als een van de volgende situaties zich
voordoet.
De airbag is geactiveerd.
●
Het airbaglampje
●
instrumentenpaneel gaat abnormaal
branden.
Er is een botsing met de voorkant van
●
de auto (gemarkeerd gebied
afgebeeld), maar de airbags worden
niet geactiveerd.
Het deksel van de airbag (gemarkeerd
●
gebied afgebeeld) is gekrast,
gebarsten of anderszins beschadigd.
Airbags moeten worden verwijderd,
●
gedemonteerd, geïnstalleerd of
gerepareerd.
Zijairbags en gordijnairbags zijn
●
geactiveerd.
Een impact op een portier is bij een
●
ongeval is niet voldoende om de
airbag te laten ontplooien.
Het oppervlak van de stoel met een
●
zijairbag is gekrast, gebarsten of
op het
beschadigd.
Decoratieve (bekledings)onderdelen
●
bij A-stijl met ingebouwde
gordijnairbags, dakbalk en C-stijl zijn
op dezelfde manier bekrast, gebarsten
of beschadigd.
Kinderzitjes
Kinderzitjes
Kinderbeveiligingssystemen bieden uw
kind een goede bescherming bij een
ongeval. Lees voor de veiligheid van uw
kind de instructies bij het kinderzitje en in
deze handleiding aandachtig door
voordat u een kinderzitje installeert.
WAARSCHUWING
Draag nooit een kind op uw schoot
●
tijdens een reis met de auto.
Er moet een geschikt kinderzitje
●
voor uw kind worden gebruikt.
Volg de instructies die bij het
●
kinderzitje en in deze handleiding
zijn geleverd op om er zeker van te
zijn dat het kinderzitje correct in de
auto is geïnstalleerd.
Nadat het kinderzitje van de stoel is
●
losgekoppeld, bergt u het veilig op
in uw auto.
Het niet opvolgen van de instructies
●
die bij het kinderzitje zijn geleverd
en in deze handleiding staan, kan
leiden tot letsel en zelfs overlijden
van uw kind bij een ongeval.
Kinderen moeten een geschikt kinderzitje
gebruiken wanneer ze in de auto reizen.
Kinderen moeten comfortabel en veilig
zitten. Zorg ervoor dat het kinderzitje
correct is geplaatst, gemonteerd en
gebruikt.
01
25