Controleer voor het ontladen:
●
1. Zorg ervoor dat de accucapaciteit
van de te ontladen auto niet lager is
dan 15%.
2. Zorg ervoor dat de behuizing van
de ontlaadaansluiting niet
gebarsten is en dat de stekker vrij is
van roest of obstructies.
3. Zorg ervoor dat er geen water of
vreemd materiaal in de oplaadpoort
zit en dat de metalen aansluitingen
niet beschadigd en vrij van roest of
corrosie zijn.
Start ontladen niet als een van de
●
bovenstaande condities wordt
vastgesteld, anders kan kortsluiting
of elektrische schok leiden tot
persoonlijk letsel.
Sluit de ontladingsaansluiting aan:
●
Sluit de ontlaadstekker aan op de
●
oplaadpoort en controleer of deze
goed op zijn plaats zit.
Nadat de schakelaarknop* op de
●
ontlaadaansluiting is ingedrukt, blijft
het controlelampje van de aansluiting
branden (rood), wat aangeeft dat de
aansluiting kan worden gebruikt.
Het ontladen start:
●
Nadat de verbinding tot stand is
●
gebracht, begint de ontlading en
wordt de betreffende informatie op
het instrumentenpaneel
weergegeven.
Stoppen met ontladen
Stoppen met ontladen:
●
Koppel de aansluiting los.
●
Koppel de ontlaadaansluiting los:
●
Trek, met ontgrendelde auto, de
●
ontlaadstekker uit de laadpoort.
Sluit de dop van de oplaadpoort en
●
de laadpoortklep (zie
P93
).
Organiseren van de apparatuur:
●
Sla de apparatuur op de juiste wijze
●
op wanneer het ontladen is
voltooid.
Antidiefstalvergrendeling
laadpoort
Om te voorkomen dat de laadstekker
●
wordt gestolen, is de oplaadpoort van
de autotijdens het opladen en
ontladen tegen diefstal beveiligd. Om
te voorkomen dat de laadstekker
gestolen wordt, is de laadpoort van
deze auto tijdens het laden en
ontladen tegen diefstal beveiligd. De
antidiefstalfunctie is standaard
uitgeschakeld. Ga naar het
Infotainment-touchscreen
Nieuwe energie → Laadinstellingen en
tik vervolgens op Activeren om de
functie in te schakelen.
Tik onder "Werkmodus van elektrische
●
vergrendeling oplaadpoort" op
"Inschakelen" of "Uitschakelen".
Wanneer de elektrische vergrendeling
●
van de antidiefstalmodus van de
laadpoort is geactiveerd, wordt de
laadstekker vergrendeld als de
gebruiker de laadstekker aansluit en
de vier portieren, de kap en het deksel
van de kofferbak op slot zitten. Om de
stekker los te koppelen moet de
gebruiker de auto ontgrendelen.
Ontgrendelen
Wanneer de functie is ingeschakeld,
●
04
→
101