VOORZICHTIG
warmteafvoer beïnvloedt.
Zie de oplaadinstructies voor
●
specifieke voorzorgsmaatregelen
voor het opladen.
HERINNERING
Het wordt aanbevolen om contact
●
op te nemen met een erkende BYD-
dealer of een officieel servicepunt of
lokale elektricien om een geschikte
voeding te selecteren volgens de
vereisten van de laadapparatuur.
Aardingsinstructies voor
●
laadapparatuur: De apparatuur
moet goed geaard zijn. In geval van
storing of schade aan de
apparatuur zorgt de aardingskabel
voor een minimale impedantie voor
de ontlading van het circuit en
vermindert zo het risico op
elektrische schokken.
De apparatuur wordt geleverd met
●
een aardingskabel die het
aardingspunt verbindt met dat van
de stekker, die moet overeenkomen
met een correct geïnstalleerd en
goed geaard stopcontact.
2. Opladen
Terwijl de autoportieren ontgrendeld
●
en bij voorkeur uitgeschakeld zijn,
drukt u op het laadpoortklepje om
deze te openen.
94
neem de laadpoortdop van de auto
●
eraf en zorg ervoor dat er geen
obstakels zijn tussen de laadstekker en
het uiteinde van de laadaansluiting.
HERINNERING
Open het laadpoortklepje niet met
●
kracht als deze vergrendeld is.
Als het klepje van de laadpoort
●
vastgevroren is, forceer dit dan niet
om het te openen.
Sluit de voedingsaansluiting aan:
●
Steek de Type 2-laadkabel in een
●
stopcontact.
Sluit de autopoort aan:
●
Steek de laadstekker in de
●
contactdoos van de auto.
Nadat de laadstekker is aangesloten,
●
licht het laadaansluitingslampje
op het instrumentenpaneel of het
infotainmentscherm op.
HERINNERING
Steek de stekker er niet met kracht
●
in als de elektrische vergrendeling
is ingeschakeld.
Tijdens het laadproces geeft het
●
instrumentenpaneel de relevante
laadparameters en het laadteken
weer.