Pagina 1
Bedieningshandleiding boordcomputer $0$7521 &LWDQ &LUUXV Voor in gebruik nemen de MG1065 gebruiksaanwijzing en de DB2031-3NL 06.05 veiligheids-aanwijzingen lezen Printed in Germany en opvolgen!
Pagina 2
Voorwoord Geachte klant, de boordcomputer $0$7521 is een kwaliteitsproduct uit het omvangrijke leveringsprogramma van de AMAZONEN-WERKE, H. Dreyer GmbH & Co. KG. Om de voordelen van uw nieuw aangeschafte boordcomputer in combinatie met de $0$=21( &LUUXV / &LWDQ volledig te kunnen benutten, adviseren wij u de bedieningshandleiding zorgvuldig te lezen en de aanwijzingen nauwkeurig op te volgen.
Inhoudsopgave Gegevens over het apparaat en het gebruiksdoel.................5 Fabrikant ............................5 Conformiteitsverklaring ........................5 Gegevens bij informatie en bestellingen ..................5 Doelgericht gebruik ........................5 Identificatie .............................5 Veiligheid ..............................6 Gevaren bij het niet in acht nemen van de veiligheidsaanwijzingen..........6 Kwalificatie van de bedienende persoon ..................6 Aanduiding van aanwijzingen in de bedieningshandleiding............6 2.3.1 Algemeen gevarensymbool....................6...
Pagina 4
&LWDQ met elektrische voldosering ................... 50 Display in het werkmenu &LWDQ met elektrische voldosering ........50 6.4.1 Betekenis van de toesten in het werkmenu voor &LWDQ met elektrische 6.4.2 voldosering ........................52 6.4.3 Functies van de multifunctiehendel ................54 Multifunctiehendel..........................55 Montage............................
Om bij reparatie aan de De aangebrachte voorschriften ter voorkoming van veiligheidstechnische eisen te voldoen, ongevallen evenals algemene erkende mogen uitsluitend originele AMAZONE- veiligheidsvoorschriften, ARBO-voorschriften onderdelen worden gebruikt. Het wegenverkeersvoorschriften dienen worden gebruik van imitatiedelen kan de opgevolgd.
Veiligheid Deze handleiding bevat zeer belangrijke Aanduiding van aanwijzingen in aanwijzingen, aanbouw, bediening de bedieningshandleiding onderhoud moeten worden opgevolgd. Daarom bevelen beslist deze 2.3.1 Algemeen gevarensymbool bedieningshandleiding zorgvuldig door te lezen en de u met de inhoud vertrouwd te maken De veiligheidsaanwijzingen die in deze Alle veiligheidsaanwijzingen in deze bedieningshandleiding zijn beschreven en...
Veiligheidsaanwijzingen voor het Veiligheidsaanwijzingen bij repa- achteraf installeren van elek- ratiewerkzaamheden trische of elektronische apparaten en / of componenten Voor werkzaamheden aan de elektrische installatie evenals bij alle De machine is met elektronische componenten en laswerkzaamheden aan de trekker of onderdelen uitgerust, waarvan de functie kan aangekoppelde machine, alle stekker- worden beïnvloed door elektromagnetische straling...
Inbouwhandleiding Terminal bevestigen De basisuitrusting voor de trekker (Fig. 1/1 (console en verdeler) moeten in het zichtveld en binnen handbereik rechts van de bestuurder, trillingsvrij en met een goede massaverbinding in de cabine worden gemonteerd. De afstand tussen mobilofoon, gsm of zendantenne moet minstens 1 meter bedragen.
Stekkerverbindingen De terminal (Fig. 3/2) is een universeel apparaat en kan op alle $0$=21( -machines met $0$7521 jobcomputer worden aangesloten. De terminal (Fig. 3/2) of de console (Fig. 3/1) als volgt aansluiten: de zaaimachine met de machinestekker (Fig. 3/3) aansluiten de stroomverzorgingskabel (Fig.
