Voor mechanische zaaimachines d9 en ad03 (43 pagina's)
Samenvatting van Inhoud voor Amazone AMATRON+
Pagina 1
Bedieningshandleiding AMAZONE Boordcomputer AMATRON voor veldspuit Lees en schenk aandacht aan deze bedieningshandleiding MG 1659 BAG0037.0 (NL) 10.06 voordat u de machine in Printed in Germany bedrijf stelt! Bewaren voor verder gebruik!
Pagina 2
Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat.
Pagina 3
Voorwoord Geachte cliënt, de boordcomputer AMATRON is een kwaliteitsproduct uit het omvangrijke landbouwmachineprogramma van Amazonen-Werke, H. Dreyer GmbH & Co.KG. Om maximaal gebruik te maken van de specifieke eigenschappen van Uw nieuwe AMATRON adviseren wij U deze bedieningshandleiding voor de ingebruikname zorgvuldig te lezen en de raadgevingen op te volgen.
Inholdsopgave Gegevens over de machine, gebruiksdoel..........6 Fabrikant ..........................6 Conformiteitsver-klaring ...................... 6 Gegevens bij vragen en bestellingen................... 6 Typeaanduiding ........................6 Doelgericht gebruik ......................7 Algemene veiligheidsaanwijzingen............8 Verplichtingen en aansprakelijkheid ..................8 Weergave van de veiligheidsaanwijzingen................. 10 Eerste keer monteren van AMATRON ..........
Pagina 5
Inholdsopgave Setup menu ........................43 5.5.1 Gesimuleerde rijsnelheid invoeren (bij defecte wielsensor) ..........44 5.5.2 Basisgegevens machine invoeren ..................45 5.5.2.1 Trail Tron configureren (Setup menu ) ..............48 5.5.2.2 Niveaumelder configureren (Setup menu ) ............49 5.5.2.3 Spuitdoppen per sectie invoeren (Setup menu ) .............
Hierbij krijgt de machinecomputer alle noodzakelijke informatie en regelt de afgifte [l/ha] in relatie tot de ingestelde afgifte (gewenste afgifte) en de actuele rijsnelheid voor de Amazone veldspuit. Fabrikant AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG...
De computer mag uitsluitend worden ingezet voor het normale gebruik in de landbouwmechanisatie als weergave-, controle- en regelapparaat, in combinatie met de AMAZONE veldspruit UF01, UX, SX en UG nova. Elke andere toepassing geldt als niet doelgericht. Voor de hieruit voortkomende schade aan personen of zaken kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld.
Algemene veiligheidsaanwijzingen Algemene veiligheidsaanwijzingen Dit hoofdstuk bevat belangrijke aanwijzingen om met de machine veilig om te gaan. Verplichtingen en aansprakelijkheid Aanwijzingen in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basis veiligheidsaanwijzingen en veiligheidsvoorschriften vormen het uitgangspunt voor veilig en storingvrij gebruik van de machine. Verplichtingen van de bestuurder De bestuurder verplicht zich alleen personen aan of met de machine te laten werken, die...
Pagina 9
Algemene veiligheidsaanwijzingen Garantie en aansprakelijkheid Principieel gelden onze "Algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden ". Hierover kan de eigenaar na het sluiten van de handelsovereenkomst beschikken. Aanspraak op garantie of aansprakelijkheid voor schade aan personen of zaken zijn uitgesloten, indien deze op een of meerdere van de volgende oorzaken terug te voeren zijn: •...
Algemene veiligheidsaanwijzingen Veiligheidsaanwijzingen bij reparatiewerkzaamheden Voor werkzaamheden aan de elektrische installatie evenals bij alle laswerkzaamheden aan de trekker of aangekoppelde machine, alle stekkerverbindingen naar de computer losmaken. Weergave van de veiligheidsaanwijzingen De veiligheidsaanwijzingen zijn gekenmerkt door een symbool en omschrijving. De omschrijving geeft de ernst van het dreigende gevaar aan.
Eerste keer monteren van AMATRON+ Eerste keer monteren van AMATRON Computer en console De basisuitrusting voor de tractor (Afb. 1/1 (console met verdeelunit) moet in het zichtveld en binnen handbereik van de bestuurder aan de rechterkant trillingsvrij en elektrisch geleidend in de cabine worden gemonteerd. De afstand tot zendapparatuur en antenne moet minstens één meter bedragen) De houder met computer (Afb.
