Schuif de transmitter recht op de
sensor totdat deze vastklikt. Zorg
hierbij dat de plakstrook en het
13
omgevouwen lipje op hun plek
blijven en niet onder de transmitter
worden geschoven.
Controleer of het LED lampje
groen knippert (voor ongeveer 30
seconden). Dit betekent dat de
14
transmitter contact maakt met de
sensor.
Zo ja, ga naar stap 16
Zo nee, ga naar stap 15
Als het LED lampje niet groen
knippert, controleer of de
15
transmitter juist bevestigd is
aan de sensor. Knippert het LED
lampje alsnog niet of is deze rood,
bel dan Inreda Diabetic.
Verwijder het schutfolie van de
16
plakstrook en plak deze strook
over de transmitter.
17
Zorg dat de transmitter verbonden
is met de AP (zie paragraaf 4.3).
64
Controleer of de status van de
sensor 'Inlopen' is (zie paragraaf
4.4). Dit kan een minuut duren.
18
Zo ja, ga naar stap 21.
Zo nee, ga naar stap 19.
Indien de status niet 'Inlopen'
19
is, dient u de plakstrook los
te maken en de transmitter te
verwijderen van de sensor.
Wacht totdat de status is
veranderd in 'Geen sensor'. Ga
vervolgens terug naar stap 13 en
20
volg de stappen opnieuw.
Indien de status meerdere keren
alsnog niet 'Inlopen' is, bel dan
Inreda Diabetic.
Indien de status 'Inlopen' is, dan
is de koppeling tussen de sensor
21
en de transmitter goed gegaan. U
krijgt vanzelf een vingerprik alarm
als de sensor klaar is met inlopen.
Neem de smalle halve
22
afdekpleister. Verwijder schutfolie
1 van de afdekpleister, maar laat
schutfolie 2 nog zitten.
65