Voedingskabel De vereiste accuspanning bedraagt 12 V en moet rechtstreeks van de accu. Voor het aansluiten van de $0$7521 op een tractor met meerdere accu’s, moet aan de hand de bedieningshandleiding of navraag bij de tractordealer worden vastgesteld, aan welke accu de boordcomputer mag worden aangesloten! De voedingskabel vanuit de trekkercabine naar de accu aanleggen en vastzetten.
Productbeschrijving Met de $0$7521 kunnen de $0$=21( &LUUXV &LWDQ comfortabele worden bediend en gecontroleerd. De $0$7521 bestaat uit de terminal (Fig. 7), de basisuitrusting (bevestigingsmateriaal) en de jobcomputer op de machine. Eventuele optredende storingen worden optisch en/of akoestisch weergegeven Fig.
Beschrijving van de toetsen De functies, die aan de rechterzijde van het display door een functiekader (vierkant Fig. 8/1 of diagonaal gescheiden vierkant kader Fig. 8/2) worden aangegeven, worden met de beide rijen toetsen rechts naast het display aangestuurd. Fig. 8 Wanneer de kaders diagonaal zijn gescheiden: is de linker toets bestemd voor het functiekader linksboven (Fig.
Pagina 13
Bladeren in de andere menu’s (alleen mogelijk wanneer doorblader symbool (Fig. 10/1) op het display verschijnt) Hulp menu, alleen vanuit hoofdmenu mogelijk (Fig. 10). Cursor op het display naar rechts Cursor op het display naar links Overname (ENTER) van de gekozen cijfers en letters Fig.
Shift – toets Wordt de shift-toets (Fig. 11/1) op de achterkant van het apparaat ingedrukt, dan verschijnen • in het opdrachtmenu de functietoetsen om vooruit terug te kunnen bladeren in de opdrachten. • in het werkmenu andere functiekaders en de betekenis van de functietoetsen verandert dan overeenkomstig (alleen mogelijk indien [Shift] (Fig.
Menu opbouw van de $0$7521 Hulp menu Werkmenu Menu machine afdraaien Menu opdracht Invoer: Display: Invoer zaaimachine met aandrijfkast: • naam invoeren • opdrachtnummer • gewenste afgifte • opmerking toevoegen • naam van de opdracht • Keuze • aantekening (kg/ha of K/m2) •...
Invoeren in de $0$7521 Voor bediening van de $0$7521 geeft deze bedieningshandleiding de functiekaders aan om te verduidelijken, dat met welke toets het betreffende functiekader moet worden bevestigd. Voorbeeld: functiekader Omschrijving: Aandrijfkast op een lagere stand zetten Fig. 14 Actie: De chauffeur bedient de toets (Fig.
Invoer van tekst en cijfers Moet er tekst en/of cijfers in de $0$7521 worden ingevoerd, dan verschijnt het invoermenu (Fig. 15). In het onderste gedeelte van het display verschijnt een keuzeveld (Fig. 15/1) met letters, cijfers en pijlen waarmee de invoerregel (Fig. 15/2) wordt samengesteld (tekst of getallen).
In bedrijf nemen Startdisplay Na het inschakelen van de $0$7521 indien de machinestekker is aangesloten, verschijnt het startmenu en geeft de terminal het nummer van de softwareversie. Na ongeveer 2 seconden springt de $0$7521 automatisch naar het hoofdmenu. Wordt na het inschakelen van de $0$7521 gegevens van de machinecomputer geladen, bijv.
5.2.1 Machinegegevens invoeren Bladzijde een in menu machinegegevens (Fig. 20): Invoer het gewenste ritme van de rijpadenschakeling (zie tabellen Fig. 20 tot Fig. 22). Invoer van de intervalschakeling (zie hfdst. 5.2.1.1). Invoer van de grootte van de stappen in % (waarde voor de procentuele verandering van te zaaien hoeveelheid tijdens het zaaien met Fig.
Pagina 20
ritme van rijpadensc hakeling Fig. 21 dubbele rijpadenschakeling Fig. 22 $0$7521 DB2031-3 06.05...
Pagina 21
Bladzijde twee in menu machinegegevens oproepen (Fig. 23): actuele turbinetoerental (1/min.) tijdens het zaaien als toerental invoeren, wat moet worden bewaakt. invoer turbinetoerental (1/min.), wat bewaakt moet worden. invoer actuele niveau (kg) in de zaadtank. invoer van de bij te vullen hoeveelheid (kg) Fig.
Aantal slangen voor de Aanbevolen procentuele Werkbreedte Aantal zaaikouters rijpaden reductie van de zaaihoeveelheid tijdens het aanleggen van rijpaden 3,0 m 4,0 m 4,5 m 6,0 m 8,0 m 9,0 m 12,0 m Fig. 25 5.2.1.1 Invoer van de gezaaide en ongezaaide strook (m) bij de interval rijpadenschakeling Invoer van de gezaaide strook (m) bij ingeschakelde intervalschakeling.
5.2.1.2 Wielsensor kalibreren Voor het instellen van de afgifte en de berekening De waarde Imp./100m moet worden vastgesteld: van de bewerkte oppervlakte of voor berekening van voor het in bedrijfstellen de rijsnelheid is het aantal impulsen nodig die door op wisselende grondsoorten (wielslip) het aangedreven wiel van de zaaimachine worden afgegeven op een meettraject van 100 m.
Pagina 24
Het kalibratiegetal "Imp./100m" is &LUUXV &LWDQ &LUUXV &LWDQ afhankelijk van het met aandrijfkast met voldosering type zaaimachine en de bodem. kalibratiegetal „Imp./100 m“ kalibratiegetal „Imp./100 m“ theoretische waarde 1187 veld 1 veld 2 Fig. 29 $0$7521 DB2031-3 06.05...
5.2.2 Opdracht invoeren Wanneer opdracht menu wordt geopend verschijnt eerst de laatst gestarte (laatst bewerkte) opdracht. Er kunnen maximaal 20 opdrachten (oopdrachtnr.1- 20) worden opgeslagen (Fig. 30/1). Naam invoeren Aantekening invoeren Gegevens van de gekozen opdracht wissen. Opdracht starten, zodat voortdurend gegevens bij deze opdracht worden gevoegd.
5.2.3 Afdraaiproef Met de afdraaiproef wordt gecontroleerd of tijdens het zaaien de gewenste hoeveelheid wordt gezaaid. Altijd een afdraaiproef uitvoeren bij veranderen van de soort zaad bij hetzelfde zaad, doch met afwijkende korrelgrootte, vorm van de korrel, soortelijk gewicht en afwijkende ontsmetting. bij het omschakelen van normale zaairaderen naar zaaiwielen voor fijn zaad en omgekeerd bij afwijkingen tussen de afdraaiproef en de...
Pagina 27
Het kijkglas van de doseerrollen sluiten. Het stapwiel met de afdraaislinger links of rechtsom, zoals in de bedieningshandleiding staat beschreven, zolang in rijrichting ronddraaien, tot alle cellen van de doseerwielen met zaad zijn gevuld en het zaad gelijkmatig in de opvangemmer(s) stroomt. Opvangemmers leegmaken.
5.2.3.2 Machines met elektrische voldosering afdraaien Zaadtank met voldoende zaad vullen. Opvangemmers, zoals beschreven in de bedieningshandleiding van de zaaimachine, onder de doseerunit(s) zetten en de injectiesluis(en) open zetten. gewenste afgifte controleren/invoeren. Advies: Deze waarde kan ook in het opdrachtmenu (hfdst. 5.2.2) worden ingevoerd.
