Gebruik op het veld
6.3.17.1 Verdunnen van de spuitvloeistof
1.
Start het verdunnen.
Er wordt spoelwater via het hulproerwerk
aan de tank toegevoerd.
2. Houd het vulpeil in de tank in de gaten.
3.
Beëindig het verdunnen.
6.3.17.2 Onderbreken van het spuiten
(spuit blijft gevuld, spoelen van de spuitleidingen)
1.
Zuigzijde op spoelen omschakelen.
Spoelwater wordt aangezogen, de
roerwerken sluiten.
Het omschakelen van spuiten naar
spoelen kan ook via de knop van het
bedieningspaneel worden uitgevoerd.
Machines zonder DUS:
2.
Schakel het spuiten in.
De spuitleidingen en de sproeiers worden
met spoelwater gereinigd.
3.
Schakel het spuiten uit.
4. Schakel de pompaandrijving uit.
5.
Schakel de zuigzijde weer om naar
spuiten.
Tanks/roerwerken zijn niet gereinigd!
De vloeistofconcentratie in de tank is
ongewijzigd.
70
Afb. 91
Afb. 92
Amatron+ BAG0037.1 12.08