Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Wielen en banden
1
4
3
Afb. Ventielsoorten (voorbeeld)
1 Kartelschroef
2 Ventielstoter
opmerking:
Afhankelijk van uw soort ventiel hebt u een pas-
sende fietspomp of een adapter nodig.
13.2.1.2 Bandenspanning
WaarscHuWinG
Klapband of het loslaten van de band van de velg door
een te hoge bandenspanning.
risico op ongevallen en verwondingen!
• Let op de bandenspanning.
• Gebruik een pomp met nanometer wanneer u de ban-
den oppompt.
2
3 Onderste kartelmoer
4 Bovenste kartelmoer
LET op
Beschadigde binnenband door een te lage bandenspan-
ning.
risico op beschadigingen!
• Rijd niet over scherpe randen wanneer de bandenspan-
ning te laag is.
• Let op de bandenspanning.
• Gebruik een pomp met nanometer wanneer u de ban-
den oppompt.
Houd de maximale bandenspanning aan. Dit is de laag-
ste waarde die op de velg of de zijkant van de band
is aangebracht.
De bandenspanning wordt uitgedrukt in psi (pound per square
inch), kPa of bar (zie omrekentabel voor bandenspanning).
De ondergrens voor de bandenspanning is geschikt voor lichte fiet-
sers, voor een oneffen ondergrond en zorgt voor meer veercomfort
bij een hogere rolweerstand. De bovengrens voor de bandenspan-
ning is geschikt voor zwaardere berijders, voor een effen onder-
grond en levert met een lage rolweerstand voor minder comfort.
Rijd altijd met de voorgeschreven bandenspanning.
Controleer de bandenspanning regelmatig.
Vul de banden tenminste tot de ondergrens en maximaal tot
de bovengrens met lucht.
Gebruik een pomp met nanometer wanneer u de banden
oppompt.
110

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave