Sfeerverlichting
De gedempte interieurverlichting verbetert het
zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Inschakelen
Als het buiten donker is, gaat de verlichting
van de plafonnier vóór en het panoramadak
(indien aanwezig) automatisch branden als de
parkeerlichten worden ingeschakeld.
De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de
parkeerlichten worden uitgeschakeld.
Programmeren
Het in- en uitschakelen van de functie
sfeerverlichting en de lichtsterkte van de
sfeerverlichting kunnen worden ingesteld.
Met autoradio
Activeer of deactiveer in het menu
"Persoonlijke instelling - configuratie" de
functie "Sfeerverlichting".
Met touchscreen
Activeer of deactiveer in het configuratiemenu
van de auto de functie "Sfeerverlichting".
Verlichting en zicht
Koplampen handmatig
in hoogte verstellen
Verstel de halogeenkoplampen afhankelijk van
de belading van uw auto om verblinding van
medeweggebruikers te voorkomen.
0 - 1 of 2 personen voorin.
1 - 5 personen.
2 - 6 - 9 personen.
3 - Bestuurder + maximaal toegestane
belading.
Stand "0": basisinstelling.
4
153