Inhoudsopgave
Advertenties
Introductie ...........................................................79
5.1 Insulinetoevoer installeren ..............82
5.3 Insulineampul verwisselen .............98
5.4 Insuline-infusieset wisselen ..........106
5.5 Insulineslang doorspoelen .............112
5.6 Problemen met slang vullen .........116
5.7 Insulinecanule vullen ..........................118
5.8 Insulinestatus bekijken ......................120
5.9 Insulinedoseringen bekijken .........121
78
Introductie
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap verteld hoe u de insulinetoevoer dient
aan te sluiten voor gebruik en hoe u onderdelen kunt verwisselen.
Voor het aansluiten van de insulinetoevoer heeft u het volgende nodig:
•
een voorgevulde insulineampul Humalog of Lyumjev, op
kamertemperatuur om luchtbellen te voorkomen;
•
een voor insulinegebruik geschikte infusieset met een slanglengte van
70 cm;
•
een lichtblauw stickertje met daarop de hoofdletter 'I' voor insuline.
WAARSCHUWING
Handelingen betreft de insulinetoevoer dienen altijd uitgevoerd
te worden door middel van de bijbehorende procedure op de
AP. Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot ongecontroleerde
toediening van insuline en schade aan de AP.
Voor het correct aansluiten van de insulinetoevoer is het van belang dat u
de bijbehorende procedure op de AP doorloopt. In dit hoofdstuk worden alle
insulineprocedures die u kunt doorlopen op de AP stap voor stap uitgelegd.
Het wordt afgeraden om een procedure tussentijds te beëindigen, de AP zal
niet meer functioneren totdat u deze procedure opnieuw uitvoert. Mocht het
toch nodig zijn, dan kunt u bij een aantal schermen de procedure verlaten
door op de ESC-knop te drukken. De stappen van deze schermen zijn in dit
hoofdstuk gemarkeerd met een sterretje (
onderbroken door een batterijwissel, dient altijd het scherm weer aangezet
te worden.
Zodra u een insulineprocedure start, wordt de regeling gepauzeerd.
Indien de AP insuline of glucagon aan het toedienen is wanneer u een
insulineprocedure wilt starten, zal dit op het scherm te zien zijn. U kunt dit
eventueel onderbreken, maar het wordt aangeraden om te wachten totdat
de dosering volledig is toegediend. Indien u de dosering onderbreekt, krijgt
u niet de juiste hoeveelheid insuline of glucagon toegediend. Dit resulteert
mogelijk in een schommelende glucosewaarde.
Tijdens een insulineprocedure worden de geluidssignalen en trillingen van
alarmen onderdrukt, maar het LED lampje zal wel gaan knipperen bij een
nieuw alarm. Zodra u klaar bent met de procedure zullen de onderdrukte
alarmsignalen gegeven worden en kunt u de alarmen oplossen. Glucose
alarmen worden wel tijdens de procedures weergegeven, met de glucose
banner (zie paragraaf 3.3).
*
). Indien een insulineprocedure is
79
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
