NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
9) Zwenken
Doel
– Vertrouwd raken met de besturing
van het voertuig bij snelle manoeu-
vres.
– Probeer verschillende varianten van
remmen en uitwijken.
Aanwijzingen
Stel de bakens op zoals in het onder-
staande schema. Gebruik voor deze
oefening als bakens geen vaste of har-
de, zware voorwerpen.
– Rijd aan 8 km/h tussen de dubbele
kegels door en houd deze snelheid
het hele traject aan.
– Stuur rond de lijn van de kegels.
– Rij eruit door de tweede set dubbele
kegels.
– Herhaal de oefening meermaals
door uit te zwenken in de twee rich-
tingen.
rmo2008-001-049_a
1. 6 m
2. 3 m
3. 2,5 m
______
76
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Tips voor extra oefeningen
– U kunt uw aanloopsnelheid gelei-
delijk opvoeren (tot niet meer dan
13 km/h tot 19 km/h) en een paar
varianten uitproberen. Nader bij-
voorbeeld sneller en vertraag voor-
dat u de oefening inrijdt, trek de kop-
peling in en rem tijdens het uitwijk-
manoeuvre, enz.
– Een helper kan aan de oefening
een verrassingselement toevoegen
door te bepalen in welke richting u
moet uitwijken of wanneer u moet
stoppen. Laat uw helper op een vei-
lige afstand staan (bv. voorbij het
einde van het oefenterrein). Als u
bij de eerste reeks bakens komt,
kan de helper met handsignalen de
richting aangeven waarin u moet
zwenken of waar u moet stoppen.
– Oefen met in de spiegels te kijken
en de dode hoek te controleren
voordat u uitwijkt.
10) Achteruitrijden
Doel
– Vertrouwd raken met de besturing
van het voertuig en de draaicirkel in
achteruit.
Aanwijzingen
In Achteruit schakelen. Raadpleeg het
onderdeel BASISPROCEDURES.
Controleer of de ruimte achter u vrij
is en blijf achteruit kijken terwijl u de
koppelingshendel loslaat. Let op dat u
met uw voorwielen nergens tegenaan
botst terwijl u achteruit rijdt. Gebruik
uw koppeling en rem om te vertragen
en te stoppen, net als wanneer u voor-
uit rijdt.
Rijd telkens een meter achteruit en
stop tussendoor.
Beperk uw snelheid en rijd nooit lange-
re afstanden achteruit.
Hebt u het achteruitrijden goed onder
de knie, probeer dan achterwaarts een
parkeerplaats in te rijden, als aangege-
ven op het onderstaande schema.
_______