Controleer of de insulineslang
gevuld is (zonder luchtbellen) en
heeft gedruppeld.
Zo niet, kies 'Nee' en volg de
35
informatie op het scherm en zie
paragraaf 5.6.
Indien correct gevuld, kies 'Ja' en
ga naar stap 36.
Dit scherm verschijnt.
De LED lamp van het insuline-
36
compartiment is nu uit.
Doorloop de stappen 37 en 38
voordat u doorgaat.
Klik aan alle geplaatste canules
de juiste slangen. U moet een
37
duidelijke 'klik' horen.
Controleer of de slangen correct
zijn aangesloten zoals in stap 38.
Om te controleren of beide
slangen correct aangesloten zijn:
38
houd één voor één de canule vast
en trek zachtjes aan de slang zoals
op de afbeelding weergegeven.
Doorgaan, druk OK.
39
*
Druk 1 keer op 'Vullen' om de
insulinecanule met 0.5 E te vullen.
96
Uw insulinetoevoer is nu
succesvol aangesloten.
40
Druk op OK om de procedure
Einde
correct af te sluiten. De AP gaat
terug naar het basisscherm.
97