BASISPROCEDURES
rmo2010-002-200_i
1. Hier drukken om harder in te stellen
2. Hier drukken om zachter in te stellen
rmo2010-001-400_aen
MODUS VOOR DE REGELING VAN DE
OPHANGING
1. Instellingen voor de ophanging
2. De gemarkeerde balk geeft de huidi-
ge instelling aan.
rmo2010-001-400_ben
1. Huidige instelling
3. De schakelaar omhoog of omlaag
drukken doet de gemarkeerde balk
stap voor stap in die richting ver-
schuiven. Door de schakelaar enke-
le seconden los te laten wordt het
ingestelde punt opgeslagen.
______________
54
OPMERKING: Op modellen met apar-
te analoge meters wordt de tempera-
tuurbalk vervangen door de balk voor
de ophanging.
Ophanging regelen (als het voertuig
stilstaat)
Ga op dezelfde manier te werk als
voor OPHANGING REGELEN (ON-
DERWEG).
De volgende voorwaarden moeten zijn
voldaan:
– Motor draait
– Remmen geactiveerd
– Parkeerrem uitgeschakeld
– Versnelling niet in neutraal.
Gebruik van de
12V-aansluiting
Het voertuig is uitgerust met een 12V-
aansluiting. Die bevindt zich in het bo-
venste bergvak.
rmo2010-001-090_a
1. Voedingsuitgang
U kunt er een elektrisch apparaat
van 12V op aansluiten. De voeding
is steeds beschikbaar.
De 12V-aansluiting is
MERK OP
niet ontworpen om meer dan 3 am-
père stroom te leveren.
OPMERKING: Zolang een apparaat is
aangesloten zonder dat de motor draait
wordt de accu geleidelijk ontladen.