alarmen kan activeren.
Voorzorgsmaatregelen
Hoewel het BSD-systeem hulp biedt bij
●
het observeren van dode hoeken van
achteruitkijkspiegels, kan het de
observatie en het oordeel van de
bestuurder niet vervangen. De
bestuurder moet de auto te allen tijde
onder controle houden en correct
rijden: hij/zij is volledig
verantwoordelijk voor de auto.
Het BSD-systeem kan mogelijk geen
●
adequate waarschuwing geven
wanneer te detecteren auto's met
hoge snelheid van achteren naderen.
De bestuurder moet zorgen voor de
●
normale werking van het BSD-
systeem, zodat zijn mmWave-radars
achter in goede staat blijven. Vuil,
sneeuw of andere obstakels moeten
bijvoorbeeld onmiddellijk worden
verwijderd.
Het BSD-systeem geeft een
●
waarschuwing als irrelevante objecten
aan de zij- of achterkant (zoals
barrières in het bereik, grote
billboards langs de weg, reflectoren in
tunnels of andere objecten met een
grote radardoorsnede) ten onrechte
als te detecteren objecten zijn
geselecteerd.
De detectie kan in sommige
●
omgevingen worden beïnvloed of
vertraagd. Als de radardoorsnede van
het te detecteren object te klein is
(bijvoorbeeld een fiets, elektrische
bromfiets of voetganger), kan het
voorkomen dat het systeem geen
doelen identificeert, wat leidt tot valse
alarmen. Daarnaast kan de detectie
ook worden beïnvloed of vertraagd
door ruis of elektromagnetische
interferentie.
Beperkingen van het systeem
144
In sommige omstandigheden kan het
●
moeilijk zijn voor het systeem om de
bestuurder te helpen en kan de
detectie worden beïnvloed of
vertraagd. Mogelijke omstandigheden
omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
De auto die van achteren komt,
●
verandert plotseling van rijstrook.
De auto's die van achteren komen,
●
worden te laat gedetecteerd bij
scherpe bochten, hellingen of
andere instellingen.
Het te detecteren object is
●
verborgen.
Auto's naderen van achteren met
●
een relatieve snelheid van meer dan
80 km/u.
De auto bevindt zich in een bocht
●
die te scherp is of gaat een bocht in
of verlaat deze.
De auto rijdt onder zware
●
weersomstandigheden, zoals regen
of sneeuw.
mmWave radar(s) achter komen los,
●
zijn losjes gemonteerd of zijn
geblokkeerd.
De auto komt bepaalde metalen
●
relingen of soortgelijke
wegomstandigheden tegen.
Doelen die mogelijk niet worden
●
gedetecteerd, zijn onder meer
voetgangers en dieren.
De omgeving bevat
●
elektromagnetische interferentie of
andere invloeden.
Invloed van trillingen of botsingen op
●
de kalibratie van de BSD-sensoren
achter kunnen de systeemprestaties
aantasten. Neem contact op met een
erkende BYD-dealer of een officieel
servicepunt als dit wordt vastgesteld.