Algemene specificaties AP systeem
Frequentie band - communicatie
transmitters en AP
Bandbreedte - communicatie
transmitters en AP
Modulatie - communicatie
transmitters en AP
ERP - communicatie
transmitters en AP
Frequentie band - WiFi
Bandbreedte - WiFi
Modulatie - WiFi
ERP - WiFi
Netwerkverbinding
Het verbinden van de AP met een netwerk dat ook andere apparaten bevat,
kan leiden tot niet eerder geïdentificeerde risico's. De verantwoordelijke
persoon of organisatie moet deze risico's identificeren, analyseren, evalueren en
beheersen. Latere wijzigingen betreft het netwerk kunnen nieuwe risico's met
zich meebrengen en vereisen aanvullende analyse. Wijzigingen in het netwerk
omvatten veranderingen in de configuratie, het aansluiten van extra items of het
loskoppelen van items op het netwerk en een update of upgrade van apparatuur
aangesloten op het netwerk.
Software updates
Software updates kunnen alleen worden gedaan door Inreda. Het is niet mogelijk
om zelf de software van uw AP te updaten. Indien uw AP een software update
nodig heeft zal Inreda contact met u opnemen.
246
2405 MHz
1 MHz
GFSK
5,05 dBm
2412 - 2472 MHz
20 MHz
CCK, QPSK, OFDM
14,65 dBm
Essentiële functies
De essentiële functies van de AP zijn het continu meten van de bloed-
glucosewaarde, het bepalen van de hoeveelheid insuline of glucagon die
toegediend moeten worden om de glucosewaarde op peil te houden, het
subcutaan toedienen van insuline en glucagon door middel van infusie-
pompen, en het tijdig geven van alarmen.
•
De meetwaarden van de sensoren worden door de transmitters met
een nauwkeurigheid van ± 5 % verzonden naar de AP onder normale
omstandigheden en ± 10 % in geval van een SFC.
•
Voor het bepalen van de hoeveelheid insuline of glucagon geldt dat er in
geen enkel geval een verkeerde berekening doorgevoerd mag worden.
•
De nauwkeurigheid van de infusiepompen voor de toediening is onder
normale omstandigheden ± 5 % van de bepaalde dosering en
± 10 % in geval van een SFC.
•
Voor het geven van alarmen geldt dat er binnen 10 seconden een
alarmsignaal zal worden gegeven.
Mocht er interferentie optreden tussen het AP systeem en RF-
communicatieapparatuur, ga dan uit de buurt van de RF transmitter die de
interferentie veroorzaakt. Volg altijd de alarmen op indien deze gegeven
worden. Voor de essentiële functies geldt:
•
er wordt een sensor en/of transmitter alarm gegeven als de meting
wordt beïnvloed;
•
de regeling wordt gepauzeerd en er wordt een veiligheidsalarm gegeven
als de bepaling wordt beïnvloed;
•
de regeling wordt gepauzeerd en er wordt een veiligheidsalarm gegeven
als de toediening wordt beïnvloed;
•
het geluidssignaal, de trillingen en de LED lampjes kunnen versterkt
of verzwakt worden door interferentie. Voer de veiligheidstest uit om te
controleren of de alarmsignalen nog goed werken.
Alarmsignalen
De AP gebruikt één geluidsfrequentie en geluidsniveau voor alle
alarmsignalen. De geluidsfrequentie is 862 Hz en het geluidsniveau is 52 dB
± 2 dB, gemeten op 1 meter afstand van de AP.
Systeem identificatie
Het artikelnummer en serienummer van het AP systeem zijn vermeld op
het label van de verpakking. Het artikelnummer en serienummer van de AP
zelf staat op het label van de AP. Het artikelnummer en serienummer van
de transmitter staat op de individuele verpakking en het serienummer staat
ook in het batterijcompartiment van de transmitter. Daarnaast wordt het
serienummer van de AP in het AP menu onder 'Details' vermeld en die van de
transmitters in het desbetreffende sensor menu onder 'Details'.
SFC staat voor single fault condition.
247