Eerste keer monteren van AMATRON+ 3.2.2 Voedingskabel De vereiste werkspanning bedraagt 12 V en moet rechtstreeks van de accu of van de 12 Volt startmotor worden afgenomen. De voedingskabel vanuit de tractorcabine aanleggen en aansluiten op de accu van de tractor.
Productbeschrijving Productbeschrijving Bedieningsterminal AMATRON Met de bedieningsterminal AMATRON geschiedt • de invoer van specifieke machinegegevens • de invoer van de opdrachtgegevens • de besturing van de veldspuit voor verandering van de afgifte tijdens het spuiten • de bediening van alle functies op de spuitboom •...
Productbeschrijving 4.2.2 Toetsen op de voorzijde van het apparaat AAN (I) / UIT (0) (Afb. 6). Met deze toetsen schakelt u de AMATRON aan en uit. Wanneer de AMATRON is ingeschakeld licht het display op. Bij uitgeschakelde AMATRON dooft het display. Afb.
Productbeschrijving 4.2.3 Toets op de achterkant van het apparaat Op de achterkant van het apparaat bevindt zich de shift-toets (Afb. 10/1). De shift-toets (Afb. 10/1) is alleen geactiveerd in het werkmenu en het opdrachtmenu! Afb. 10 Drukt u in het werkmenu op de shift-toets (Afb. 11/1), dan verschijnen er extra functiekaders op het display.
Productbeschrijving Invoergegevens van AMATRON Voor het bedienen van de AMATRON staan de overeenkomstige functiekaders in deze bedieningshandleiding. U moet de functietoets die bij het functiekader behoort bedienen om de weergegeven functie uit te voeren. Voorbeeld: functiekader Beschrijving in deze bedieningshandleiding: Spuitboom oplichten.
Productbeschrijving 4.4.2 Keuze van opties 1. Keuzepijl (Afb. 15/1) positioneren met toets- 2. Druk toets (Afb. 15/2 in, om de gekozen optie in de AMATRON bevestigen. Afb. 15 4.4.3 In- en uitschakelen van functies (Toggle functies) In- en uitschakelen van functies: 1.
In bedrijf nemen In bedrijf nemen Startdisplay Na het inschakelen van de AMATRON indien de machinestekker is aangesloten, verschijnt het startmenu en geeft de terminal het nummer van de softwareversie. Na ongeveer 2 seconden springt de AMATRON automatisch naar het hoofdmenu. Wordt na het inschakelen van de AMATRON gegevens van de...
In bedrijf nemen Menu opdracht In het Menu opdracht • kunt u de afzonderlijke opdrachten aanmaken en opstarten of voortzetten. • kunt u de opgeslagen opdrachtgegevens oproepen. Maximaal 20 opdrachten kunnen worden opgeslagen (opdrachtnr. 1 tot 20). Roept u het Menu opdracht op, dan verschijnen de gegevens van de laatst opgestarte opdracht.
In bedrijf nemen Met ingedrukte Shift-toets (Afb. 20): opdrachten vooruit bladeren. opdrachten terug bladeren Afb. 20 5.3.2 Externe opdracht Met een PDA-computer kan een externe opdracht op de AMATRON worden overgedragen en opgestart. Deze opdracht krijgt altijd het opdrachtnummer De gegevensoverdracht gebeurt via de seriële poort.
In bedrijf nemen Menu machinegegevens In het menu machinegegevens moet u • voordat u de veldspuit voor de eerste keer in bedrijf stelt, de specifieke machinegegevens of instelgegevens invoeren, kiezen of door kalibreren berekenen. • indien nodig de specifieke machinegegevens of instellingen corrigeren, wanneer de spuit niet naar behoren werkt.
Pagina 24
In bedrijf nemen • Roep het functiekader de invoer van de alarmgrens voor niveauaanduiding. Geef de alarmgrens voor het minimale niveau in de spuittank aan. → Tijdens het spuiten klinkt een alarmsignaal indien het niveau in de spuittank onder de ingestelde grenswaarde is gedaald (hier 200 liter).
Pagina 25
In bedrijf nemen • Afstandteller aan/uit. Voor het opzoeken van het volgende rijpad wordt de af te leggen weg op de kopakker aangegeven. De afstandteller start zodra „het spuiten“ is uitgeschakeld . • aan/uitschakelen van de automatische hellingcorrectie op de kopakker •...
