OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
Specificeren van de belichtingsfunctie
U kunt de functiedraairegelaar gebruiken om de
belichtingsfunctie te selecteren die de instellingen voor de
lensopening en de sluitersnelheid bedient tijdens het
opnemen van beelden.
A functie: lensopening prioriteit AE
S functie: sluitersnelheid prioriteit AE
M functie: handmatige belichting
Gebruik van lensopening prioriteit AE
Als de A functie (lensopening prioriteit AE) geselecteerd is
als de belichtingsfunctie, stelt de camera de sluitersnelheid
automatisch in overeenstemming met een vaste
lensopeningwaarde in die u zelf heeft gespecificeerd. Een
grotere lensopening (een lagere lensopeningwaarde) geeft
een kleiner diepteveld terwijl een kleinere lensopening (een
grotere lensopeningwaarde) een groter diepteveld geeft.
Grotere lensopening
Kleinere lensopening
84
• Beschikbare instellingen voor de lensopening
Lensopeningwaarde*
F2.8, 3.2, 3.5, 4.0, 4.5, 5.0, 5.6, 6.3, 7.1, 8.0
Diepteveld
* De bovenstaande waarden zijn voor maximale optische
zoom met het groothoek objectief . De
lensopeningswaarden wijken af van de andere optische
zoominstellingen.
1.
Zet tijdens de
opnamefunctie (REC)
de functiedraairegelaar
op "A" (lensopening
prioriteit).
2.
Selecteer "F *.*" d.m.v. [ ] en [ ] en
verander dan de instelling van de
lensopeningwaarde m.b.v. [ ] en [ ].
• U kunt "EV Shift" (EV verschuiving) hier ook
selecteren d.m.v. [ ] en [ ] en vervolgens een
belichtingscompensatiewaarde (pagina 80)
specificeren m.b.v. [ ] en [ ].
Groot
Klein
Ondiep
Diep
Lensopeningwaarde
EV verschuiving