Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Amazone AMATRON plus Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor AMATRON plus:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
MG2987
BAG0037.1 12.08
Printed in Germany
AMAZONE
Boordcomputer
AMATRON
voor veldspuiten
+
Lees deze
bedieningshandleiding voor
gebruik door en volg de
aanwijzingen zorgvuldig op!
Bewaar de
bedieningshandleiding voor
toekomstig gebruik!

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Amazone AMATRON plus

  • Pagina 1 Bedieningshandleiding AMAZONE Boordcomputer AMATRON voor veldspuiten Lees deze MG2987 bedieningshandleiding voor BAG0037.1 12.08 gebruik door en volg de Printed in Germany aanwijzingen zorgvuldig op! Bewaar de bedieningshandleiding voor toekomstig gebruik!
  • Pagina 2 Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
  • Pagina 3 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 501-290 Fax.: + 49 (0) 5405 501-106 E-mail: et@amazone.de Online-onderdelencatalogus: www.amazone.de Vermeld bij uw bestelling van onderdelen s.v.p. altijd het identificatienummer van de machine (tien cijfers). Over deze bedieningshandleiding Documentnummer: MG2987 Productiedatum: 12.08 ...
  • Pagina 4 U kunt uw suggesties per fax aan ons doorgeven. AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postfach 51 D-49202 Hasbergen Tel.: + 49 (0) 5405 50 1-0 Fax.: + 49 (0) 5405 501-234 E-mail: amazone@amazone.de Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoud Tips voor de gebruiker ................7 Doel van het document ......................7 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding..............7 Gebruikte beschrijvingen ......................7 Algemene veiligheidsinstructies ..............8 Beschrijving van veiligheidssymbolen..................8 Montage-instructies ..................9 Aansluiting..........................9 Voedingskabel........................10 Beschrijving van het product..............11 Beschrijving van toetsen en functievelden................12 4.1.1 Shift – toets ..........................13 Invoer in AMATRON .......................14 Invoer van letters en cijfers ....................14...
  • Pagina 6 Inhoud 5.5.1.3 Aantal spuitdoppen per sectie invoeren (setup )............47 5.5.1.4 Distance Control configureren (setup ) ..............47 5.5.1.5 Kantspuitdoppen configureren ....................48 5.5.1.6 Hydropneumatische vering configureren (setup ) ............. 48 Instellen van de terminal ....................... 49 Gebruik op het veld ................... 51 Werkwijze bij het gebruik.......................
  • Pagina 7: Tips Voor De Gebruiker

    Tips voor de gebruiker Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. Doel van het document Deze bedieningshandleiding  beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine.  voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken.
  • Pagina 8: Algemene Veiligheidsinstructies

    Algemene veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken. De bedieningshandleiding  altijd daar bewaren waar de machine wordt gebruikt!  dient te allen tijde voor chauffeurs en onderhoudsmedewerkers beschikbaar te zijn! Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig...
  • Pagina 9: Montage-Instructies

    Montage-instructies Montage-instructies Aansluiting  De basisuitvoering van de tractor (Afb. 1/1, console met verdeler) moet in het zicht en binnen handbereik rechts naast de bestuurder trillingsvrij en elektrisch geleidend aan de cabine worden gemonteerd.  Op de montagepunten de lak verwijderen om elektrostatische oplading te voorkomen.
  • Pagina 10: Voedingskabel

    Montage-instructies Voedingskabel De benodigde bedrijfsspanning bedraagt 12 V en moet direct van de accu worden betrokken. Alvorens de AMATRON op een tractor met meerdere accu's aan te sluiten, moet in de bedieningshandleiding van de tractor worden opgezocht of bij de fabrikant van de tractor worden opgevraagd op welke accu de computer moet worden aangesloten!
  • Pagina 11: Beschrijving Van Het Product

    UF, UX, UG en SX met de AMATRON behandeld. De bediening van de veldspuit met de AMATRON verschilt per spuitboomklapsysteem en uitrusting van de machine. AMAZONE-veldspuiten kunnen met de volgende spuitboomklapsystemen worden uitgerust:  Profi I / II  Voorkeuzeklapsysteem ...
  • Pagina 12: Beschrijving Van Toetsen En Functievelden

    Beschrijving van het product Beschrijving van toetsen en functievelden De functies die aan de rechter displayrand door een functieveld (vierkant veld of diagonaal gescheiden vierkant veld) worden aangegeven, worden aangestuurd met de toetsenrijen rechts naast het display.  Verschijnen op het display alleen maar vierkante velden, dan is alleen de rechter toets (Afb.
  • Pagina 13: Shift-Toets

    Beschrijving van het product 4.1.1 Shift – toets  Aan de achterzijde van het apparaat zit de Shift-toets (Afb. 8/1).  Is de Shift-toets ingedrukt, dan wordt dit op het display aangegeven (Afb. 9/1).  Bij het indrukken van de Shift-toets verschijnen meer functievelden (Afb.
  • Pagina 14: Invoer In Amatron

    Beschrijving van het product Invoer in AMATRON Voor de bediening van de AMATRON verschijnen in deze bedieningshandleiding de functievelden, om aan te geven welke bijbehorende toets moet worden ingedrukt. Voorbeeld:  Functieveld Beschrijving in de bedieningshandleiding: Functie A uitvoeren. Actie: Afb.
  • Pagina 15: Kiezen Van Opties

