Verlichting
6.4 Losse verlichting
6.4.1 Basisbeginselen
WaarscHuWinG
Kinderen of dieren kunnen zich verwonden, verstrikt
raken of onderdelen inslikken.
Letselgevaar!
• Zorg ervoor dat kinderen of dieren niet met de verlich-
ting, USB-kabel of verpakking spelen.
•
Als u de fiets in het wegverkeer wilt gebruiken, dient u de bij-
geleverde losse verlichting te monteren.
•
Laad de accu voor het eerste gebruik volledig op (zie hoofd-
stuk "Accu opladen" op pagina 51).
De stroomvoorziening verloopt
via een accu die vast in de kop-
lamp of het achterlicht is inge-
bouwd. Bij een volledig opgela-
den accu kan de koplamp resp.
het achterlicht ongeveer 4 uur
branden.
1
Afb. Losse verlichting
(voorbeeld)
1 Ledindicator
opmerking:
Wanneer de accu nog slechts 20% geladen is, brandt
een rode ledindicator in het midden van het achterlicht of op de
koplamp (zie afb. "Losse verlichting").
•
Om te voorkomen dat de verlichting tijdens het fietsen uitvalt,
dient u de accu's na iedere rit op te laden.
De koplamp en het achterlicht zijn uitgerust met duurzame en
energiezuinige ledlampen. De lichtmiddelen kunnen niet worden
vervangen.
•
Laat de verlichting door de erkende fietsspecialist vervangen
wanneer deze defect is.
6.4.2 Bediening
6.4.2.1 achterlicht verwijderen en plaatsen
•
Voor het aanbrengen
schuift u het achterlicht zo
op de houder dat het lipje in
de houder wordt gedrukt
(zie afb. "Achterlicht",
links).
• Houd de houder vast en
trek het achterlicht naar
beneden tot het hoor- en
voelbaar vastklikt.
•
Om het achterlicht te verwijde-
ren, kantelt u het aan de onderkant iets naar voren en trekt u
het naar boven uit de houder (zie afb. "Achterlamp", rechts).
1
Afb. Achterlicht
(voorbeeld)
1 Lipje
50