Inhoudsopgave
Advertenties
(FCTA) en Remmen bij kruisend verkeer
voorzijde (FCTB) detecteert auto's die de
oprit aan de voorkant oversteken door
radars aan beide zijden van de
voorbumper om de bestuurder te
waarschuwen en indien nodig de rem te
bedienen. Bij lage rijsnelheden, wanneer
de functie een risico op een botsing
detecteert met een auto die aan de
voorkant oversteekt, geeft het de
bestuurder visuele en hoorbare
waarschuwingen; de remmen treden in
werking om automatisch een botsing te
voorkomen die op het punt staat plaats
te vinden.
Hoe te gebruiken
Om de FCTA en FCTB in of uit te
●
schakelen, gaat u naar Infotainment-
touchscreen
Actieve veiligheid.
Wanneer de waarschuwing kruisend
●
verkeer voorzijde (FCTA) is geactiveerd,
knippert het achteruitkijklampje en
klinkt er een geluidssignaal.
Wanneer FCTB is geactiveerd, wordt
●
op het instrumentenpaneel
weergegeven en klinkt er een
geluidssignaal, waarbij AEB de auto
automatisch remt.
Bij FCTA/FCTB storing
●
weergegeven.
Voorzorgsmaatregelen
Hoewel het systeem hulp biedt bij het
●
observeren van de linker- en
rechterkant, kan het de observatie en
het oordeel van de bestuurder niet
vervangen. De bestuurder moet de
auto te allen tijde onder controle
houden en correct rijden: hij/zij is
volledig verantwoordelijk voor de auto.
Wanneer er een auto met hoge
●
snelheid van de zijkant nadert, kan het
FCTA/FCTB-systeem mogelijk geen
134
en tikt u op ADAS →
wordt
adequate waarschuwing geven.
De bestuurder moet zorgen dat het
●
systeem goed werkt en de mmWave-
radars aan beide zijden van de bumper
in goede staat blijven. Vuil, sneeuw of
andere obstakels moeten bijvoorbeeld
onmiddellijk worden verwijderd.
Daarnaast kan de detectie ook worden
●
beïnvloed of vertraagd door ruis of
elektromagnetische interferentie.
In sommige omstandigheden kan het
●
moeilijk zijn voor het systeem om de
bestuurder te helpen en kan de
detectie worden beïnvloed of
vertraagd. Mogelijke omstandigheden
omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
De auto die van de zijkant nadert,
●
verandert plotseling van rijstrook.
Het te detecteren object is
●
verborgen.
De radardoorsnede van het
●
naderende object (bijvoorbeeld een
fiets of elektrische bromfiets) is te
klein.
Zwaar weer, zoals regen of sneeuw.
●
MmWave-radar(s) komen los, zijn
●
niet vastgezet of zijn geblokkeerd.
De auto wordt geconfronteerd met
●
complexe metalen relingen of
soortgelijke wegomstandigheden.
Het systeem werkt niet wanneer:
●
Doelen zich buiten het
●
detectiebereik van de mmWave-
radar bevinden.
FCTA of FCTB uitgeschakeld is.
●
Voertuig niet in de D-versnelling
●
staat.
Vier portieren open zijn.
●
Systeeminitialisatie nog niet is
●
voltooid.
Advertenties
Inhoudsopgave
