Niveau 2 : waarschuwing door
middel van visuele signalen en
geluidssignalen die aangeeft dat een
aanrijding dreigt.
Er wordt een melding weergegeven
om de bestuurder aan te sporen te
remmen.
Dit waarschuwingsniveau is gebaseerd op
de tijd vóór de aanrijding. Daarbij wordt
rekening gehouden met de beweging van
de auto, de snelheid van uw auto en die van
de voorligger, de weersomstandigheden, de
rijomstandigheden (in een bocht, intrappen van
pedalen enz.) zodat de waarschuwing op het
meest geschikte moment wordt geactiveerd.
Als uw auto een voorligger te
snel nadert, wordt het eerste
waarschuwingsniveau mogelijk niet
weergegeven: in dat geval wordt
waarschuwingsniveau 2 direct
weergegeven.
Bovendien wordt waarschuwingsniveau
1 nooit weergegeven als de stand
" Dichtb. " is geselecteerd.
Slechte weersomstandigheden (zeer
zware regenval, opgehoopte sneeuw
voor de radar en de camera) kunnen
de werking van het systeem verstoren.
In dat geval wordt een storingsmelding
weergegeven. De functie is niet
beschikbaar zolang deze melding wordt
weergegeven.
Instellen van de stand voor de
activering van de waarschuwing
De stand voor de activering van de
waarschuwing is bepalend voor de manier
waarop u wordt gewaarschuwd voor een
rijdende of stilstaande voorligger, of een
voetganger op uw rijstrook.
U kunt uit drie standen kiezen:
-
" Ver " om vroeg gewaarschuwd te worden
(voorzichtige rijstijl).
-
" Normaal ".
-
" Dichtb. " om later gewaarschuwd te
worden.
Met autoradio
Open het menu " Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer " Autom.
noodremfunctie ".
Stel vervolgens het waarschuwingsniveau in.
Met touchscreen
Open het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer " Waarschuwing kans op
aanrijding en automatisch remmen ".
Stel vervolgens het waarschuwingsniveau in.
Druk op " Bevestigen " om de wijziging op te
slaan.
Rijden
6
17