schakelen. Nadat de
ontdooiing/ontwaseming 15 minuten
heeft gewerkt, wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
Raak de zijspiegels niet aan
●
wanneer de ontwaseming is
ingeschakeld, omdat de
oppervlakken heet zullen zijn.
Let er bij het reinigen van de
●
binnenkant van de achterruit op dat
u geen krassen maakt of schade
toebrengt aan elektrische
verwarmingsdraden of
aansluitpunten.
Zorg ervoor dat u de schakelaar
●
voor ontdooiing/ontwaseming
uitschakelt wanneer het
autocontact in een andere modus
staat dan "OK" om te voorkomen
dat de 12V-accu ontlaadt.
Knop Ventilatie
Tik op deze knop om de
●
aircoventilatieregeling te activeren. De
afvoerlucht is natuurlijke lucht en de
blaassnelheid is standaard 1, zonder
koel- of verwarmingsfunctie. Tik
nogmaals op deze knop om af te
sluiten.
Blaasmodus
A/C-blaasmodus
●
Tik op het bijbehorende pictogram
●
op het infotainmentsysteem om de
bijbehorende blaasmodus te
selecteren.
Luchtblaasmodi kunnen vrij worden
●
gecombineerd en naar wens
kunnen maximaal drie
luchtblaasmodi tegelijkertijd
worden ingeschakeld.
Aanpassingen kunnen worden
●
uitgevoerd volgens de volgende
luchttoevoer.
Blazen gezicht: de lucht wordt
voornamelijk op gezichtsniveau geblazen.
Blazen benen: de lucht wordt
voornamelijk naar de voetenruimte
verspreid.
Ontdooien: De lucht wordt voornamelijk
verdeeld over de voorruit en de zijruiten.
Intelligente airco AAN-methode
Airco op afstand AAN met intelligente
sleutel
U kunt de airco via de
●
afstandsbedieningstoets inschakelen
om van tevoren een comfortabel
interieurklimaat te verkrijgen.
Airco via spraak inschakelen
Regel de airco-instellingen met de
●
stemknop op het stuurwiel of door
"Hallo BYD" te zeggen.
Airco inschakelen via cloudservice
U kunt de airco via de BYD-app
●
inschakelen om van tevoren een
comfortabel interieurklimaat te
krijgen.
Richtlijnen voor gebruik
Om het interieur snel af te koelen na
●
lange blootstelling aan zonlicht, rijd u
een paar minuten met de ramen open
om hete lucht af te voeren en de
koeling van de airco te versnellen.
Zorg ervoor dat het
●
luchtaanvoerrooster voor de voorruit
niet geblokkeerd is (bijvoorbeeld
bladeren of sneeuw).
Vermijd bij vochtig weer het blazen
●
van koele lucht op de voorruit. Door
het temperatuurverschil tussen binnen
en buiten zal het glas beslaan.
05
171