Vouwinstructies
opmerking:
De vergrendeling gaat automatisch naar de gesloten
stand wanneer de snelspanner wordt omgeklapt.
3. Controleer door aan de snelspanner te trekken of het
klapscharnier correct vastzit.
10.5.3 instellingen
•
Gebruik de vouwfiets niet wanneer u het klapscharnier niet
juist kunt vastzetten.
• Laat het klapscharnier door een erkende fietsspecialist
controleren.
10.6 Vouwfiets inklappen
VoorzicHTiG
Lichaamsdelen kunnen beklemd raken in de bewegende
delen van de vouwfiets.
Letselgevaar!
• Houd de vouwfiets bij het inklappen buiten de schar-
nieren vast.
• Ga langzaam en voorzichtig te werk bij het inklappen
van de vouwfiets en de pedalen.
• Let bij het inklappen op bewegende onderdelen.
• Draag beschermende handschoenen.
LET op
Rem- en versnellingskabels kunnen in bewegende delen
van de vouwfiets worden geknikt of ingeklemd.
risico op beschadigingen!
• Zorg ervoor dat de rem- en schakelkabels niet bescha-
digd raken bij het inklappen van de vouwfiets.
1. Klap de fietsstandaard in.
2. Lijn de pedaalaandrijving zodanig uit:
– dat de linkercrank in een hoek van 45° ten opzichte van de
vloer staat (zie afb. "Pedaalaandrijving uitlijnen").
45°
45°
Afb. Pedaalaandrijving uitlijnen
3. Klap de pedalen in (zie hoofdstuk "Pedalen" op pagina 74).
80