Airconditioning
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, bij draaiende motor en mits de
ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
-
de temperatuur in het interieur 's zomers te verlagen,
-
in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen
ruiten snel te ontwasemen.
Aan
F Druk op deze toets. Het
verklikkerlampje gaat branden.
De airconditioning werkt niet als de
regeling voor de luchtopbrengst is
uitgeschakeld.
Om sneller koele lucht te verkrijgen
kunt u gedurende enige tijd de
recirculatiestand inschakelen.
Schakel daarna de toevoer van
buitenlucht weer in.
Uit
F Druk nogmaals op deze toets.
Het verklikkerlampje gaat uit.
Als de airconditioning is uitgeschakeld,
kunnen onaangename verschijnselen
optreden (vocht, beslagen ruiten).
Luchtverdeling
F Druk deze toets herhaaldelijk in
om de luchtstroom te verdelen
naar hetzij:
-
de voorruit, de zijruiten en de voeten van
de inzittenden,
-
de voeten van de inzittenden,
-
de middelste ventilatieroosters, de
zijventilatieroosters en de voeten van de
inzittenden,
-
de voorruit, de zijruiten, de middelste
ventilatieroosters, de zijventilatieroosters
en de voeten van de inzittenden,
-
de middelste ventilatieroosters en de
zijventilatieroosters,
-
de voorruit en de zijruiten (ontwasemen of
ontdooien).
Ergonomie en comfort
Luchtopbrengst
F Druk op deze toets om de
luchtopbrengst te verhogen.
F Druk op deze toets om de
luchtopbrengst te verlagen.
Het symbool van de luchtopbrengst (propeller)
verschijnt. Het symbool wordt, afhankelijk van
de ingestelde waarde, geleidelijk voller of leger.
3
129