    Beschrijving van het product 4.3.1 Kiezen van opties Keuzepijl (Afb. 13/1) positioneren. Selecteren van de keuze (Afb. 13/2). Bevestigen van de keuze. Afb. 13 4.3.2 Toggle-functie In-/uitschakelen van functies:  Functietoets (Afb. 14/2) eenmaal indrukken.  Functie aan (Afb. 14/1). ...
  • Pagina 16: Hiërarchie Van De Amatron

    Beschrijving van het product Hiërarchie van de AMATRON Hoofdmenu Werkmenu Menu "Setup"  Diagnose invoer Menu "Opdracht" Menu "Machinegegevens"  Diagnose uitvoer   Naam Hellingshoekverstelling /  Snelheidssimulator Distance Control kalibreren  Notitie  Terminal-setup  Impulsen per liter ...
  • Pagina 17: Ingebruikname

    Ingebruikname Ingebruikname Beginscherm Na het inschakelen van de AMATRON aangesloten machinecomputer verschijnt het startmenu en toont de terminal de softwareversie. Na ca. 2 s geeft de AMATRON automatisch het hoofdmenu weer. Worden na het inschakelen van de AMATRON gegevens van de machinecomputer geladen, bv.
  • Pagina 18: Menu Opdracht

    Ingebruikname Menu Opdracht In het hoofdmenu "Opdracht" kiezen! In het menu Opdracht:  kunt u afzonderlijke opdrachten instellen en starten resp. voortzetten;  kunt u de opgeslagen opdrachtgegevens oproepen. Er kunnen maximaal 20 opdrachten worden opgeslagen (opdrachtnr. 1 t/m 20). Bij het starten resp.
  • Pagina 19: Externe Opdracht

    Ingebruikname Ingedrukte Shift-toets (Afb. 18):  Opdracht vooruitbladeren.  Opdracht terugbladeren. Afb. 18 5.3.2 Externe opdracht Via een PDA-computer kan een externe opdracht naar de AMATRON worden overgebracht en gestart. Deze opdracht krijgt altijd nummer 21. De gegevensoverdracht vindt plaats via de seriële poort.
  • Pagina 20: Menu "Machinegegevens

    Ingebruikname Menu "Machinegegevens" In het hoofdmenu "Machinegegevens" kiezen! De machinegegevens zijn al in de fabriek in de AMATRON ingevoerd. In het menu "Machinegegevens" moeten vóór het eerste gebruik de machinespecifieke gegevens resp. instellingen worden gecontroleerd en zo nodig worden gecorrigeerd (instellingen aanpassen / kalibratie uitvoeren).
  • Pagina 21 Ingebruikname  Invoer van de vulpeil-alarmgrens.  Tijdens het spuiten klinkt een alarmsignaal als het vulpeil in de spuitvloeistoftank tot onder de vulpeil-alarmgrens daalt.  Tank bijvullen (zie pagina 36). Afb. 22 Pagina drie (Afb. 23)  Invoer voor de stap. Voer de gewenste stap in (hier 10%).
  • Pagina 22 Ingebruikname Pagina vier (Afb. 24)  Trajectsensor aan/uit. Voor het vinden van de rijpaden wordt het afgelegde traject in de wendakker weergegeven. De trajectsensor begint met de trajectregistratie zodra "Spuiten" is uitgeschakeld.  In-/uitschakelen van de automatische hellingshoekverstelling bij de Afb.
  • Pagina 23: Hellingshoekverstelling Kalibreren (Machinegegevens )

    Ingebruikname 5.4.1 Hellingshoekverstelling kalibreren (machinegegevens Voor een goede werking van de elektrische resp. hydraulische hellingshoekverstelling moet de kalibratie van de hellingshoekverstelling correct zijn uitgevoerd (hellingshoekkalibratie). Voer een hellingshoekkalibratie uit  bij het eerste gebruik;  bij afwijkingen van de op het display weergegeven horizontale spuitboom-afstelling en de werkelijke spuitboom-afstelling;...
  • Pagina 24: Distance Control Kalibreren (Machinegegevens )

    Ingebruikname 5.4.2 Distance Control kalibreren (machinegegevens Voor een goede werking van de Distance Control moet de kalibratie correct zijn uitgevoerd. Voer een kalibratie uit  bij het eerste gebruik;  eenmaal per seizoen. Bij het kalibreren van de Distance Control moet de ondergrond vlak zijn, mogen er geen kuilen onder de ultrasoonsensoren zitten en mag het oppervlak van de ondergrond niet te glad zijn (bv.
  • Pagina 25 Ingebruikname  Handmatige kalibratie uitvoeren Start de handmatige kalibratie. 2. Druk de linker spuitboomarm met de hand zo ver omlaag, dat het uiteinde ca. 40 cm boven de grond zit. Houd deze stand ca. 5 seconden aan.  De AMATRON geeft door een signaaltoon aan dat de stand werd herkend.
  • Pagina 26: Impulsen Per Liter (Machinegegevens )

    Ingebruikname 5.4.3 Impulsen per liter (machinegegevens  De AMATRON heeft de kalibratiewaarde "Impulsen per liter" nodig voor de doorstromingsmeter/terugstroommeter  voor het bepalen en de regeling van de dosering [l/ha];  voor het bepalen van de verspreide spuitvloeistof per dag en in totaal [l].
  • Pagina 27: Impulsen Per Liter Bepalen - Doorstromingsmeter 1

    Ingebruikname 5.4.3.1 Impulsen per liter bepalen – doorstromingsmeter 1  DFM 1 – doorstromingsmeter  DFM 2 – terugstroommeter  DFM 3 – doorstromingsmeter NTS-bemesting 1. Vul de spuitvloeistoftank met helder water (ca. 1000 l) tot de vulmarkering aan beide zijden van de spuitvloeistoftank.
  • Pagina 28: Terugstroommeter Met De Doorstromingsmeter Afstellen

    Ingebruikname 5.4.3.2 Terugstroommeter met de doorstromingsmeter afstellen Schakel over naar het menu "Afstellen doorstromingsmeter 2". Afb. 33 2. Vul de spuitvloeistoftank met helder water (ca. 1000 l) tot de vulmarkering aan beide zijden van de spuitvloeistoftank. 3. Schakel de aftakas in en drijf de pomp met bedrijfstoerental (bv.
  • Pagina 29: Impulsen Per Liter Handmatig Invoeren - Terugstroommeter

    Ingebruikname 5.4.3.3 Impulsen per liter handmatig invoeren - terugstroommeter Voer de impulsen voor doorstromingsmeter 2 in. Bevestig de invoer. Afb. 36 5.4.3.4 Impulsen per liter bepalen – doorstromingsmeter 3 Voor het bepalen van het aantal impulsen per liter voor de DFM 3 moet de DFM 3 op de plaats in het vloeistofcircuit van de DFM 2 worden gemonteerd.
  • Pagina 30: Gewenste Aftakastoerental (Machinegegevens )

    Ingebruikname 5.4.4 Gewenste aftakastoerental (machinegegevens  Er kan voor 3 tractoren het volgende worden opgeslagen:  de gewenste aftakastoerentallen;  het aantal impulsen per aftakas-omwenteling.  Bij de keuze van een opgeslagen tractor worden tegelijkertijd de betreffende waarden voor het gewenste aftakastoerental en het aantal impulsen per 100 m overgenomen.
  • Pagina 31: Aantal Impulsen Per Aftakasomwenteling Voor Verschillende Tractoren Opslaan

    Ingebruikname 5.4.4.2 Aantal impulsen per aftakasomwenteling voor verschillende tractoren opslaan Kies het geheugenmenu. Afb. 38 Kies de tractor (Afb. 39/1). Voer het aantal impulsen per omwenteling voor de aftakas in. Bevestig de invoer. Wijzig de naam van de geselecteerde tractor. Afb.
  • Pagina 32: Impulsen Per 100 M (Machinegegevens )

    Ingebruikname 5.4.5 Impulsen per 100 m (machinegegevens  De AMATRON heeft de kalibratiewaarde "Impulsen per 100 m" nodig voor het bepalen van  de daadwerkelijke rijsnelheid [km/uur];  de afgelegde afstand [m] voor de actuele opdracht;  de bewerkte oppervlakte. ...
  • Pagina 33: Impulsen Per 100 M Handmatig Invoeren

    Ingebruikname 5.4.5.1 Impulsen per 100 m handmatig invoeren Invoer impulsen per 100 m. Bevestig de invoer. Afb. 41 5.4.5.2 Impulsen per 100 m aan de hand van een kalibratierit bepalen 1. Meet op het veld een meettraject van exact 100 m af. 2.
  • Pagina 34: Aantal Impulsen Per 100 M Voor Verschillende Tractoren Opslaan

    Ingebruikname 5.4.5.3 Aantal impulsen per 100 m voor verschillende tractoren opslaan Kies de tractor. Voer de tractornaam in. Voer het aantal impulsen per 100 m voor deze tractor in. Bevestig de invoer. Afb. 44 5.4.6 Secties permanent in-/uitschakelen (machinegegevens 1. Kies de gewenste sectie die moet worden in- of uitgeschakeld.
  • Pagina 35: Toelichtingen Bij De Functie "Selecteren Van Afzonderlijke Secties

    Ingebruikname 5.4.7 Toelichtingen bij de functie "Selecteren van afzonderlijke secties" Is de functie "Selecteren van afzonderlijke secties" ingeschakeld, dan verschijnt in het werkmenu tevens een horizontale balk (Afb. 46/1) onder een sectie. De met een balk gemarkeerde sectie (hier uitgeschakeld) kan via de toets willekeurig worden in- en uitgeschakeld, bv.
  • Pagina 36: Spuitvloeistoftank Met Water Vullen (Machinegegevens )

    Ingebruikname 5.4.8 Spuitvloeistoftank met water vullen (machinegegevens Aan de hand van het aangegeven vulpeil na het vullen berekent de AMATRON het resterende traject dat met de nieuwe tankvulling kan worden bespoten. 5.4.8.1 Met vulpeilsensor Open het vulmenu (Afb. 44). 2. Bepaal de exacte watervulhoeveelheid. 3.
  • Pagina 37: Comfort-Pakket: Automatische Vulstop

    Ingebruikname 5.4.8.3 Comfort-pakket: automatische vulstop Vullen via de zuigkoppeling (Afb. 49/1): Stel zuigen via de zuigkoppeling in.  De tank wordt automatisch tot aan de meldgrens gevuld.  Na het vullen wordt de zuigzijde automatisch weer op spuiten gezet.  Door de toets nogmaals in te drukken wordt het vullen voortijdig beëindigd.
  • Pagina 38: Kalibratie Trail Tron Uitvoeren (Machinegegevens )

    Ingebruikname 5.4.9 Kalibratie Trail Tron uitvoeren (machinegegevens Kies de middenstand. Richt de naloop-stuuras/dissel zodanig, dat de wielen van de getrokken veldspuit exact in het tractorspoor lopen. Leg de middenstand vast. Kies de rechter aanslag. De naloop- stuuras/-dissel komt tegen de aanslag. Afb.
  • Pagina 39: Menu Setup

    Ingebruikname Menu Setup Kies in het hoofdmenu "Setup" en bevestig dit met De instellingen in het menu "Setup" zijn werkplaatswerkzaamheden die alleen door deskundig personeel mogen worden uitgevoerd! Pagina 1 (Afb. 49) De eerste pagina toont alle gegevens sinds de ingebruikname voor ...
  • Pagina 40 Ingebruikname Pagina 2 (Afb. 53)  Machinecomputer naar de fabrieksinstelling terugzetten. Alle ingevoerde en verzamelde gegevens (opdrachten, machinegegevens, kalibratiewaarden, Setup-gegevens) gaan verloren. Noteer:  Afb. 53 impulsen per liter  impulsen per 100 m  impulsen per aftakasomwenteling  opdrachtgegevens Alle basisgegevens van de machine moeten opnieuw worden ingevoerd.
  • Pagina 41: Basisgegevens Van De Machine Invoeren

    Ingebruikname 5.5.1 Basisgegevens van de machine invoeren Pagina 1 (Afb. 54):  Machinetype kiezen.  Spuitboomklapsysteem kiezen.  Tankvolume kiezen.  Vulpeilsensor configureren, zie Afb. 54 pagina 45. Pagina 2 (Afb. 55):  Werkbreedte invoeren.  Aantal secties invoeren.  Aantal spuitdoppen per sectie invoeren (zie op pagina 47).
  • Pagina 42 Ingebruikname Pagina 3 (Afb. 56):  Waarde voor de drukregelconstante invoeren (standaardwaarde: 10.0).  In-/uitschakelen van de kantspuitdoppen (randspuitdop / eindspuitdop / extra spuitdop).  In-/uitschakelen van de Afb. 56 schuimmarkering (optie).  Kantspuitdoppen configureren (optie, zie pagina 48).  In-/uitschakelen van het Comfort- pakket (optie).
  • Pagina 43 Ingebruikname Alleen voor UX: Pagina 5 (Afb. 58):  Hydropneumatische vering configureren, zie pagina 48.  Klapsysteem kiezen (Q-, S of L- spuitboom).  Invoer alarmgrens onderdruk. Afb. 58  Transportstand spuitboom ontgrendelen (alleen voor onderhoudswerkzaamheden).  Transportstand spuitboom vergrendelen. Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 44: Trail Tron Configureren (Basisgegevens )

    Ingebruikname 5.5.1.1 Trail Tron configureren (basisgegevens Vóór het configureren van de Trail Tron moet het aantal impulsen/100 m worden bepaald, zie pagina 32. UX: smoorkleppen voor de stuurcilinders helemaal opendraaien.  Voer de regelfactor Trail Tron in.  standaardwaarde: 1,15 Machine overstuurt (Afb.
  • Pagina 45: Vulpeilsensor Configureren (Setup )

    Ingebruikname 5.5.1.2 Vulpeilsensor configureren (setup  In- (vulpeilsensor aanwezig) / uitschakelen (geen vulpeilsensor) van de uitrusting "Vulpeilsensor".  Bij defecte vulpeilsensor: schakel de vulpeilsensor uit.  Kies vulpeilsensor kalibreren (zie pagina 45).  De vulpeilcurve kan aan de hand van meerdere metingen worden geleerd.
  • Pagina 46 Ingebruikname Vulpeilcurve invoeren Selecteer het meetpunt. Voer de waarde voor het vulpeil in. Voor de waarde voor de spanning in. 4. Om de vulpeilcurve volledig te kunnen invoeren, moeten alle meetpunten volgens punt 1 t/m 3 worden ingevoerd. 5. Na het invoeren van de vulpeilcurve moet de vulpeilsensor worden gekalibreerd.
  • Pagina 47: Aantal Spuitdoppen Per Sectie Invoeren (Setup )

    Ingebruikname 5.5.1.3 Aantal spuitdoppen per sectie invoeren (setup De nummering van de secties voor de spuitleiding vindt in rijrichting gezien plaats van links buiten naar rechts buiten; zie Afb. 66. Afb. 66 1. Kies de gewenste sectie. Selecteer de invoer. ...
  • Pagina 48: Kantspuitdoppen Configureren

    Ingebruikname 5.5.1.5 Kantspuitdoppen configureren  Aantal kantspuitdoppen links/rechts  Eindspuitdopschakeling: 1 of 2  Randspuitdopschakeling: 0  Extra-spuitdopschakeling: 0  Nummer van de sectie waar de linker kantspuitdop is gemonteerd.  Nummer van de sectie waar de rechter kantspuitdop is gemonteerd. 5.5.1.6 Hydropneumatische vering configureren (setup ...
  • Pagina 49: Instellen Van De Terminal

    Ingebruikname Instellen van de terminal Druk Bladeren en Shift tegelijkertijd in! De terminal-setup dient voor het veranderen van de display-instellingen.  Invoer display-instellingen oproepen.  Weergave van de op de bus aangesloten apparaten. Afb. 71 Pagina 1  Contrast instellen. ...
  • Pagina 50 Ingebruikname Pagina 2  Invoer van de tijd  Invoer van de datum  Invoer van de snelheid van de gegevensoverdracht Afb. 74 pagina 3 van de terminal- setup Programma wissen: Programma selecteren. Programma wissen. Afb. 75 Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 51: Gebruik Op Het Veld

    Gebruik op het veld Gebruik op het veld VOORZICHTIG Tijdens de rit naar het veld en op de openbare weg moet de AMATRON altijd zijn uitgeschakeld!  Gevaar voor ongevallen door verkeerde bediening! WAARSCHUWING Trail Tron: Houd de Trail Tron -as/-dissel bij het transport in de middenstand.
  • Pagina 52: Werkwijze Bij Het Gebruik

    Gebruik op het veld Werkwijze bij het gebruik AMATRON 1. Schakel de Schakelen over naar het werkmenu. 3. Profi-klapsysteem: voorzie het hydraulisch blok via de tractor- regeleenheid van olie. 4. Klap de spuitbomen uit.  Profi-klapsysteem, zie op pagina 61. ...
  • Pagina 53: Weergave Werkmenu

    Gebruik op het veld Weergave werkmenu Shift-toets gedefinieerd Shift Snelheid 8.5 km/h Resterende afstand 6,4 bar Spuitdruk 2354 m totdat tank leeg is 250 l/ha Bewerkte oppervlakte Gewenste hoeveelheid 23.65 ha Oppervlakt (dagteller) (ingevoerde dosering) 100% Aftakastoerental Dosering in % 540 1/min Toerental (hydraulische pompaandrijving)
  • Pagina 54: Functies In Het Werkmenu

    Gebruik op het veld Functies in het werkmenu 6.3.1 Spuiten in-/uitschakelen Spuiten inschakelen / spuiten uitschakelen  Spuiten ingeschakeld: er wordt spuitvloeistof via de spuitdoppen verspreid.  Spuiten uitgeschakeld: er wordt geen spuitvloeistof verspreid. Weergave in het werkmenu: Afb. 76/... (1) Spuiten uitgeschakeld.
  • Pagina 55: Trail Tron Naloopas/-Dissel

    Gebruik op het veld 6.3.3 Trail Tron naloopas/-dissel Automatische bediening / handmatige bediening GEVAAR Verboden met ingeschakelde Trail Tron is:  manoeuvreren  rijden over de openbare weg Gevaar voor ongevallen door kantelen van de machine! GEVAAR Kantelgevaar voor de machine bij ingeslagen stuurdissel; vooral op sterk oneffen terrein of op hellingen! Bij beladen of gedeeltelijk beladen machine met naloopstuurdissel bestaat er kantelgevaar bij draaimanoeuvres...
  • Pagina 56 Gebruik op het veld  Bij ingeschakelde automatische bediening verschijnt het symbool "Auto" op het display. De machinecomputer volgt exact de naloop volgens het spoor van de machine.  Bij ingeschakelde handbediening verschijnt het symbool  Bedien de , totdat de banden van de machine weer exact in het tractorspoor lopen (met handmatige bediening of automatische bediening).
  • Pagina 57: Hiervoor Op De Amatron

    Gebruik op het veld Transport GEVAAR Zet de dissel/as vóór het transporteren in de transportstand! Anders bestaat er gevaar voor ongevallen door kantelen van de machine! 1. Dissel/as in middenstand zetten (dissel/wielen staan in lijn met de machine). Hiervoor op de AMATRON Zet de Trail Tron op handmatige bediening.
  • Pagina 58: Distance Control

    Gebruik op het veld 6.3.4 Distance Control Automatische bediening / handmatige bediening  Bij ingeschakelde automatische bediening verschijnt het symbool Auto (Afb. 80/1) op het display. De machinecomputer neemt de regeling van de afstand spuitdop - gewas over. Leg eerst de gewenste afstand spuitdop - gewas vast: 1.
  • Pagina 59: Secties

    Gebruik op het veld 6.3.5 Secties Secties van linksaf / van rechtsaf uitschakelen. Secties naar links / naar rechts toe inschakelen. Secties kunnen worden uit- en ingeschakeld  tijdens het spuiten;  als het spuiten is uitgeschakeld. Afb. 81, sectie van rechtsaf uitgeschakeld. Afb.
  • Pagina 60: Spuitboomhoogte Instellen (Profi-Klapsysteem)

    Gebruik op het veld Weergave in het werkmenu: Afb. 82/... (1) Voorkeuze spuitbomen klappen. (2) Voorkeuze hellingshoekverstelling. (3) Voorkeuze spuitbomen rechts klappen. (4) Voorkeuze spuitbomen links klappen. Afb. 82 6.3.8 Spuitboomhoogte instellen (Profi-klapsysteem) Spuitbomen oplichten, laten zakken  Voor het instellen van de afstand van de spuitdop tot het gewas. ...
  • Pagina 61: Spuitbomen Klappen (Profi-Klapsysteem)

    Gebruik op het veld 6.3.10 Spuitbomen klappen (Profi-klapsysteem) Spuitbomen aan beide zijden uitklappen/inklappen Veldspuiten zonder Profi-klapsysteem: zie bedieningshandleiding veldspuit!  Het uitklappen gebeurt niet altijd symmetrisch.  De betreffende hydraulische cilinders vergrendelen de spuitbomen in werkstand.  De spuitbomen mogen alleen op een vlakke ondergrond worden uit-/ingeklapt, omdat er anders tijdens het uit-/inklappen beschadigingen kunnen ontstaan! ...
  • Pagina 62 Gebruik op het veld Super L-spuitbomen inklappen Licht de spuitbomen op (ca. 2 m), zodat de spuitbomen bij het volledig inklappen veilig over de spatborden tegen de spuittank klappen. De spuitbomen moeten horizontaal worden gericht! Vergrendel de dansonderdrukking. Automatisch vergrendelen van de dansonderdrukking bij inklappen aan beide zijden kan in het menu "Machinegegevens"...
  • Pagina 63 Gebruik op het veld Super-S-spuitbomen inklappen Licht de spuitbomen op (ca. 1 m). De spuitbomen moeten horizontaal worden gericht! Vergrendel de dansonderdrukking. Automatisch vergrendelen van de dansonderdrukking bij inklappen aan beide zijden kan in het menu "Machinegegevens" worden ingesteld. Klap de spuitbomen aan beide zijden helemaal in de transportstand in.
  • Pagina 64 Gebruik op het veld Spuitbomen aan één zijde inklappen Spuitbomen aan één zijde uitklappen Toegestaan is het werken met uitgeklapte spuitboom aan één zijde  alleen met vergrendelde dansonderdrukking;  alleen als de andere zijarm als pakket uit de transportstand ...
  • Pagina 65: Zijarm Omhoogklappen (Alleen Profi-Klapsysteem Ii)

    Gebruik op het veld 6.3.11 Zijarm omhoogklappen (alleen Profi-klapsysteem II) Zijarm eenzijdig links/rechts naar boven klappen Zijarm eenzijdig links/rechts naar beneden klappen Zijarm aan beide zijden naar boven en naar beneden klappen De spuitboom-zijarmen kunnen naar boven en naar beneden worden geklapt bij zeer ongunstige terreinomstandigheden als de instelmogelijkheden van de hoogte- en hellingshoekverstelling voor het instellen van de spuitbomen ten opzichte van het doelterrein niet...
  • Pagina 66: Hellingshoekverstelling

    Gebruik op het veld 6.3.12 Hellingshoekverstelling Hellingshoekverstelling links omhoog Hellingshoekverstelling rechts omhoog De spuitbomen kunnen evenwijdig aan de grond resp. het doelterrein worden gericht via de hellingshoekverstelling bij ongunstige terreinomstandigheden, bv. bij sporen van verschillende diepte of aan één kant rijden in een voor. Hellingshoekverstelling kalibreren, zie op pagina 23.
  • Pagina 67: Schuimmarkering

    Gebruik op het veld 3. Druk nogmaals op en de hydraulische hellingshoekverstelling spiegelt de eerder gebruikte spuitboomhellingshoek.  Op het display geeft het symbool hellingshoekverstelling (Afb. 86/1) de gespiegelde spuitboomhellingshoek aan. Afb. 86 Nu is de rechter spuitboomzijde opgelicht. 6.3.13 Schuimmarkering Schuimmarkering links in-/uitschakelen6.3.14 Schuimmarkering rechts in-/uitschakelen...
  • Pagina 68: Randspuitdoppen, Eindspuitdoppen Of Extra Spuitdoppen

    Gebruik op het veld 6.3.15 Randspuitdoppen, eindspuitdoppen of extra spuitdoppen Kantspuitdop rechts inschakelen/uitschakelen Kantspuitdop links inschakelen/uitschakelen Weergave in het werkmenu: Afb. 88/1,2:  Randspuitdop ingeschakeld.  Eindspuitdoppen uitgeschakeld.  Extra spuitdop ingeschakeld. Afb. 88 Hydropneumatische vering (optie voor UX) 6.3.16 Handmatige bediening, automatische bediening Machine in handmatige bediening laten zakken.
  • Pagina 69: Comfort-Pakket Ux (Optie), Sx

    Gebruik op het veld Comfort-pakket UX (optie 6.3.17 Menu "Comfort-pakket" oproepen Omschakeling spuiten/spoelen Verdunnen van de spuitvloeistof Reinigen in-/uitschakelen Roerwerk automatisch/handmatig Intensiteit roerwerk verhogen Intensiteit roerwerk verlagen Vullen van de spuitvloeistoftank met Comfort-pakket, zie pagina 37. Met het Comfort-pakket kan de zuigzijde worden geschakeld via ...
  • Pagina 70: 6.3.17.1 Verdunnen Van De Spuitvloeistof

    Gebruik op het veld 6.3.17.1 Verdunnen van de spuitvloeistof Start het verdunnen.  Er wordt spoelwater via het hulproerwerk aan de tank toegevoerd. 2. Houd het vulpeil in de tank in de gaten. Beëindig het verdunnen. Afb. 91 6.3.17.2 Onderbreken van het spuiten (spuit blijft gevuld, spoelen van de spuitleidingen) Zuigzijde op spoelen omschakelen.
  • Pagina 71 Gebruik op het veld Machines met DUS: Schakel het spuiten even in om de sproeiers te reinigen. Schakel het spuiten uit. 4. Schakel de pompaandrijving uit. Schakel de zuigzijde weer om naar spuiten.  Tanks/roerwerken zijn niet gereinigd!  De concentratie van de spuitvloeistof in de tanks is veranderd.
  • Pagina 72: 6.3.17.3 Beëindigen Van Het Spuiten

    Gebruik op het veld 6.3.17.3 Beëindigen van het spuiten (spuit leeg, reinigen van tank, roerwerken en spuitleidingen) Reinigen: Voorwaarde vulpeil in de tank < 1% (bij voorkeur tank leeg). Start het reinigen.  Hoofd- en hulproerwerk worden gespoeld, reiniging binnenzijde tank ingeschakeld. ...
  • Pagina 73: 6.3.17.4 Zuigfilter Reinigen Bij Gevulde Tank

    Gebruik op het veld 6.3.17.4 Zuigfilter reinigen bij gevulde tank Voor het reinigen van het zuigfilter bij gevulde tank moet het vulmenu worden opgeroepen! Open het vulmenu (Afb. 95). 2. Plaats de sluitkap op de zuigkoppeling. 3. Omschakelkraan drukarmatuur in stand (Afb.
  • Pagina 74: Automatische Roerwerkregeling

    Gebruik op het veld 6.3.17.5 Automatische roerwerkregeling  Roerwerk op automatische bediening.  De roerintensiteit wordt niveau-afhankelijk geregeld.  Het hoofdroerwerk wordt bij onderschrijding van een tankinhoud van 5% uitgeschakeld.  Het roerwerk wordt na het vullen automatisch weer ingeschakeld. ...
  • Pagina 75: Comfort-Pakket Uf (Optie)

    Gebruik op het veld Comfort-pakket UF (optie 6.3.18 Menu "Comfort-pakket" oproepen! Omschakeling spuiten/spoelen Verdunnen van de spuitvloeistof Reinigen in-/uitschakelen Roerwerk automatisch/handmatig Hulproerwerk in-/uitschakelen Vullen van de spuitvloeistoftank met Comfort-pakket, zie pagina 37. Met het Comfort-pakket kan de zuigzijde worden geschakeld via de AMATRON Instellingen die op afstand kunnen worden uitgevoerd: ...
  • Pagina 76: 6.3.18.1 Verdunnen Van De Spuitvloeistof

    Gebruik op het veld 6.3.18.1 Verdunnen van de spuitvloeistof Start het verdunnen  Er wordt spoelwater via het hulproerwerk aan de tank toegevoerd. 2. Houd het vulpeil in de tank in de gaten. Afb. 100 Beëindig het verdunnen. 6.3.18.2 Onderbreken van het spuiten (spuit blijft gevuld, spoelen van de spuitleidingen) Zuigzijde op spoelen omschakelen.
  • Pagina 77: 6.3.18.3 Beëindigen Van Het Spuiten

    Gebruik op het veld 6.3.18.3 Beëindigen van het spuiten (spuit leeg, reinigen van tank, roerwerk en spuitleidingen) Reinigen: Voorwaarde vulpeil in de tank < 1% (bij voorkeur tank leeg). Start het reinigen.  Hoofd- en hulproerwerk worden gespoeld, reiniging binnenzijde tank ingeschakeld. ...
  • Pagina 78: 6.3.18.4 Automatische Roerwerkschakeling

    Gebruik op het veld 6.3.18.4 Automatische roerwerkschakeling  Roerwerk op automatische bediening.  Het roerwerk wordt bij onderschrijding van een tankinhoud van 5% uitgeschakeld.  Het roerwerk wordt na het vullen automatisch weer ingeschakeld.  Zet het roerwerk op handmatige bediening.
  • Pagina 79: Fronttank Met Flow Control

    Gebruik op het veld 6.3.19 Fronttank met Flow Control Modus automatisch/handmatig Pompen naar voren in-/uitschakelen Pompen naar achteren in-/uitschakelen Modus automatisch: Zet tijdens het gebruik/transport de veldspuit/fronttank-combinatie in de modus automatisch. Functies van de modus automatisch:  Permanente circulatie van de spuitvloeistof met roerwerk-effect in de fronttank.
  • Pagina 80: 6.3.19.1 Submenu "Fronttank

    Gebruik op het veld 6.3.19.1 Submenu "Fronttank" Submenu "Fronttank" Modus automatisch/handmatig Pompen naar voren inschakelen Pompen naar achteren inschakelen Pompen naar voren/achteren uitschakelen Bedien in het werkmenu Weergave in het AMATRON -submenu "Fronttank": Afb. 108/… (1) Vulpeil van beide tanks (2) Vulpeil FT (3) Vulpeil UF Afb.
  • Pagina 81 Gebruik op het veld Vullen Het in het vulmenu aangegeven vulpeil geeft het vulvolume van beide tanks samen aan. Pas vóór het samen vullen van de fronttank en de veldspuit de meldgrens voor het vulpeil aan. Om overvullen van de fronttank te voorkomen, sluit de betreffende klep bij het bereiken van het nominale volume.
  • Pagina 82: Toetsindeling Werkmenu / Multifunctiehandgreep

    Gebruik op het veld Toetsindeling werkmenu / multifunctiehandgreep In het werkmenu verschijnen afhankelijk van het geselecteerde spuitboomtype verschillende functievelden voor het bedienen van de spuitboom. In de volgende hoofdstukken staan de afzonderlijke functievelden voor de verschillende spuitboomtypen. 6.4.1 Standaardklapsysteem/hellingshoekverstelling Pagina 1: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.2...
  • Pagina 83 Gebruik op het veld Pagina 2: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.15 Indeling multifunctiehandgreep Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 84: Spuitboomklapsysteem Profi I

    Gebruik op het veld 6.4.2 Spuitboomklapsysteem Profi I Pagina 1: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.2 6.3.1 6.3.5 6.3.5 6.3.12 Shift-toets ingedrukt: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.13 6.3.3 6.3.3 6.3.12 6.3.8 Pagina 2: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.10 6.3.8...
  • Pagina 85 Gebruik op het veld Shift-toets ingedrukt: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.10 6.3.10 6.3.15 6.3.9 Pagina 3: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.4 6.3.4 6.3.4 6.3.8 Shift-toets ingedrukt: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.17 6.3.19 6.3.16 6.3.3 6.3.16 Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 86 Gebruik op het veld Indeling multifunctiehandgreep UX, UG UF 01 Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 87: Spuitboomklapsysteem Profi Ii

    Gebruik op het veld 6.4.3 Spuitboomklapsysteem Profi II Pagina 1: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.2 6.3.1 6.3.5 6.3.5 6.3.12 Shift-toets ingedrukt: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.13 6.3.3 6.3.3 6.3.12 6.3.8 Pagina 2: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.11 6.3.11...
  • Pagina 88 Gebruik op het veld Shift-toets ingedrukt: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.10 6.3.10 6.3.15 Pagina 3: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.10 6.3.11 6.3.8 6.3.9 Shift-toets ingedrukt: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.17 6.3.19 6.3.16 6.3.3 6.3.16 Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 89 Gebruik op het veld Pagina 4: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.4 6.3.4 6.3.4 6.3.8 Indeling multifunctiehandgreep UX, UG UF 01 Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 90: Voorkeuzeklapsysteem

    Gebruik op het veld 6.4.4 Voorkeuzeklapsysteem Pagina 1: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.2 6.3.1 6.3.5 6.3.5 6.3.6 Shift-toets ingedrukt: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.15 6.3.13 6.3.14 6.3.10 Pagina 2: Beschrijving van de functievelden: Zie hoofdstuk 6.3.15 6.3.13 Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 91 Gebruik op het veld Indeling multifunctiehandgreep UF 01 UX, UG Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 92: Multifunctiehandgreep

    Multifunctiehandgreep Multifunctiehandgreep Montage De multifunctiehandgreep (Afb. 110/1) wordt met 4 bouten binnen handbereik in de tractorcabine bevestigd. Sluit de steker van de basisuitrusting op de 9 polige Sub-D-bus van de multifunctiehandgreep (Afb. 110/2) aan. Sluit de stekker (Afb. 110/3) van de multifunctiehandgreep aan op de Sub-D-bus van de AMATRON Afb.
  • Pagina 93: Leermenu Multifunctiehandgreep

    Multifunctiehandgreep Leermenu multifunctiehandgreep Het leermenu wordt via het hoofdmenu gestart.  Leermenu oproepen. Afb. 113 Bij het indrukken van een toets van de multifunctiehandgreep verschijnt de betreffende functie op het display. Afb. 114 Amatron+ BAG0037.1 12.08...
  • Pagina 94: Sectieschakelkast Amaclick

    De schakelkast AMACLICK wordt in combinatie met de  AMATRON  AMATRON en de multifunctiehandgreep voor het bedienen van AMAZONE -veldspuiten gebruikt. Met de AMACLICK  kan elke sectie naar believen worden in- of uitgeschakeld;  kan het verspreiden van spuitvloeistof worden in- en uitgeschakeld.
  • Pagina 95 Sectieschakelkast AMACLICK (1) Aan-/uit-schakelaar  Schakelaarstand AMACLICK niet actief. Bediening van de secties via AMATRON /multifunctiehandgreep.  " Schakelaarstand "AMACLICK spuiten aan/uit en secties worden met AMACLICK geschakeld (bediening met de AMATRON /multifunctiehandgreep is dan niet mogelijk). De lampjes boven de sectieschakelaar geeft aan dat de sectie is ingeschakeld.
  • Pagina 96: Storing

    Storing Storing Alarm Onkritisch alarm: Er verschijnt een storingsmelding (Afb. 117) onder in het display en er klinkt driemaal een signaaltoon. Verhelp de storing, indien mogelijk. Afb. 117 Kritisch alarm: Er verschijnt een alarmmelding (Afb. 118) in het midden van het display en er klinkt een signaaltoon.
  • Pagina 97: Storing In De Trajectsensor (Imp./100 M)

    Notities Stelmotor inwendige reiniging: Is de motor van de inwendige reiniging uitgevallen, dan kan de inwendige reiniging via het bedieningspaneel (Afb. 120/A,B) worden bediend. Afb. 120 Storing in de trajectsensor (imp./100 m) Door het invoeren van een gesimuleerde snelheid in het menu "Service Setup" kan na een storing in de trajectsensor verder worden gestrooid.
  • Pagina 98 Tel.: + 49 (0) 5405 501-0 D-49202 Hasbergen-Gaste Telefax: + 49 (0) 5405 501-234 Germany e-mail: amazone@amazone.de http:// www.amazone.de Overige vestigingen: D-27794 Hude  D-04249 Leipzig  F-57602 Forbach, Fabrieksvestigingen in Engeland en Frankrijk Fabrieken voor strooiers van minerale kunstmest, landbouwsproeiers, zaaimachines,...

Inhoudsopgave