Als u de restwarmte voor het warmhouden van gerechten wilt ge-
bruiken, kan door hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie
in het apparaat ontstaan. Ook het bedieningspaneel, het werkblad
en de keukenkast kunnen beschadigd raken. Dek gerechten die u
met de ovenfunctie "Magnetron " bereidt altijd af. Kies na de be-
reiding een lager magnetronvermogen, zodat niet te veel waterdamp
vrijkomt. Schakel het apparaat niet uit, maar stel de laagste tempera-
tuur van de gekozen ovenfunctie in. De ventilator blijft dan ingescha-
keld.
Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be-
waard, kunnen uitdrogen. Het vrijkomende vocht kan in het apparaat
corrosie veroorzaken. Dek gerechten daarom af.
Het apparaat kan door warmteophoping beschadigd raken. Leg
nooit aluminiumfolie of iets dergelijks op de bodem van de oven-
ruimte als u de ovenfunctie "Hetelucht plus " gebruikt. Zet ook
geen pannen, glazen schalen en dergelijke op de bodem van het ap-
paraat.
Het is belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en hoog genoeg is.
Roer het gerecht daarom regelmatig door of keer het. Let bij ont-
dooien, verwarmen en koken op de aangegeven doorwarmtijden (de
tijd waarin de warmte zich gelijkmatig verdeelt).
Als u gerechten met de magnetronfunctie verwarmt, ontstaat de
warmte in het voedsel zelf, waardoor het serviesgoed minder heet
wordt. Het serviesgoed wordt alleen warm door de warmte die het
gerecht afgeeft. Als u het gerecht uit het apparaat haalt, controleer
dan of de temperatuur goed is. Beoordeel de temperatuur niet op
basis van de temperatuur van het serviesgoed. Let vooral bij baby-
voeding op de juiste temperatuur! Babyvoeding goed doorroeren
of schudden. Proef er zelf even van, zodat u zeker weet dat de baby
zich er niet aan brandt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15