Rijden
F Draai de sleutel in de stand 2, Contact, om
de motor te laten voorgloeien.
F Zet, zodra dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel is
gedoofd, de sleutel in de stand 3
om de startmotor te activeren;
geef daarbij geen gas. Laat de
sleutel los zodra de motor is
aangeslagen.
196
Het verklikkerlampje gaat niet branden
als de motor al op bedrijfstemperatuur
is. Neem afhankelijk van de
weersomstandigheden de volgende
voorschriften in acht:
-
Laat bij gematigde temperaturen de
motor niet stationair warmdraaien,
maar rijd direct weg zonder de
motor veel toeren te laten maken.
-
Wacht onder winterse
omstandigheden na het aanzetten
van het contact met starten tot het
verklikkerlampje voorgloeien uit is.
-
Om de goede werking en de
levensduur van de mechanische
onderdelen van de motor en de
versnellingsbak van uw auto
te garanderen moet u bij zeer
koud weer (temperaturen lager
dan -23°C) de motor gedurende
4 minuten stationair laten
draaien alvorens weg te rijden.
Laat de motor nooit stationair draaien
in een slecht geventileerde, afgesloten
ruimte: verbrandingsmotoren stoten
giftige uitlaatgassen uit, zoals
koolmonoxide. Kans op (dodelijke)
vergiftiging.
Als de motor niet onmiddellijk aanslaat, zet
dan het contact uit.
Wacht enige tijd alvorens opnieuw te
starten. Als na enkele startpogingen de
motor nog steeds niet is aangeslagen,
probeer dan niet langer de motor te
starten: de startmotor en de motor zouden
beschadigd kunnen raken.
Neem contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.