Aandrijvingen
8.3.2 Bediening
Trap de pedalen rond om de riemaandrijving en zo de fiets, in
beweging te zetten.
8.3.3 instellingen
8.3.3.1 spanning van de riem controleren
LET op
Beschadiging van de riem door verkeerd gereedschap.
risico op beschadigingen!
• De riemspanning mag alleen worden gemeten en afge-
steld met het originele gereedschap van de fabrikant.
Voor een foutloze werking van de riemaandrijving is een correcte
riemspanning nodig.
De riemspanning mag alleen worden gemeten en afgesteld
met het originele gereedschap van de fabrikant.
•
Laat de riemspanning jaarlijks controleren en afstellen door
een erkende fietsspecialist.
8.3.3.2 De riem controleren op slijtage
1
Afb.: Slijtage
1 Slijtage aan de riem
•
Controleer de riemaandrijving regelmatig op slijtage.
• Vervang de riem wanneer u scherpe tanden, scheuren of
ontbrekende tanden vaststelt.
• Vervang de tandkrans als deze haaientanden heeft.
2
2 Slijtage aan de tandkrans
70