OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
BELANGRIJK!
• Als "Multi" (multi-patroon meten) als meetmethode
wordt geselecteerd, kunnen bepaalde procedures de
instelling voor de meetfunctie automatisch
veranderen zoals hieronder beschreven.
• Door de belichtingscompensatie instelling (pagina 80)
te veranderen naar een waarde anders dan 0.0
verandert de meetfunctie naar "Center Weighted"
(centrum-georiënteerd meten). Als u de
belichtingscompensatie instelling terugverandert naar
0.0 zal de meetfunctie ook terugveranderen naar
"Multi" (multi-patroon meten).
• Door selecteren van handmatige belichting (pagina 87)
verandert de meetfunctie naar "Center Weighted"
(centrum-georiënteerd meten). De meetfunctie
verandert terug naar "Multi" (multi-patroon meten) als u
een belichtingsfunctie anders dan de handmatige
selecteert.
Gebruiken van de filterfunctie
Met de filterfunctie van de camera kunt u de kleurtoon van
een beeld veranderen tijdens het opnemen.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer de "REC" tab, selecteer "Filter" en
druk daarna op [ ].
3.
Selecteer de gewenste instelling m.b.v [ ] en
[ ] en druk vervolgens op [SET].
• De volgende filterinstelling staan tot de beschikking:
Off (Uit), B/W (zwart/wit), Sepia (sepia), Red (rood),
Green (groen), Blue (blauw), Yellow (geel), Pink
(roze), Purple (paars)
BELANGRIJK!
• Door de filterfunctie van de camera te gebruiken
wordt hetzelfde resultaat geproduceerd als het
monteren van een kleurfilter op de lens.
120