5.3 Insulineampul verwisselen
De AP zal een alarm geven wanneer de insulineampul bijna leeg is. Ook
wordt er een alarm gegeven wanneer de ampul volledig leeg is. Let er op dat
u niet zonder insuline komt te zitten. Vervang na het alarm zo snel mogelijk
uw insulineampul.
Wanneer u de insulineampul gaat verwisselen, kunt u dezelfde infusieset
blijven gebruiken indien deze nog niet verwisseld hoeft te worden.
Ga met de OK-knop vanuit het
basisscherm naar de iconenbalk.
1
Ga met het pijltje naar het insuline
icoon.
Doorgaan, druk OK.
2
'Ampul' is geselecteerd.
Verwisselen, druk OK.
3
Dit scherm verschijnt, voer stap 4
uit voordat u doorgaat.
Het insulinecompartiment wordt
nu verlicht. Controleer of dit het
4
juiste compartiment is, waarvan u
de ampul wilt verwisselen.
Wilt u doorgaan? Kies dan 'Ja'.
98
Dit scherm verschijnt.
Zorg dat u de insulineslang neemt,
5
te herkennen aan het insuline-
stickertje. Koppel de slang af zoals
in stap 6.
Koppel de insulineslang van de
insulinecanule af door op de
6
zijklemmen te drukken.
Indien de insulineslang is
afgekoppeld, kies 'Ja'.
7
Druk op OK zodat de aandrijfstang
wordt teruggedraaid.
Wacht totdat de aandrijfstang
volledig is teruggedraaid.
Zodra dit gereed is verschijnt het
8
scherm van stap 12.
(Mocht er controle nodig zijn of
een fout optreden, dan verschijnt
het scherm van stap 9 of 11)
Als er controle nodig is, verschijnt
dit scherm.
9
Controleer of de aandrijfstang
correct is teruggedraaid zoals
afgebeeld in stap 10...
99