Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inreda Diabetic AP 5 Gebruikershandleiding pagina 41

Inhoudsopgave

Advertenties

WAARSCHUWING
Voor de insulinetoevoer dient gebruik te worden gemaakt van een
voor insulinegebruik geschikte infusieset met een slanglengte
van 70 cm. Overleg met uw behandelend arts welke geschikt is.
Gebruik van een andere infusieset dan voorgeschreven kan leiden
tot foutieve dosering.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de insuline-infusieset voor het
plaatsen van de infusieset. Voor het aansluiten van de infusieset aan de AP
dient u de stappen in dit hoofdstuk te volgen.
WAARSCHUWING
Verwissel de insuline-infusieset elke drie dagen. Zorg ervoor dat
u de inbrengplekken van de infusiesets afwisselt, plaats nooit een
infusieset tweemaal achter elkaar op dezelfde plek.
Op het moment dat u de insuline-infusieset verwisselt, dient u voor de
veiligheid een lichtblauw stickertje met daarop 'I' aan de nieuwe slang te
bevestigen. Plaats het stickertje vlak bij de canule, om verwisseling van de
slangen te voorkomen.
Het is van belang om zowel een werkende insuline- als glucagontoevoer te
hebben. Wanneer de insuline- en glucagontoevoer niet beide correct zijn
aangesloten en werken, zal de AP uw bloedglucose niet regelen.
Controleer regelmatig of beide infusiesets nog goed zitten en er geen
lekkage is. Houd de aanwezigheid van actieve alarmen op de AP in de gaten.
Indien nodig dient u de onderstaande punten te controleren op lekkage voor
de insulinetoevoer:
controleer of de canule nog goed subcutaan in het lichaam zit door te
kijken of pleister van de canule nog goed vast zit;
controleer of er geen vloeistof langs de canule terug komt uit het
subcutaan weefsel door te kijken of de pleister droog is;
controleer de aansluiting van de insulineslang aan de canule door even
zachtjes aan de slang te trekken;
controleer de aansluiting van de insulineslang aan de AP door te voelen
of de insulineconnector goed is vast gedraaid;
controleer de aansluiting van de insulineslang aan de ampul door te
kijken of er door de behuizing heen geen vloeistof zichtbaar is in het
insulinecompartiment. Volg bij twijfel paragraaf 5.3.
80
Insuline-infusieset
Pleister
Canule
Insulinestickertje
Insulineconnector
Insulinecanule
Insuline-
infusieset
Insulineslang
81

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave