5.5.1.3
Aantal spuitdoppen per sectie invoeren (setup
Afb. 66
1. Kies de gewenste sectie.
2.
Selecteer de invoer.
Het display gaat naar de invoer "Aantal
spuitdoppen voor sectie 1 invoeren".
3. Voer het aantal spuitdoppen voor sectie 1
voor uw spuitleiding in.
4. Herhaal stap 1 t/m 3, totdat het aantal
spuitdoppen voor alle secties is ingevoerd.
5.
Bevestig de invoer.
5.5.1.4
Distance Control configureren (setup
1.
Distance Control in-/uitschakelen.
2.
Bochtenfactor van Distance Control
ingevoerd.
0 weinig regeling in bochten
10 veel regeling in bochten
3 standaardwaarde
3.
DC-modus invoeren.
De Distance Control werkt met
hellingshoekverstelling of spuitboom naar
boven klappen.
Amatron+ BAG0037.1 12.08
De nummering van de secties voor de spuitleiding vindt in rijrichting
gezien plaats van links buiten naar rechts buiten; zie Afb. 66.
Afb. 67
Afb. 68
)
)
Ingebruikname
47