5.2.4 Service Setup In het Setup menu gebeurt de invoer en uitgave van diagnosegegevens voor de servicedienst bij onderhoud of oplossen vqan storingen het veranderen van de instellingen op het display het uitkiezen en invoeren van de basisgegevens van de machines of het toevoegen of uitschakelen van extra toebehoren (uitsluitend voor de servicedienst) De instelling van het setup menu zijn...
Pagina 30
Op afstand bediende verstelling van de zaaihoeveelheid configureren: geen afstandbediende verstelling zaaihoeveelheid met Vario-aandrijfkast voldosering (= elektr. aandrijving doseerrollen). De laatst getoonde waarde wordt opgeslagen. Aantal doseerunits opgeven. Aandrijfkast kalibreren (zie hfdst. 8.1). Fig. 35 Bladzijde 2 Basisgegevens (Fig. 36): Aantal sensoren voor de markeurs een (invoer voor machines ' $' $YDQW $'3...
Pagina 31
Blad 3 Basisgegevens (Fig. 37): Invoer alarmtijd doseerrollen Invoer alarmtijd rijpadensysteem Invoer alarmtijd tussenas (alleen mogelijk bij nokkenradzaaimachines) Invoer looptijd (seconden) van de voordoseerrollen Fig. 37 Blad 4 Basisgegevens (Fig. 38): Invoer van de werkbreedte (m) Keuze vooropkomstmarkeur: geen hydr. bediend elektr.
5.2.5 Terminal Setup Om de instellingen op het display te veranderen, bladeren en Shift toets op de achterzijde van het apparaat gelijktijdig bedienen : Contrast verhogen Contrast verlagen Helderheid verhogen Helderheid verlagen Piepsignaal bij indrukken van de toetsen aan/uit Fig. 40 Omschakelen van zwart - wit Instellen van de taal Terminal op fabrieksinstelling terugstellen.
Inzetten op het veld Voor begin van het zaaien moeten de volgende gegevens zijn ingevoerd: machinegegevens invoeren (hfdst.5.1) opdracht invoeren en opdracht starten (hfdst. 5.2.2 ) kunstmest stilstaand kalibreren of kalibra- tiewaarde handmatig invoeren (hfdst. 5.2.3) Met de drukknoppen kan de strooihoeveelheid tijdens het strooien naar believen worden veranderd.
&LUUXV met aandrijfkast 6.1.1 Display in het werkmenu &LUUXV met aandrijfkast rijsnelheid (km/u). Interval- vermoedelijke actuele stand op rijpadenschakeling afstand (m) tot het rijpadenteller, geactiveerd navullen van de bijv.: 5 zaadtank sectie ingeschakeld turbinetoerental weergave 1: (1/min.) STOP-toets is bediend, het bewerkte doorschakelen oppervlakte (ha)
6.1.2 Werkvolgorde tijdens het zaaien Met zaaien beginnen. $0$7521 inschakelen Na ca.. 30 m stoppen en het volgende Gewenste opdracht in het hoofdmenu opzoeken controleren: en de instellingen controleren - werkintensiteit van de schijveneg - zaaidiepte van het gezaaide zaad Opdracht starten - werking van de exacteg.
6.1.3 Betekenis van de toetsen in het werkmenu Cirrus met aandrijfkast Bladzijde 1 van het werkmenu (Fig. 42): handmatige keuze van de markeur (alleen bedienen als de machine is opgeheven) (links) (rechts) (beide) (blokkeren). afwisselend Fig. 42 Het verder schakelen van de markeurs in wisselstand (alleen bedienen als de machine opgeheven is!) In de wisselstand kunnen de markeurs...
Pagina 37
Rijpadenteller terugzetten Rijpadenteller verder schakelen Rijpadenteller uit- of inschakelen (Stop-toets) de bediening van het stapwiel blokkeren. Bij het zakken van de machine blijft het stapwiel in de bovenste stand. Bladzijde 2 van het werkmenu (Fig. 43): Voorprogrammering sporenwisser bedienen (optie) Voorprogrammering eggenveld veranderen Voorprogrammering druk op exacteg verhogen/verlagen...
