CHECKLIST VOOR HET VERTREK
WAARSCHUWING
Voer voor uw vertrek telkens een
inspectie uit om potentiële pro-
blemen onderweg voor te zijn. De
inspectie voor het vertrek helpt u
om slijtage en achteruitgang op
te sporen voordat die problema-
tisch wordt. Corrigeer alle ontdek-
te problemen om het risico op een
panne of ongeluk te vermijden.
Raadpleeg desgevallend een er-
kende Can-Am roadster dealer.
De veiligheidskaart bevat een inspec-
tiechecklist voor het vertrek.
Inspecteer:
– Banden: Controleer op schade. In-
specteer bandenspanning en slijta-
ge van het bandprofiel. Raadpleeg
het hoofdstuk ONDERHOUDSPRO-
CEDURES.
– Wielen en wielmoeren: Contro-
leer op schade. Draai elk wielmoer
op het voorwiel met de hand aan om
zeker te zijn dat het niet los zit. Kijk
na of de moer van de wielas achter-
aan nog op zijn plaats zit.
– Aandrijfriem: Controleer op uit-
rafelen, scheuren, perforaties of
ontbrekende tanden.
de uitlijning. Raadpleeg het hoofd-
stuk
ONDERHOUDSPROCEDU-
RES voor meer informatie.
– Lekken: Kijk onder het voertuig of
er geen lekken zijn.
– Deksels van bergvakken en hand-
schoenvak: Trek eraan om te zien
of ze goed vastzitten.
– Zorg dat het zadel goed vastzit.
– Spiegels: Reinigen en afstellen.
– Rempedaal: Indrukken en contro-
leren of u voldoende weerstand
voelt. Het pedaal moet helemaal
terugkomen als het wordt losgela-
ten.
– Gashendel: Meermaals ronddraai-
en. Het moet vrij te bedienen zijn en
na het loslaten terugkeren in rust-
stand.
______________
114
– Koppelingshendel: (model SM5):
– Versnellingsschakelaar
– Hoogteverstelling van de voet-
– Gewicht: Zorg ervoor dat de totale
– Aanhangwagen: Als u een aan-
Controleer
Draai de contactsleutel op ON (aan):
– Multifunctioneel
– Lichten: Controleer of de koplam-
– Claxon: Werking controleren.
– Stuurinrichting: Start de motor en
– Motorstopschakelaar: Controleer
Pas aan naar wens (zie onderdeel
ELEMENTAIRE BEDIENINGSELE-
MENTEN). Indrukken om zeker te
zijn dat het normaal functioneert en
terugkomt als het wordt losgelaten.
SE5): Kijk na of de versnellingsscha-
kelaar in beide richtingen normaal
functioneert en na loslaten naar het
midden terugkeert.
steunen voor passagiers: Let erop
dat de voetsteun op een comforta-
bele hoogte staat voor de passagier.
Pas dit eventueel aan.
lading op het voertuig (inclusief be-
stuurder, passagier, lading en acces-
soires) niet meer weegt dan 240 kg.
hangwagen trekt, zorg er dan voor
dat de lading goed is beladen en
bevestigd, de deksels zijn vergren-
deld, de aanhangwagen en de vei-
ligheidskabels goed aan de trekhaak
zijn vastgekoppeld, de lichten van
de aanhangwagen functioneren en
de reflectoren proper zijn. Contro-
leer de toestand en luchtdruk van de
banden van de aanhangwagen. Stel
de aanhangwagenmodus in zoals
beschreven in AANHANGWAGEN
SLEPEN (model SE5).
bord: Controleer de meters, indica-
torlichtjes, meldingen en het brand-
stofpeil.
pen, achterlichten, remlicht, rich-
tingaanwijzers en knipperlichten
werken.
controleer of het stuur vrij kan be-
wegen.
of de motorstopschakelaar naar be-
horen functioneert.
(model
instrumenten-