VOORZICHTIG
Voeg geen roestwerende middelen
●
of andere additieven toe aan het
koelsysteem. Deze additieven zijn
mogelijk niet compatibel met de
koelvloeistof- of
motorcomponenten.
Voordat u het koelvloeistofreservoir
●
opent, moet u controleren of de
motor, de elektrische
hoogspanningsmodule, de dop van
het koelvloeistofreservoir en de
radiator zijn afgekoeld.
Remsysteem
Controleer maandelijks het peil in het
●
remvloeistofreservoir en ververs de
remvloeistof volgens de reistijd en
kilometerstand die in het
onderhoudsschema staan vermeld.
Gebruik remvloeistof met dezelfde
●
specificaties gebruikt als de originele
remvloeistof, en verschillende soorten
remvloeistof mogen niet worden
gemengd.
Het niveau in het remvloeistofreservoir
●
moet tussen de markeringen "MAX"
(maximumniveau) en "MIN"
(minimumniveau) liggen.
Als het niveau onder de MIN-
●
markering ligt, controleer dan of het
remsysteem lekt en de remblokken
versleten zijn.
Ruitensproeiervloeistof
Controleer tijdens normaal gebruik ten
●
minste maandelijks het vloeistofniveau
van het ruitensproeierreservoir.
Als de ruitensproeier vaak wordt
●
gebruikt, moet het niveau van het
ruitensproeierreservoir vaker worden
gecontroleerd.
Er moet met hoogwaardige
●
ruitensproeiervloeistof worden
bijgevuld om vervuiling beter te
verwijderen en bevriezing bij koud
weer te voorkomen.
Gebruik bij het bijvullen van de
●
ruitenwisservloeistof een schone doek
die in de ruitenwisservloeistof is
gedoopt om de ruitenwisserbladen te
reinigen, zodat deze in goede staat
blijven.
VOORZICHTIG
Vul het ruitensproeierreservoir niet
●
bij met een oplossing met azijn.
06
197