Druk de insulineconnector recht
op de nieuwe voorgevulde
insulineampul en draai daarna
25
de ampul 360º rond zodat
de connector goed door het
membraan heen prikt...
...Plaats de insulineampul samen
26
met de insulineconnector in de
AP...
...Draai de insulineconnector vast
door deze 120º te draaien.
27
Indien de stappen 25 t/m 27
correct zijn doorlopen, druk op OK
voor 'Doorgaan'.
28
Druk op OK zodat de aandrijfstang
wordt ingesteld.
Wacht totdat de aandrijfstang is
ingesteld.
Zodra dit gereed is verschijnt het
29
*
scherm van stap 31.
(Mocht er een fout optreden, ga
naar stap 30.)
94
Als de aandrijfstang niet correct
wordt ingesteld zal er een
foutmelding verschijnen.
30
Begin de procedure opnieuw. Als
het probleem zich blijft voordoen,
koppel dan de AP af en bel Inreda
Diabetic.
Het scherm voor het vullen van de
slang verschijnt.
31
*
Zet de AP verticaal neer om alle
lucht uit de ampul en slang te ver-
wijderen tijdens het vullen, zoals
beschreven in stap 32 en 33.
Houd de insulineslang vast om
deze te kunnen zien tijdens het
vullen.
32
Druk herhaaldelijk op 'Vullen' om
de insulineslang te vullen.
Controleer of de slang druppelt
zoals afgebeeld in stap 33...
...Als er geen lucht meer in de
insulineslang zit en deze druppelt,
selecteer 'Doorgaan' en druk op
33
OK. Ga naar stap 36.
(Indien het scherm vanzelf
verandert, ga naar stap 34.)
Als dit scherm verschijnt, is de
maximale hoeveelheid voor het
34
vullen van de slang bereikt.
Indien u de waarschuwing heeft
gelezen, kies 'Ja'.
95