Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Amazone AmaLog Plus Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails Zie ook voor AmaLog Plus:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
az
Bedieningsterminal
AmaLog+
Lees en schenk aandacht aan deze
bedieningshandleiding voor u de
MG3838
machine in bedrijf stelt!
BAH0017.7
05.2020
Bewaren voor verder gebruik!
nl

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Amazone AmaLog Plus

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing Bedieningsterminal AmaLog+ Lees en schenk aandacht aan deze bedieningshandleiding voor u de MG3838 machine in bedrijf stelt! BAH0017.7 05.2020 Bewaren voor verder gebruik!
  • Pagina 3: Identificatiegegevens

    Tel.: + 49 (0) 5405 50 1-0 E-mail: amazone@amazone.de Onderdelenbestelling Onderdelenlijsten zijn te vinden in het onderdeelportaal onder www.amazone.de. Wij verzoeken u uw orders bij uw AMAZONE-dealers te plaatsen. Gegevens over de bedieningshandleiding Documentnummer: MG3838 Productiedatum: 05.2020  Copyright AMAZONEN-WERKE H. DREYER SE & Co. KG, 2020 Alle rechten voorbehouden.
  • Pagina 4 Voorwoord Geachte klant, U heeft gekozen voor een van onze kwaliteitsproducten uit het uitgebreide programma van AMAZONEN-WERKE, H. DREYER SE & Co. KG. Wij bedanken u voor het in ons gestelde vertrouwen. Lees deze bedieningshandleiding, en vooral de veiligheidsinstructies, voor het inbedrijfstellen door en volg alle aanwijzingen zorgvuldig op. AMALOG+ BAH0017.7 05.2020...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Gebruikersadvies ..................7     Doel van het document ......................7     Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding ..............7     Gebruikte beschrijvingen ......................7     Algemene veiligheidsaanwijzingen ............8     Verplichtingen en aansprakelijkheid ..................8     Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen ..................
  • Pagina 6 Weergave storing A4 ......................34     Weergave storing A5 ......................35     Weergave storing A6 (alleen DMC Primera, Condor en Citan 01) ........36     Tabellen ...................... 37     Tabel machinegegevens ....................... 37     Tabel instelbare rijpadenritmes ..................... 39  ...
  • Pagina 7: Gebruikersadvies

    Gebruikersadvies Gebruikersadvies Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze gebruiksaanwijzing  beschrijft de bediening van de bedieningsterminal;  geeft belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te kunnen werken;...
  • Pagina 8: Algemene Veiligheidsaanwijzingen

    Algemene veiligheidsaanwijzingen Algemene veiligheidsaanwijzingen Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies voor een veilig gebruik van de bedieningsterminal. Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en de veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde voor een veilig en storingvrij gebruik van de bedieningsterminal. Garantie en aansprakelijkheid In principe zijn onze "Algemene verkoop- en levervoorwaarden"...
  • Pagina 9: Veiligheidsbewust Werken

    Algemene veiligheidsaanwijzingen Veiligheidsbewust werken Naast de veiligheidsinstructies in deze bedieningshandleiding dient u zich ook te houden aan de nationale, algemeen geldende wet- en regelgeving in verband met veiligheid op het werk en het voorkomen van ongevallen. Omgang met het product Stel de bedieningsterminal niet bloot aan mechanische trillingen of schokken.
  • Pagina 10: Beschrijving Van Veiligheidssymbolen

    Algemene veiligheidsaanwijzingen Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) geeft de ernst van het dreigende gevaar aan en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden.
  • Pagina 11: Productbeschrijving

    Productbeschrijving Productbeschrijving Afb. 1 Standaarduitrusting Afb. 1/... Speciale uitvoering Afb. 1/... (1) Bedieningsterminal met (4) Console met batterij-aansluitkabel bevestigingsconsole naar keuze met één of met twee contactdozen (2) Contactdoosaansluiting 12 V (3) Kabelboom met 20-polige stekker AMALOG+ BAH0017.7 05.2020...
  • Pagina 12: Correct Gebruik

    Productbeschrijving Correct gebruik De bedieningsterminal is uitsluitend bestemd voor het normale gebruik als indicatie- en bewakingsapparaat in de landbouw. Tot het gebruik volgens de voorschriften behoort ook het opvolgen van alle aanwijzingen in deze bedieningshandleiding. Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften.
  • Pagina 13: Opbouw En Werking

    Opbouw en werking Opbouw en werking Het volgende hoofdstuk bevat informatie over de opbouw van de bedieningsterminal en de functies van de afzonderlijke componenten. De bedieningsterminal beschikt over een display met 6 tekens (Afb. 3/1). De bedieningsterminal is uitgerust met een EEPROM (geheugenchip) voor het opslaan van gegevens.
  • Pagina 14: Gebruik Met Zaaimachines

