Gebruik op het veld
6.3.4
Distance Control
Bij de handmatige bediening verschijnt het
symbool
(Afb. 80/2). Distance
Control is uitgeschakeld. De afstand
spuitdop - gewas wordt handmatig geregeld
via de hellingshoek- en hoogteverstelling.
bedienen: de afstand spuitdop -
gewas wordt in het werkmenu aangegeven
(Afb. 80/3).
58
Automatische bediening / handmatige bediening
Bij ingeschakelde automatische bediening verschijnt het
symbool Auto (Afb. 80/1) op het display. De machinecomputer
neemt de regeling van de afstand spuitdop - gewas over.
Leg eerst de gewenste afstand spuitdop - gewas vast:
1. Stel de gewenste afstand van de spuitdop in het gewas in.
2.
Bevestig de instelling.
De gewenste afstand spuitdop – gewas is opgeslagen.
3. Leg de spuitboomhoogte voor het keren vast door het kiezen
van de gewenste spuitboomhoogte voor het keren.
4.
Instelling bevestigen.
De spuitboomhoogte voor het keren is opgeslagen (wordt
gekozen zodra het spuiten is uitgeschakeld).
Afb. 80
Spuitbomen horizontaal richten
De spuitbomen moeten voor het inklappen horizontaal worden
gericht.
VOORZICHTIG
Beschadiging van de spuitbomen door horizontaal richten bij
schuin staande machine.
Distance Control kalibreren, zie op pagina 24
Amatron+ BAG0037.1 12.08