialiseren...
In deze status wordt uw bloedglucosewaarde niet gereguleerd.
Er zijn net nieuwe batterijen in de AP geplaatst, er wordt gezocht naar de
juiste status van de regeling. Wacht totdat de regeling is geïnitialiseerd.
In bedrijf
Alleen in deze status wordt uw bloedglucosewaarde gereguleerd.
De regeling is actief. U kunt ervoor kiezen de regeling uit te schakelen.
Uitgeschakeld
In deze status wordt uw bloedglucosewaarde niet gereguleerd.
U heeft de regeling uitgeschakeld. Er zijn ondertussen geen problemen
opgetreden, u kunt de regeling weer inschakelen.
Uit + pauze
In deze status wordt uw bloedglucosewaarde niet gereguleerd.
U heeft de regeling uitgeschakeld. Ondertussen is de regeling gepauzeerd
doordat er één of meerdere alarmen zijn opgetreden, waardoor u de regeling
niet kunt starten. U kunt ervoor kiezen de regeling in te schakelen, de
regeling zal echter op pauze blijven totdat de alarmen zijn opgelost.
Controleer of u alarmen heeft gemist en handel hier naar. Indien de regeling
is ingeschakeld en de alarmen zijn opgelost, zal de regeling vanzelf weer
starten. Als de status van de regeling dan nog op pauze blijft staan hoeft u
niets te doen, tenzij er een nieuw alarm optreedt. Zie ook de uitleg bij 'Pauze'.
Pauze
In deze status wordt uw bloedglucosewaarde niet gereguleerd.
De regeling is gepauzeerd doordat er één of meerdere alarmen actief zijn.
Controleer of u alarmen heeft gemist en handel hier naar. Wanneer de
alarmen zijn opgelost zal de regeling vanzelf weer starten.
In enkele gevallen kan het voorkomen dat de regeling tijdelijk op pauze staat
zonder dat er een alarm actief is. Voorbeeld: de AP heeft geen verbinding
met een transmitter. Als de verbinding binnen een korte tijd wordt hersteld,
zal de regeling vanzelf weer in bedrijf gaan. Als dit niet het geval is, zal alsnog
een alarm gegeven worden.
U kunt ervoor kiezen de regeling aanhoudend uit te schakelen, in dat geval
dient u de regeling zelf weer te starten, ook indien de alarmen verholpen zijn.
182
Uitschakelen...
In deze status wordt uw bloedglucosewaarde niet gereguleerd.
Het kan zijn dat de AP, op het moment dat u de regeling wilt uitschakelen,
insuline of glucagon aan het toedienen is. In dit geval zal de AP vanzelf
uitschakelen als de dosering is afgerond.
Het wordt sterk afgeraden om de dosering te onderbreken. Indien u de
dosering onderbreekt, krijgt u niet de juiste hoeveelheid insuline of glucagon
toegediend. Dit resulteert mogelijk in een schommelende glucosewaarde.
Fallback modus
Wanneer de status van de regeling langer dan 15 minuten op pauze staat,
zal het alarm 'Regeling op pauze >15 min' gegeven worden. Vanaf dat mo-
ment bevindt de AP zich in de fallback modus. De AP werkt dan niet meer
als een closed-loop systeem, en u bent dan zelf verantwoordelijk voor uw
glucoseregulatie. De AP kan dan gebruikt worden voor informatie over de
glucosewaarde en slope (indien beschikbaar, paragraaf 4.8) en de insuline-
en glucagondoseringen in de afgelopen vier uur (paragraaf 5.9 en 6.9).
De AP kan niet gebruikt worden voor het handmatig toedienen van insuline
(of glucagon), daarvoor heeft u een insulinepen of insulinepomp nodig. Het is
uw eigen verantwoordelijkheid om in het bezit te zijn van een ander medisch
hulpmiddel voor het handmatig toedienen van insuline (en een hypokit glu-
cagon in het geval van ernstige hypoglykemie).
Handmatige toediening is niet toegestaan als u nog aan de AP bent aan-
gesloten. Mocht handmatige toediening nodig zijn, schakel dan eerst de
regeling uit en koppel de AP af. Volg in deze situaties altijd de aanwijzingen
van uw behandelend arts op.
Wanneer u de AP behandeling weer wilt opstarten nadat u zelf uw glucose-
waarde hebt geregeld door handmatige toediening met een insulinepen
of insulinepomp, neem dan contact op met uw behandelaar voor medisch
advies. De AP behandeling kan daarna weer gestart worden als alle alarmen
die de regeling pauzeren zijn opgelost.
183