Toegang tot de auto
Noodbediening(en)
Hiermee kunt u de portieren mechanisch vergrendelen en ontgrendelen in het geval van een
storing in de centrale vergrendeling of van de accu.
Vergrendelen van het
bestuurdersportier
F Steek de sleutel in het portierslot en draai
de sleutel rechtsom.
Ontgrendelen
F Steek de sleutel in het portierslot en draai
de sleutel linksom.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
niet uit-/ingeschakeld als u de auto met de
sleutel opent/sluit.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
50
Vergrendelen van het
voorpassagiersportier
F Open het portier.
F Verwijder de dop op de zijkant van het
portier.
F Steek de sleutel (zonder te forceren) in
het vergrendelingssysteem en draai het
geheel.
F Verwijder de sleutel en plaats de dop terug.
F Sluit het portier en controleer van buitenaf
of de auto correct is vergrendeld.
Ontgrendelen
Gebruik de binnenportiergreep.
Vergrendelen van de schuifdeur
F Controleer of de elektrische
kinderbeveiliging (indien aanwezig) niet is
ingeschakeld.
F Open de deur.
F Verwijder de dop op de zijkant van de deur.
F Steek de sleutel (zonder te forceren) in
het vergrendelingssysteem en draai het
geheel.
F Verwijder de sleutel en plaats de dop terug.
F Sluit de deur en controleer van buitenaf of
de auto correct is vergrendeld.
Ontgrendelen
F Gebruik de binnenportiergreep.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
Kinderbeveiliging.