OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
3.
Schakel de externe flitseenheid in en stel hem
in voor de lensopeningwaarde (F) (pagina 84)
van de camera en de gevoeligheidswaarde
(gelijkwaardig met ISO 50).
• Afhankelijk van de filmomstandigheden kan geen
goede belichting worden verkregen zelfs als u de
automatisch lensopeningswaarde (F) en de ISO
gevoeligheid van de externe flitseenheid afstemt op
die van de camera. Mocht dit het geval zijn, stel dan
de automatische lensopeningswaarde (F), de ISO
gevoeligheid en andere instellingen van de externe
flitseenheid bij. Probeer tevens de lensopening van
de camera zelf bij te stellen.
BELANGRIJK!
• Als een externe flitseenheid aangesloten is op de
externe flitsersynchroonaansluiting zal die altijd
flitsen. Om een beeld op te nemen zonder de
externe flitseenheid te gebruiken dient u de
synchroonkabel uit de aansluiting te trekken of de
spanning van de externe flitseenheid uit te
schakelen.
• Na opname van een beeld kunt u dit het beste via het
beeldscherm bekijken. Mocht het anders uitpakken
dan u verwachtte, gebruik dan de bedieningsregelaars
op de externe flitseenheid om de flitsintensiteit bij te
stellen en stel ook de lensopening en de flitsintensiteit
bij op de camera. Merk op dat u de flitsintensiteit van
de externe flitseenheid niet kunt beïnvloeden met de
camera-instellingen.
• Close-up beelden hebben de tendens om overbelicht
te zijn. Heeft u inderdaad problemen met
overbelichting, probeer dan de instellingen voor de
lensopening en de ISO gevoeligheid bij te regelen bij
de externe flitseenheid en bij de camera. U kunt ook
proberen de de ingebouwde flitser van de camera te
gebruiken om te corrigeren voor overbelichting.
• Merk op dat de ingebouwde flitser altijd flitst wanneer
de instelling van de flitserfunctie anders is dan
(Off) (uit).
• De (F) waarden voor de lensopening van de camera
zijn gebaseerd op de grootste optische zoom (1X).
Het gebruik van de telefoto kan enige verduistering
in de hand werken. Stel de instellingen voor de
lensopening en de ISO gevoeligheid in bij de externe
flitseenheid en de camera zoals vereist wanneer een
optische zoom wordt gebruikt.
• Bij gebruik van een zoomflitser wordt een
bestrijkingshoek aanbevolen voor een
brandpuntsafstand van 33mm of minder voor de
flitseenheid.
134