NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
2) De motor starten, stopzetten en
basishandelingen
Doel
Als u het gevoel hebt dat u bij het uit-
voeren van deze oefeningen de con-
trole verliest, laat het gaspedaal dan
los om niet meer te versnellen en rem
zoveel als nodig is om te vertragen. U
kunt de motorstopschakelaar ook ge-
bruiken om de aandrijving helemaal uit
te schakelen.
– Leer de gas regelen en het voertuig
in gang zetten.
– Vertrouwd raken met vertragen en
remmen op lage snelheid.
2a) Gas geven en onmiddellijk
loslaten
Aanwijzingen
Eerst gaat u even gas geven, loslaten
en dan zonder gas rijden.
– Start de motor en laat de parkeer-
rem los.
– Schakel met het rempedaal inge-
drukt in eerste door de versnellings-
schakelaar naar voren te drukken.
– Laat de rem los.
– Geef langzaam gas tot het voertuig
in beweging begint te komen. Laat
zodra u in beweging begint te ko-
men de gashendel los, rijd zonder
gas en druk dan de rem in om te
stoppen. Herhaal dit tot aan het ein-
de van de rechte lijn.
– Om te draaien aan het einde van de
rechte lijn stopt u, draait het stuur
helemaal naar rechts, geeft even
gas, laat het dan los en rijdt zonder
gas door de bocht. Mogelijk moet
u meer dan eens wat gas geven om
de bocht af te ronden. Stop als u
omgekeerd staat in de richting van
de rechte lijn.
– Voer dit deel van de oefening verder
uit totdat u vlot gas kunt geven en
loslaten.
______
78
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
2b) Gashendel om de 12 m ingedrukt
houden, loslaten en stoppen
Vervolgens gaat u wat langer gas ge-
ven en dan om de 12 m stoppen (om
de twee bakens/vier strepen).
– Geef nogmaals langzaam gas tot
het voertuig in beweging begint te
komen. Houd dit keer de gas in de-
ze stand.
– Laat naarmate u dichter bij het stop-
punt komt de gashendel los en druk
op de rem om te stoppen.
– Draai opnieuw aan het einde van de
rechte lijn, maar laat de gas dit keer
niet los in de bocht. Let erop dat u
de gashendel in ongeveer dezelfde
stand houdt in de bocht. Stop als u
omgekeerd staat in de richting van
de rechte lijn.
2b) Gashendel ingedrukt houden,
loslaten en stoppen aan de
uiteinden
Gebruik vervolgens de volledige rechte
lijn en stop alleen aan de uiteinden er-
van. Geef een beetje gas.
3) De motor stoppen tijdens het
rijden
Doel
– Vertrouwd raken met het gebruik
van de motorstopschakelaar tij-
dens het rijden, zodat u weet hoe
uw voertuig gaat reageren als u die
later moet gebruiken.
Aanwijzingen
– Een beetje verder op de rechte lijn
schakelt u, terwijl u aan 8 km/h rijdt,
de motorstopschakelaar op OFF
(uit) en laat u het voertuig vrijlopend
tot stilstand komen.
– Start de motor opnieuw en herhaal
de oefening. Probeer uw snelheid
op te drijven (tot maximaal 20 km/h)
voordat u de motorstopschakelaar
gebruikt.
_______