    Opbouw en werking Gebruik met zaaimachines De Amalog+  bepaalt de bewerkte deeloppervlakte [ha]  slaat de bewerkte totale oppervlakte [ha] op  geeft de rijsnelheid [km/h] weer  stuurt de rijpadenschakeling en het rijpadmarkeerapparaat  geeft de stand van de hydraulische markeurs aan ...
  • Pagina 15: Gebruik Met Pneumatische Zaaimachines

    Opbouw en werking 4.3.2 Gebruik met pneumatische zaaimachines AmaLog+ bewaakt de rijpadenschakeling in de verdelerkop (Afb. 5/1). Akoestische waarschuwing bij foute stand van de schuiven. Afb. 5 AmaLog+ controleert het ventilatortoerental. Wijkt het werkelijke toerental meer dan 10 % van het gewenste toerental af, dan weerklinkt een akoestisch signaal en op het display knippert het controleteken (Afb.
  • Pagina 16: Arbeidsweergave

    Opbouw en werking Arbeidsweergave De arbeidsweergave (Afb. 7) verschijnt bij de eerste impuls van de trajectsensor. Het knipperende cirkelsymbool (Afb. 7/1) tijdens het werk geeft aan dat  de bedieningsterminal impulsen ontvangt van de trajectsensor  de bedieningsterminal correct werkt. De weergave tijdens het zaaien is afhankelijk van de werksituatie [zie tabel (Afb.
  • Pagina 17 Opbouw en werking Afb. Weergave en/of controleteken Sensor 8/… Rijsnelheid [km/h] Impulsen van de trajectsensor Stand rijpadenteller Gegevens bedieningsterminal Controleteken Markeur links in werkstand Impuls, bv. van de markeursensor Controleteken Markeur rechts in werkstand Automatisch verschijnende indicatie bij storingen: Controleteken Voorraadreservoir bijvullen Impulsen van de vulpeilsensor Afwijking ventilatortoerental...
  • Pagina 18: Toetsindeling

    Opbouw en werking Toetsindeling Toets Toetsindeling Toets Toetsindeling In-/uitschakelen Correctietoets Bevestiging gegevensinvoer Verlagen Verhogen van de weergegeven waarde van de weergegeven waarde Invoer/weergave van het Invoer/weergave bodemafhankelijke aantal impulsen werkbreedte [m] van een 100 m lang meettraject Invoer/weergave gewenst Invoer rijpadenverdeling ventilatortoerental [1/min.] [Gele toets] Rijpadenteller...
  • Pagina 19: Aanleggen Van Rijpaden

    Opbouw en werking Aanleggen van rijpaden Met de rijpadenschakeling kunnen - zoals beschreven in de handleiding van de zaaimachine - de rijpaden in het veld op vooraf ingestelde afstanden worden aangelegd. Bij het aanleggen van de rijpaden  toont de rijpadenteller het cijfer "0" op de bedieningsterminal ...
  • Pagina 20 Opbouw en werking Afbeelding (Afb. 10) toont enkele voorbeelden van het aanleggen van rijpaden: werkbreedte van de zaaimachine rijpadenafstand (= werkbreedte kunstmeststrooier/veldspuit) rijpadenverdeling (invoer in bedieningsterminal) rijpadenteller (tijdens het werk worden de slagen doorgenummerd en in de bedieningsterminal weergegeven). AMALOG+ BAH0017.7 05.2020...
  • Pagina 21 Opbouw en werking Afb. 10 AMALOG+ BAH0017.7 05.2020...
  • Pagina 22: Ingebruikname

    Ingebruikname Ingebruikname De bedieningsterminal monteren 1. De console (Afb. 11/1) trillingsvrij en elektrisch geleidend rechts van de bestuurder in de tractorcabine in zicht- en greepbereik van de terminal (Afb. 11/2) aanschroeven. De afstand tot de radio resp. de radioantenne moet ten minste 1 m bedragen.
  • Pagina 23: De Bedieningsterminal In-/Uitschakelen

    Ingebruikname 2. De stroomkabel (Afb. 13/1) in de console en in de 12 V tractorcontactdoos steken. 3. De console en de bedieningsterminal met de stroomkabel (Afb. 13/2) verbinden. 4. De zaaimachine resp. de grondbewerkingsmachine aan de tractor koppelen (zie gebruiksaanwijzing zaaimachines resp.
  • Pagina 24: Instellingen

    Instellingen Instellingen Machinegegevens invoeren De machinegegevens moeten op de bedieningsterminal in gecodeerde vorm worden ingevoerd (zie Afb. 14). De machinegegevens zijn te vinden in de tabel (zie hoofdstuk „Tabel machinegegevens“, op pagina 37). Cijfer 1 (1) toont de modus Cijfer 2 (2) toont de codering Afb.
  • Pagina 25: Werkbreedte Weergeven / Wijzigen

