Koppel de stekker los.
●
Sluit de dop van de oplaadpoort en de
●
laadpoortklep.
Bewaar de laadapparatuur op de juiste
●
wijze.
HERINNERING
Sluit de laadpoortklepje niet
●
wanneer de poortdop volledig open
is.
WAARSCHUWING
Laat de EV Mode 2-laadkabel nooit
●
vallen en trek er nooit direct aan.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen
van de apparatuur. Bewaar de
apparatuur na gebruik op een koele
plaats.
AC-laadpalen gebruiken*
1. Beschrijvingen van de apparatuur
AC-laadbox:
●
Gebruik een normconforme
●
huishoudelijke oplaadbox.
Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de
laadapparatuur voor het gebruik
ervan en volg de
bedieningsstappen.
Enkelfasige AC-laadbox: Bestaat uit
●
een laadbox, een laadstekker en
96
een aansluitkabel. Zie de
gebruikershandleiding van de
laadbox voor informatie over de
stroomonderbreker en de
noodstopschakelaar.
AC-laadpaal
●
Laad de auto op met behulp van
●
een openbare AC-laadpaal.
Laadtijd: Raadpleeg het bericht over
●
oplaadtijd op het instrumentenpaneel
of het infotainmentsysteem.
2. Opladen
Ontgrendel de auto en open het
●
laadpoortklepje:
Open het volgens de instructies in
●
"Gebruik van draagbare
huishoudelijke AC-laadapparatuur".
Sluit de autopoort aan:
●
Steek de laadstekker van de
●
apparatuur in de poort en
vergrendel deze.
Instellingen voor opladen:
●
Gebruik voor verificatie aan de AC-
●
laadpaal/-box uw kaart of scan de
QR-code. Zie de
gebruikershandleiding van de
laadpaal of -box voor meer
informatie.
Het lampje voor de laadaansluiting
●
op het instrumentenpaneel gaat
branden.
Tijdens het laadproces geeft het
●
instrumentenpaneel relevante
laadparameters en het laadteken
weer.
Op dit moment kunt u het opladen
●
op het infotainment plannen. Zie
"Reservering opladen" voor het
configuratieproces.
3. Opladen stoppen
Het opladen beëindigen:
●