TEST UW KENNIS
Antwoorden
1.
Niet waar
Om snel te stoppen, alleen het
rempedaal indrukken.
2.
Niet waar
U dient het voertuig voor iedere rit
te inspecteren.
3.
Niet waar
Als er ijs, sneeuw, smeltende
sneeuw of zoveel water op de
weg ligt dat u aquaplaning krijgt,
kan VSS u niet helpen de controle
over het voertuig te bewaren.
4.
Waar
5.
Waar
6. 1) Helm
2) Oog- en gezichtsbescherming
3) Jas met lange mouwen
4) Handschoenen
5) Lange broek
6) Vooraan gesloten schoeisel,
liefst boven de enkel.
7.
Waar
8.
c. Voorrem
Het voertuig heeft geen
voorrempedaal.
9.
Niet waar
U dient overdag uw grootlichten
te gebruiken.
10. Waar
11. Niet waar
U kunt tegelijk remmen en draaien
als dat nodig is, maar over het
algemeen is het beter om te
remmen voordat u gaat draaien.
______
104
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
12. b. 2 seconden
In normale omstandigheden,
moet u op uw voorligger een
afstand bewaren van minstens
twee seconden.
13. Waar
14. 1) Zorg dat uw lichten en
reflectoren proper zijn.
2) Gebruik zoveel mogelijk uw
grootlichten.
3) Gebruik uw richtingaanwijzers.
4) Knipper met uw stoplichten
voordat u vertraagt.
5) Gebruik waar nodig uw
noodknipperlichten.
6) Gebruik uw claxon om anderen
te laten weten dat u er bent.
Rijd zo weinig mogelijk in de
7)
dode hoek.
8) Draag lichte kleuren en
reflecterende kledij.
15. Niet waar
U dient het rempedaal ingeduwd
te houden zonder te pompen. Het
voertuig is uitgerust met ABS dat
ervoor zorgt dat de wielen niet
blokkeren.
16. Waar
17. Waar
U kunt met het voertuig een
aanhangwagen trekken zolang u
alle aanbevelingen strikt naleeft.
18. Niet waar
De passagier moet zich steeds
vasthouden aan de handgrepen.
______