8.1 In contact met water
Als het batterijklepje goed is geplaatst en de transmitters goed zijn
vastgeklikt op de sensoren, zijn de transmitters waterdicht tot maximaal
1 meter diepte voor 30 minuten. Dit betekent dat u kunt douchen met
de transmitters. Ook baden met de transmitters is mogelijk binnen deze
waterdichtheid grenzen. De transmitters zijn niet geschikt om gedragen te
worden tijdens het zwemmen, duiken of andere activiteiten die niet binnen
de waterdichtheid grenzen vallen.
De AP is niet bestand tegen onderdompeling in water. Draag de AP niet
tijdens het douchen, baden, zwemmen of andere activiteiten waarbij de
pomp voor langere tijd ondergedompeld kan zijn. Schakel de regeling uit en
koppel de AP af zoals hieronder verder wordt beschreven.
Regeling uitschakelen
Voor het afkoppelen van de AP dient u eerst de regeling uit te schakelen,
zoals beschreven in paragraaf 7.3. Ga niet douchen vlak na een maaltijd. Het
kan zijn dat de AP een hoeveelheid insuline of glucagon aan het toedienen is
op het moment dat u de regeling wilt uitschakelen. In dat geval moet u even
wachten totdat de dosering is afgerond, de AP zal daarna vanzelf de regeling
uitschakelen.
Infusieslangen afkoppelen
Na het uitschakelen van de regeling kunt u de AP afkoppelen door beide
infusieslangen van de canules af te koppelen. Plaats de beschermkap op
de canulebehuizing. De canules van de infusiesets en de sensoren met de
transmitters kunnen op uw lichaam blijven zitten. Leg de AP op een veilige
plek neer en vergeet niet om deze na het douchen weer aan te koppelen.
Aankoppelen en inschakelen
Koppel zodra u klaar bent de AP weer aan. Zorg dat er geen lucht in de
slangen zit. Schakel vervolgens de regeling weer in (zie paragraaf 7.4).
WAARSCHUWING
Hoe langer u de regeling uitschakelt, hoe groter de kans op
schommelingen en verstopping in het systeem. Beiden verstoren
een goede AP behandeling.
Mocht er vocht in het sensorcontact van de transmitter zijn gekomen of in het
batterijcompartiment van de AP of transmitter, neem dan contact op met de
klantenservice.
198
8.2 Schoonmaken
WAARSCHUWING
Schakel de regeling voor het schoonmaken uit en koppel beide
slangen los van de canules. Zet het scherm uit met de ESC-knop.
U voorkomt hiermee dat er per ongeluk wijzigingen worden
doorgevoerd.
Maak uw AP en transmitters eens per week schoon. U kunt de AP en de
transmitters schoonmaken met een droge of licht vochtige doek. Ook het
gebruik van gedenatureerd alcohol 70 % als desinfectiemiddel is toegestaan.
U mag de AP en transmitters niet schoonmaken met andere (agressieve)
schoonmaakproducten, dit kan het apparaat beschadigen.
Indien de AP of transmitters toch in aanraking zijn gekomen met verkeerde
vloeistoffen of chemicaliën, controleer dan de behuizing, het scherm en de
aansluitingen.
Maak de AP en transmitters schoon volgens voorschrift, neem bij schade
contact op met Inreda Diabetic.
Zorg dat de AP en de transmitters goed droog zijn na het schoonmaken en
schakel de regeling weer in.
199