    Instellingen Werkbreedte weergeven / wijzigen 1. Toets indrukken.  Weergave: opgeslagen werkbreedte [m], bv. 3,0 m (Afb. 15). 2. Wijzigen van de werkbreedte [m] met de toetsen Afb. 15 3. Toets indrukken.  De gekozen waarde opslaan. Gewenst ventilatortoerental weergeven / wijzigen (bij stilstand) Deze instelling is alleen bij pneumatische zaaimachines mogelijk.
  • Pagina 26: Gewenst Ventilatortoerental Weergeven / Wijzigen (Tijdens Het Werk)

    Instellingen Gewenst ventilatortoerental weergeven / wijzigen (tijdens het werk) Deze instelling is alleen bij pneumatische zaaimachines mogelijk. 1. Toets (blauw) indrukken.  Indicatie (Afb. 17) actueel ventilatortoerental (bv. 3600 [1/min.]). Afb. 17 2. Druk gelijktijdig op toets en toets (geel) 3.
  • Pagina 27: Kalibratiewaarde (Impulsen Per 100 M)

    Instellingen Kalibratiewaarde (impulsen per 100 m) De bedieningsterminal vereist de kalibratiewaarde „Impulsen per 100 m" voor  het bepalen van de rijsnelheid [km/h]  het bepalen van de bewerkte oppervlakte [ha]. Bereken de kalibratiewaarde "Impulsen per 100 m" aan de hand van een kalibratierit (zie hoofdst. „Kalibratiewaarde (impulsen per 100 m) bepalen / opslaan“, hieronder) als de kalibratiewaarde onbekend is.
  • Pagina 28: De Opgeslagen Kalibratiewaarde (Imp, Per 100 M) Weergeven / Wijzigen

    Instellingen 6. Na exact 100 m stoppen.  Het display (Afb. 20) geeft de kalibreerwaarde (bv. 1005 imp./100 m) weer. 7. De bepaalde kalibratiewaarde kunt u invoeren in tabel, op pagina 43. 8. Toets indrukken.  De kalibreerwaarde (imp./100 m) opslaan. Afb.
  • Pagina 29: Aantal Krukomwentelingen Voor De Afdraaiproef Berekenen

    Instellingen 6.5.3 Aantal krukomwentelingen voor de afdraaiproef berekenen Als de kalibratiewaarde van de tabelwaarden afwijkt (zie hoofdstuk 9.3, pagina 40)  breken het aantal krukomwentelingen voor de afdraaiproef opnieuw (zie onder)  voer het aantal krukomwentelingen in de tabel op pagina 43 in ...
  • Pagina 30: Aanvang Van De Werkzaamheden

    Aanvang van de werkzaamheden Aanvang van de werkzaamheden 1. Breng de machine in startpositie (stilstand). Aanwijzing tijdens stilstand: Cijfer 1 (Afb. 22/1) geeft de rijsnelheid (0 km/h) aan. Cijfer 2 (Afb. 22/2) geeft de rijpadenteller 4 aan Afb. 22 2. Laat de juiste markeur neer (zie gebruiksaanwijzing zaaimachine). De rijpadenschakeling kan aan de markeurschakeling zijn gekoppeld.
  • Pagina 31: Rijpadenteller

    Aanvang van de werkzaamheden Rijpadenteller 7.1.1 Rijpadenteller instellen Toets meermaals indrukken tot de juiste rijpadenteller verschijnt, [bijv. rijpadenteller 2, zie op pagina 21, Afb. 10 onder de tekst "START"]. 7.1.2 Rijpadenteller blokkeren Druk op toets  Het doorschakelen van de rijpadenteller is geblokkeerd.
  • Pagina 32: Bewerkt Oppervlak

    Aanvang van de werkzaamheden Bewerkt oppervlak 7.2.1 Deeloppervlakte weergeven Druk op toets  Weergave (Afb. 24): bewerkte deeloppervlakte (bv. 10,5 ha). Afb. 24 7.2.2 Deeloppervlakgeheugen wissen 1. Toets indrukken en ingedrukt houden. 2. Toets indrukken.  Het deeloppervlakgeheugen staat op 0 [ha]. 3.
  • Pagina 33: Weergave Tijdens Het Werk

    Aanvang van de werkzaamheden Weergave tijdens het werk Tijdens het werk toont de Amalog+  de rijsnelheid (Afb. 26/1), bv. 6,9 km/h, weer  de schakelstand van de rijpadenteller (Afb. 26/2), bv. schakelstand 3  de markeur links (Afb. 26/3) bevindt zich in werkstand ...
  • Pagina 34: Storingen

