NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
rmo2008-001-046_k
1. Start
Tips voor extra oefeningen
– Naarmate dit vlotter gaat, kunt u de
snelheid geleidelijk opvoeren tot
16 km/h - 19 km/h in de slalombe-
weging, maar vertraag aan het ein-
de voor de bochten van 180°.
8) Schakelen
Terwijl u rijdt moet u van versnelling
veranderen om het motortoerental aan
te passen aan uw rijsnelheid.
Doel
– Vertrouwd raken met de nodige
voetbewegingen om te schakelen.
– Leer omhoog en omlaag schakelen.
Aanwijzingen
Deze oefening lijkt sterk op eerdere
oefeningen, maar deze keer moet u
hoger schakelen op de rechte stukken
en op het einde ervan tot stilstand ko-
men. Deze oefening voert u het best
uit op de rijwegen naast de parkeer-
plaatsen.
______
74
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
8a) De schakelhendel gebruiken in
stilstand
Begin met een stilstaand voertuig. Oe-
fen de linkervoetbeweging om tussen
de eerste en de tweede versnelling te
schakelen.
– Trek stilstaand in eerste versnelling
de koppelingshendel in.
– Schuif de tip van uw linkervoet on-
der de schakelhendel en hef deze
in één vlotte beweging zover mo-
gelijk omhoog om naar de tweede
versnelling te schakelen.
– Trap de schakelhendel in en duw de-
ze in één vlotte beweging zover mo-
gelijk naar beneden om naar de eer-
ste versnelling te schakelen.
– Herhaal dit tot de nodige voetbewe-
gingen vlot lukken.
8b) Hoger schakelen van eerste naar
tweede versnelling
Versnel op de rechte lijn tot ongeveer
16 km/h in eerste versnelling.
Hoger schakelen:
– Neem gas terug.
– Trek de koppelingshendel in. (Als u
de koppeling indrukt voordat u gas
terugneemt, kan de motor een te
hoog toerental bereiken. Laat de
gas dan gewoon los.)
– Schuif de tip van uw linkervoet on-
der de schakelhendel en hef deze
in één vlotte beweging zover mo-
gelijk omhoog om naar de tweede
versnelling te schakelen.
– Ontkoppel rustig.
– U hoeft geen gas te geven, maar
zodra u voelt dat u dit onder de knie
hebt, en als er voldoende ruimte is,
kunt u versnellen door meer gas te
geven in tweede versnelling.
Naar het einde van de rechte lijn toe tot
stilstand komen:
– Laat de gashendel los.
– Trek de koppelingshendel helemaal
in.
_______