&LUUXV met elektr. voldosering 6.2.1 Display in werkmenu &LUUXV met elektr. voldosering rijselheid(km/u). Interval- vermoedelijke actuele stand rijpadenschakeling afstand (m) tot het rijpadenteller, ingeschakeld navullen van de bijv .: 5 zaadtank turbinetoerental weergave 1: (1/min.) STOP-toets is geactiveerd, bewerkte het verder oppervlakte (ha) schakelen van het rijpad is...
Pagina 40
Met zaaien beginnen. $0$7521 inschakelen. Zodra het stapwiel in werkstand staat, begint het automatisch voordoseren op de halve Gewenste opdracht in hoofdmenu oproepen en werksnelheid, zoals deze is de instellingen controleren ingevoerd,aangegeven in hfdst. 5.2.3.2 Met opdracht starten kan het voordoseren voortijdig worden afgebroken.
6.2.2 Betekenis van de toetsen in het werkmenu Cirrus met elektr. voldosering Bladzijde 1 van het werkmenu (Fig. 47): handmatige instelling van de markeurs (alleen bedienen als de machine is opgeheven) (links) (rechts) (beide) (blokkeren). afwisselend Fig. 47 Verder schakelen van de markeurs in wisselstand (alleen bedienen als de machine is opgeheven!) In de wisselstand kunnen de markeurs...
Pagina 42
rijpadenteller terug zetten rijpadenteller vooruit zetten rijpadenteller uit- en inschakelen (Stop- toets) de bediening van de het stapwiel blokkeren. Bij het laten zakken van de machine blijft het stapwiel omhoog staan.. $0$7521 DB2031-3 06.05...
Pagina 43
Bladzijde 2 van het werkmenu (Fig. 48): sectie links in- en uitschakelen (optie) sectie rechts in- en uitschakelen (optie) voorprogrammering markeur bedienen (optie) voorprogrammering eggenveld verstellen voordosering starten (zie ook hfdst. 5.2.4, invoeren van de looptijd) Fig. 48 voorprogrammering druk op de exacteg verhogen/verlagen Interval rijpadenschakeling aan- of uitzetten Voorprogrammering Low-Lift-functie:...
&LWDQ aandrijfkast 6.3.1 Display werkmenu &LWDQ met aandrijfkast rijsnelheid (km/u). Interval- vermoedelijke actuele stand rijpadenschakeling afstand (m) tot de rijpadenteller, bijv.: geactiveerd zaadtank moet worden bijgevuld turbinetoerentall weergave 1: (1/min.) STOP-toets is ingedrukt, het bewerkte oppervlakte verder schakelen (ha) van het rijpad is gewenste afgifte onderbroken (kg/ha)
6.3.2 Bedieningsvolgorde tijdens het zaaien met zaaien beginnen $0$7521 inschakelen na 30 m zaaien stoppen en werking controleren: Gewenste opdracht in hoofdmenu oproepen en Tijdens het zaaien springt de de instellingen controleren het werkmenu. Vanuit hier kunnen alle benodigde functies voor het zaaien worden bediend. opdracht starten De verkregen gegevens worden in de geactiveerde opdracht opgeslagen.
6.3.3 Betekenis van de toetsen in werkmenu bij &LWDQ Bladzijde 1 van het werkmenu (Fig. 52): handmatige keuze van de markeur (alleen bedienen als de machine is opgeheven) (links) (rechts) (beide) (blokkeren). afwisselend Fig. 52 Verder schakelen van de markeurs in wisselstand (alleen bedienen als de machine is opgeheven!) In de wisselstand kunnen de markeurs...