    Storingen Storingen Weergave storing A3 Foutmeldingen rijpad Het optreden van een rijpadfout resulteert in  de weergave (Afb. 28);  een akoestisch signaal. Afb. 28 Weergave storing A4 Alarmmelding bij stilstand van de cardanas van de actieve grondbewerkingsmachine (bv. de rotorcultivator) De bedieningsterminal waarschuwt zodra de overbelastingskoppeling van de cardanas van de actieve grondbewerkingsmachine in werking...
  • Pagina 35: Weergave Storing A5

    Storingen Weergave storing A5 Alarmmelding  bij zaadtekort  bij machines met niveausensor  bij storingen in de zaaigoed-zaaias  alleen bij DMC Primera, Condor en Citan 01  alleen bij machines met gecombineerde bewaking van het zaaigoedniveau en de zaaias Afb.
  • Pagina 36: Weergave Storing A6 (Alleen Dmc Primera, Condor En Citan 01)

    Storingen Weergave storing A6 (alleen DMC Primera, Condor en Citan 01) Alarmmelding  bij mesttekort  bij storingen in de mest-zaaias Bij alarmmelding  verschijnt de indicatie (Afb. 32)  klinkt een akoestisch signaal (drie signaaltonen) Afb. 32 Bij mesttekort springt de weergave om. Het controleteken (Afb.
  • Pagina 37: Tabellen

    Tabellen Tabellen Tabel machinegegevens Modus 1 Code Functies van de bedieningsterminal activeren alle functies van de bedieningsterminal activeren alleen de hectareteller van de bedieningsterminal activeren Modus 2 Code Aantal markeursensoren Machine met 2 markeursensoren, bv. fronttank-zaaicombinatie met 2 markeursensoren (Afb. 34/1). Afb.
  • Pagina 38 Tabellen Modus 3 Code Machinetype D9 Super/Special D9 6000 TC Nokkenwiel zaaimachines Cataya Special D9 Super/Special Nokkenradzaaimachines D9 6000 TC met zaaiasbewaking Cataya Special AD-P Pneumatische zaaimachines Citan 6000 Pneumatische zaaimachines Citan 01 met 2 afzonderlijke tanks en met Condor zaaiasbewaking DMC Primera Pneumatische zaaimachines...
  • Pagina 39: Tabel Instelbare Rijpadenritmes

    Tabellen Tabel instelbare rijpadenritmes Rijpadenritmes Afb. 37 Rijpadenritmes * Er worden geen rijpaden aangelegd Afb. 38 AMALOG+ BAH0017.7 05.2020...
  • Pagina 40: Tabellen Kalibratiewaarden / Krukomwentelingen (Richtwaarden)

    Tabellen Tabellen kalibratiewaarden / krukomwentelingen (richtwaarden) De tabelwaarden in dit hoofdstuk zijn richtwaarden. Wijkt de werkelijke kalibratiewaarde (imp./100 m) af van de tabelwaarde, dan verandert ook het aantal krukomwentelingen voor de afdraaiproef. Uw bepaalde kalibratiewaarden kunnen in de tabel (Afb. 39) worden ingevoerd.
  • Pagina 41 Tabellen Pneumatische zaaitechniek Werkbreedte 2,5 m 3,0 m 3,5 m 4,0 m Opbouwzaaimachines Kalibratiewaarde (pneumatisch) (Imp./100 m) Krukomwentelingen op 1/40 ha AD-P 03 Special  1409 38,5 33,0 29,0 staartwielaandrijving AD-P 03 Super 1575  29,5  22,0 staartwielaandrijving Zaaimachine voor Citan Citan Citan...
  • Pagina 42 Tabellen Voorgaande zaaimachines Werkbreedte 2,5 m 3,0 m 4,0 m Opbouwzaaimachines Kalibratiewaarde (mechanisch) (Imp./100 m) Krukomwentelingen op 1/40 ha AD 03 27,0 22,5 17,0 RP-AD 03 59,0 49,0 37,0 Werkbreedte 2,5 m 3,0 m 4,0 m Opbouwzaaimachines Kalibratiewaarde (pneumatisch) (Imp./100 m) Krukomwentelingen op 1/40 ha AD-P 02 1053...
  • Pagina 43: Tabel Kalibratiewaarden / Krukomwentelingen Voor De Afdraaiproef

    Tabellen Tabel kalibratiewaarden / krukomwentelingen voor de afdraaiproef Kalibratiewaarde Veld Krukomwentelingen Imp/100 m Afb. 39 AMALOG+ BAH0017.7 05.2020...
  • Pagina 46 H. DREYER SE & Co. KG Postfach 51 Tel.: + 49 (0) 5405 501-0 D-49202 Hasbergen-Gaste E-mail: amazone@amazone.de Germany http:// www.amazone.de...

Inhoudsopgave