Inhoudsopgave
Advertenties
VOORBEREIDINGEN
Inhoud van het beeldscherm
Het beeldscherm maakt van verschillende indicators en iconen gebruik om u op de hoogte te houden van de status van de camera.
• Merk op dat de voorbeeldschermen in dit hoofdstuk enkel dienen ter illustratie. Ze komen niet precies overeen met de inhoud
van het scherm dat geproduceerd wordt door de camera.
Opnamefunctie (REC)
1
2
34
567 8
D
C
1
Flitserfunctie indicator
Geen
(Automatisch)
9
(Flitser uit)
(Flitser aan)
0
(Reductie van rode
ogen)
A
• Als de camera signaleert dat
de flitser gebruikt moet
worden terwijl automatisch
flitsen geselecteerd is,
verschijnt de Flitser aan
B
indicator wanneer de
sluitertoets halverwege wordt
ingedrukt.
2
Scherpstelfunctie
indicator
Geen
(Autofocus)
(Macro)
(Panfocus)
(Oneindig)
(Handmatig
scherpstellen)
•
(panfocus) verschijnt
alleen tijdens de filmfunctie.
3
Witbalansindicator
Geen
(Automatisch)
(Daglicht)
(Bewolkt)
(Schaduw)
(Gloeilamp)
(TL-verlichting 1)
1
(TL-verlichting 2)
2
(Flitser)
(Handmatig)
4
Doorlopende sluiter/
automatische
klassefunctie
(Enkele opname)
(Snel en doorlopend)
(Doorlopend met normale
snelheid)
(Meervoudig en
doorlopend)
AEB
(AE klassering)
WBB
(WB klassering)
(Scherpstel klassering)
AFB
(Meervoudige klassering)
26
5
Zelfontspanner/
afstandsbedieningsfunctie
Geen
(1 opname)
(10 seconde
s
zelfontspanner)
10
(2-seconde
s
zelfontspanner)
2
(Drievoudige
x
zelfontspanner)
3
(Afstandsbediening)
(Afstandsbediening en
2-seconden
s
2
zelfontspanner)
6
Opnamefunctie
(Snapshot)
(BESTSHOT)
(Lensopening prioriteit
AE)
(Sluitersnelheid
prioriteit AE)
(Handmatige
belichting)
(Film)
(Spraakopname)
Advertenties
Inhoudsopgave
