10.6 Overzicht waarschuwingen
Algemene waarschuwingen
WAARSCHUWING
Stijgingen en dalingen van de bloedglucosespiegel worden door
de AP opgevangen. Dien niet zelf insuline of glucagon toe, dit
verstoort de AP behandeling. Volg in uitzonderlijke situaties altijd
de aanwijzingen van uw behandelend arts op.
WAARSCHUWING
De temperatuur van de AP kan aan de schermzijde oplopen tot
43 °C. Draag de AP niet met de schermzijde direct tegen de huid,
om brandwonden te voorkomen.
WAARSCHUWING
Stel de AP niet bloot aan direct zonlicht of koude wind en aan
temperaturen boven 40 °C of onder 5 °C. Deze condities kunnen
een negatieve invloed hebben op de insuline, de glucagon, de
behuizing van de AP en de batterijen. Wanneer u de AP blootstelt
aan direct zonlicht kan de temperatuur van de AP oplopen tot
50 °C. Voorkom dat de insuline, de glucagon en de AP oververhit
raken. Raadpleeg de bijsluiter van de door u gebruikte insuline en
glucagon om het toegestane temperatuurbereik hiervan vast te
stellen.
WAARSCHUWING
Ondanks dat de sensoren continu uw glucosewaarde controleren,
mogen symptomen van hoge of lage glucosewaarden niet
genegeerd worden. Controleer in dat geval uw infusieset
aansluitingen en de aanwezigheid van eventuele alarmen en
mededelingen. Als de regeling niet correct werkt, loopt u het
risico op een hypo of hyper.
262
WAARSCHUWING
De AP en/of transmitters dienen van het lichaam afgekoppeld te
worden voorafgaand aan een MRI-scan, CT-scan, het maken van
een röntgenfoto of diathermie. Deze stralingsbronnen kunnen de
werking van de AP verstoren.
WAARSCHUWING
Gebruik van medicijnen die paracetamol bevatten is niet
toegestaan tijdens het gebruik van de AP. Paracetamol kan tijdens
gebruik van de AP leiden tot foutief hoge glucosemetingen van de
sensor. Bespreek uw medicijngebruik met uw behandelend arts.
WAARSCHUWING
Als u andere medicatie gebruikt tijdens uw behandeling met de
AP, kan dat invloed hebben op de behandeling. Bespreek uw
medicijngebruik met uw behandelend arts.
WAARSCHUWING
Gebruik van de AP in combinatie met andere apparaten of
medische hulpmiddelen is niet toegestaan, dit kan de werking
van zowel de AP als het andere apparaat verstoren. Indien gebruik
van de AP in combinatie met een ander apparaat noodzakelijk is,
moeten beide apparaten gecontroleerd worden of ze samen juist
functioneren.
WAARSCHUWING
Draagbare radiofrequentie-communicatieapparatuur mag
niet binnen een afstand van 30 cm van het AP systeem of een
onderdeel hiervan gebruikt worden, aangezien dit de werking van
de AP kan verstoren.
263