Introductie ...........................................................179
178
Introductie
Het beoogde klinische voordeel van het AP systeem is een betere glucose
regeling. Dit kan worden behaald door een toename van de tijd in het
doelbereik, een lagere gemiddelde glucosewaarde en een vermindering
van de variabiliteit in de glucosewaarde. Op korte termijn is het belangrijkste
voordeel preventie tegen risicovolle situaties die verband houden met
hypoglycemie. Op lange termijn worden diabetes gerelateerde complicaties
vertraagd. Voordat er met de behandeling gestart kan worden, bepaalt
uw medische specialist een aantal basisinstellingen om de AP op u af te
stemmen.
WAARSCHUWING
De AP beschikt over een functie waarmee getrainde medische
en technische professionals in kunnen loggen onder het 'Ik' icoon
bij 'Aanpassen' om de AP in te stellen voor uw behandeling. Het is
absoluut niet de bedoeling dat u hier gaat proberen in te loggen
zonder toestemming van een professional, het wijzigen van deze
instellingen heeft gevolgen voor uw behandeling.
Ondanks de continue closed-loop regulatie, kan het voorkomen dat uw
glucosewaarde te hoog of te laag wordt. Een afwijkende glucosewaarde kan
bijvoorbeeld ontstaan door ziekte, inspanning, inname van koolhydraten, of
doordat er iets mis is met de insuline- of glucagontoediening. Volg daarom
altijd de instructies van de alarmen op en controleer bij een te hoge of lage
glucosewaarde of de infusieset correct is aangesloten en de slang niet
ergens knel zit of geknikt is.
Het kan zijn dat de insuline en glucagon instellingen (met name in het begin
van de AP behandeling) nog niet optimaal zijn. Indien een sterke reactie op
een dosering van het ene hormoon optreedt, is het mogelijk dat de AP dit
compenseert met een dosering van het andere hormoon. Hierdoor kan een
gevoel van een hypo of hyper ontstaan.
Ook kan het zijn dat u een hypo gevoel krijgt doordat de AP uw
glucosewaarde strikter reguleert dan u gewend bent. Dit gevoel zal na
verloop van de AP behandeling vanzelf verdwijnen.
Wanneer er een uur lang geen insuline of glucagon wordt afgegeven,
wordt er een onderhoudsdosering gegeven. Een onderhoudsdosering
helpt verstopping van de infusieset te voorkomen. Voor insuline bestaat
een onderhoudsdosering uit een kwart eenheid en voor glucagon bestaat
deze uit een halve eenheid. Mocht er toch een verstopping ontstaan in een
infusieset, dan krijgt u daar een alarm van. De regeling is dan gepauzeerd en
u dient de infusieset te vervangen.
179