Verlichting
WaarscHuWinG
Wanneer u bij slecht zicht zonder verlichting fietst wordt u
misschien door andere weggebruikers niet gezien.
risico op ongevallen en verwondingen!
• Schakel de verlichting in bij slecht zicht, bijvoorbeeld
wanneer het donker wordt.
•
Controleer met welke dynamo uw fiets is uitgerust (zie
afb. "Dynamovarianten").
6.2.1 Banddynamo
De banddynamo is aan de linker voorvork of aan het bovenste
gedeelte van de achtervork gemonteerd en kan naar wens wor-
den ingeschakeld. Bij sneeuw of temperaturen onder 0 °C kan de
werking minder zijn.
1. Stop de fiets wanneer de ingeschakelde dynamo niet wordt
aangedreven door het wiel.
2. Verwijder sneeuw en ijs van de band en van de banddynamo.
•
Om de verlichting in te schakelen drukt u van boven op de
banddynamo (zie afb. "Aan-/uitschakelaar").
•
Om de verlichting uit te schakelen draait u de banddynamo
naar buiten.
Afb.: Dynamovarianten
1 Naafdynamo
Afb.: Aan-/uitschakelaar (voorbeeld)
1 Aan-/uitschakelaar op de koplamp
2 Aan-/uitschakelaar op de banddynamo
6.2.2 naafdynamo
De naafdynamo bevindt zich in de voornaaf en voorziet de ver-
lichting van energie, zodra het voorwiel draait. De naafdynamo is
onderhoudsvrij en functioneert ook probleemloos in de sneeuw.
•
Om de verlichting in te schakelen zet u de aan-uitschakelaar
aan de achterzijde van de koplamp op "ON", "1" of "
afb. "Aan-/uitschakelaar").
2
1
2 Banddynamo
1
2
" (zie
48