Pagina 48
Bladzijde 2 van het werkmenu ( Fig. 53 ): Intervall-rijpadenschakeling aan- of uitzetten Fig. 53 Shift-toets ingedrukt (mogelijk voor bladzijde 1 en 2, Fig. 54 ): armen van de machine in- en uitklappen. Fig. 54 $0$7521 DB2031-3 06.05...
&LWDQ met elektrische voldosering 6.4.1 Display in het werkmenu &LWDQ met elektrische voldosering rijselheid(km/u). Interval- actuele stand vermoedelijke rijpadenschakeling rijpadenteller, bijv afstand (m) tot het ingeschakeld .: 5 navullen van de zaadtank turbinetoerental weergave 1: (1/min.) STOP-toets is geactiveerd, het bewerkte oppervlakte verder schakelen (ha)
Pagina 51
Met zaaien beginnen. $0$7521 inschakelen. Zodra het stapwiel in werkstand staat, begint het automatisch voordoseren op de halve Gewenste opdracht in hoofdmenu oproepen en werksnelheid, zoals deze is de instellingen controleren ingevoerd,aangegeven in hfdst. 5.2.3.2 opdracht starten kan het voordoseren voortijdig worden afgebroken.
6.4.2 Betekenis van de toesten in het werkmenu voor &LWDQ met elektrische voldosering Bladzijde 1 van het werkmenu (Fig. 57): handmatige instelling van de markeurs (alleen bedienen als de machine is opgeheven) (links) (rechts) (beide) (blokkeren). afwisselend Fig. 57 Verder schakelen van de markeurs in wisselstand (alleen bedienen als de machine is opgeheven!) In de wisselstand kunnen de markeurs...
Pagina 53
Bladzijde 2 van het werkmenu (Fig. 58) sectie links in- en uitschakelen (optie) sectie rechts in- en uitschakelen (optie) voordosering starten (zie ook hfdst.5.2.4, invoeren van de looptijd) interval rijpadenschakeling in- en uitschakelen Fig. 58 Shift-toets ingedrukt (mogelijk voor bladzijde 1 en 2, Fig. 59): armen in- en uitklappen.
Multifunctiehendel Montage De multifunctiehendel (Fig. 61/1) wordt met 4 bouten op onder handbereik in de cabine van de tractor bevestigd. Voor het aansluiten de stekker van de basisuitrusting polige sub-D-aansluiting multifunctiehendel (Fig. 61/2) bevestigen. De stekker (Fig. 61/3) van de multifunctiehendel in de Ã...
Onderhoud Aandrijfkast instellen (niet nodig bij machines met voldosering) De machines die met een aandrijfkast zijn uitgerust moeten worden gekalibreerd: - voor de eerste keer in bedrijfstellen, indien de $0$7521 niet af fabriek met de zaaimachine is geleverd en nadien pas werd geïnstalleerd bij afwijkingen tussen de weergave op het display van de terminal en de schaalverdeling op de aandrijfkast.
Hulpmenu Het hulpmenu wordt in het hoofdmenu opgestart: hulpmenu: Hulp bij de bediening Hulp bij foutmeldingen Hulp bij het aanleggen van rijpaden. Fig. 66 $0$7521 DB2031-3 06.05...
Storingen 10.1 Alarm Geen gevaarlijk alarm: Een foutmelding (Fig. 67) verschijnt in het onderste gedeelte van het display en er klinkt drie keer een pieptoon. Indien mogelijk fout herstellen. Voorbeeld: Niveau van het zaad in de tank is te laag. Oplossing: Zaaigoed bijvullen.
10.2 Uitval van de sensor voor de afgelegde weg (Imp/100m) Bij uitvallen van de wielsensor (Imp./100m), die aan de aandrijfkast of bij voldosering aan het stapwiel is bevestigd, kan na het invoeren van een gesimuleerde rijsnelheid, verder worden gezaaid. Het uitvallen van de sensor voor de afgelegde weg wordt op het display aangegeven met “zaaimachine opgeheven”...