Inhoudsopgave
Advertenties
Remmen
5.5.3.3 schijfrem inremmen
Wanneer de remmen nieuw zijn of wanneer de remblokken of rem-
schijf vervangen is, moeten de schijfremmen ingeremd worden.
•
Rem schijfremmen niet in terwijl u deelneemt aan het gewone
verkeer.
•
Volg hiervoor de instructies van de producent of vraag advies
aan een erkende fietsspecialist.
•
Blijf tijdens het remmen uit veiligheidsoverwegingen altijd op
het zadel zitten.
•
Rem nooit af tot stilstand.
1. Versnel de fiets tot u ongeveer 15 km/u rijdt.
2. Rem krachtig en gelijkmatig af tot u nog stapvoets rijdt. De
wielen mogen niet blokkeren.
3. Herhaal dit 20 keer voor de achterrem en 20 keer voor de
voorrem. U zult merken dat de remmen steeds beter hun
werk gaan doen.
4. Versnel de fiets tot een wat hogere snelheid (ca. 20 tot
25 km/u).
5. Rem krachtig en gelijkmatig af tot u nog stapvoets rijdt. De
wielen mogen niet blokkeren.
6. Herhaal dit 10 keer voor de achterrem en 10 keer voor de
voorrem.
7. Laat de remschijf en de remblokken afkoelen voor de eerste rit.
• Laat de schrijfremmen door een erkende fietsspecialist
controleren wanneer de schijfremmen na het inremmen
niet naar wens functioneren of wanneer u tijdens het rem-
men ongewone geluiden hoort.
Controleer de grijpafstand na het inremmen van de schijfrem en
stel deze eventueel af.
Stel de remhendel zodanig in dat u deze tijdens het fietsen veilig
kunt bedienen zonder dat u het stuur hoeft los te laten (zie hoofd-
stuk "Instellingen" op pagina 40).
5.5.3.4 remkracht behouden
De afnemende remwerking door oververhitting van het remsys-
teem bij schijfremmen wordt "Fading" genoemd. Bij een stijgende
temperatuur aan het contactpunt tussen remblokken en schijfrem
rotor, bijv. door continu te remmen, daalt het remvermogen.
•
Vermijd langdurig remmen.
•
Laat de remblokken regelmatig afkoelen.
•
Gebruik de fiets niet wanneer door de verhitting een vermin-
derd remvermogen bestaat.
•
Gebruik de fiets pas opnieuw wanneer het volledige remver-
mogen opnieuw beschikbaar is.
42
Advertenties
Inhoudsopgave