In bedrijf nemen 5.4.1 Balanscorrectie kalibreren (Menu machinegegevens De hellingcorrectie werkt alleen naar behoren, wanneer voor de elektrische of hydraulische balanscorrectie de afstelling op de juiste wijze is uitgevoerd (balancering kalibreren). Voer het kalibreren van de balancering uit • wanneer u de machine voor de eerste keer in bedrijfstelt. •...
In bedrijf nemen 5.4.2 Distance Control kalibreren (Menu machinegegevens Om de Distance Control optimaal te laten functioneren moet deze correct worden gekalibreerd. Voer het kalibreren uit • bij het in bedrijfstellen. • een keer per seizoen. Bij het kalibreren van de Distance Control moet u er op letten, dat de ondergrond vlak is, geen helling vertoont en zich onder de opnamesensoren geen kuilen bevinden, bovendien mag de ondergrond niet te glad zijn wegens reflecties (zoals asfalt of...
In bedrijf nemen • Kalibreren handmatig uitvoeren 1. Functiekader bedienen om het handmatig kalibreren op te starten. 2. Linker boomhelft met de hand naar beneden drukken tot het topeind ongeveer 40 cm boven de grond is. In deze positie ongeveer 5 sec. vasthouden . →...
In bedrijf nemen 5.4.3 Impulsen per liter (Menu machinegegevens • De AMATRON heeft de ijkwaarde "Impulsen per liter" nodig van de doorstroommeter / retourstroommeter • voor berekening en regeling van de spuithoeveelheid [l/ha]. • voor berekening van de totale hoeveelheid uitgebrachte spuitvloeistof [l] per dag en in totaal.
In bedrijf nemen 5.4.3.1 Impulsen per liter berekenen - doorstroommeter 1. Vul de spuittank met schoon water (ca. 1000 l) tot een merkteken dat op beide zijden van de tank is aangebracht. 2. Aftakas inschakelen de pomp met het bedrijfstoerental (bijv. 450 t/min) aandrijven. 3.
In bedrijf nemen 5.4.3.3 Retourstroommeter op de doorstroommeter afstemmen 1. Wissel in het functiekader naar het menu "Doorstroommeter 2 afstemmen. Afb. 35 2. Vul de spuittank met schoon water (ca. 1000 l) tot de merktekens die op beide zijden van de tank zijn aangebracht. 3.
In bedrijf nemen 5.4.3.4 Impulsen per liter handmatig ingeven - retourdoorstroommeter 1. Roep in het functiekader de invoer "Impulsen voor doorstroommeter 2 invoeren" op. 2. Voer het ijkgetal "Impulsen per liter" in. 3. Roep het functiekader Afb. 38 5.4.4 Vereiste aftakastoerental (Menu machinegegevens •...
In bedrijf nemen 5.4.4.1 Vereiste aftakastoerental invoeren 1. Roep met functiekader de invoer "Vereist aftakastoerental invoeren" op. 2. Geef het vereiste aftakastoerental aan, bijv. 540 t/min. Geef voor het gewenste aftakastoerental de waarde "0" op, indien • geen toerentalsensor voor de aftakas aanwezig is.
In bedrijf nemen 5.4.4.3 Alarmgrens voor vereiste aftakastoerental opslaan Tijdens het spuiten klinkt een waarschuwingssignaal, wanneer het actuele aftakastoerental afwijkt van de ingestelde alarmgrens. 1. Roep over het functiekader in invoer op "Maximale afwijking tot boevengrens aftakasalarm invoeren". 2. Geef de maximale afwijking van het vereiste aftakastoerental aan, bijv.
In bedrijf nemen 5.4.5 Impulsen per 100m (Menu machinegegevens • De AMATRON heeft het kalibratiegetal "Impulsen per 100m" nodig voor de berekening • de werkelijke rijsnelheid [km/u]. • de afgelegde weg [m] voor de actuele opdracht. • de bewerkte oppervlakte. •...
In bedrijf nemen 5.4.5.1 Impulsen per 100m handmatig invoeren 1. Roep in het functiekader de invoer op "Impulsen per 100 m invoeren". 2. Voer het kalibratiegetal "Impulsen per 100m" handmatig in. 3. Roep het functiekader Afb. 43 5.4.5.2 Impulsen per 100m door een kalibratierit vaststellen 1.
In bedrijf nemen 5.4.5.3 Impulsen per 100m voor verschillende tractoren opslaan 1. Roep in het functiekader de invoer "Tractor kiezen" op. 2. Kies het gewenste type tractor. 3. Roep met functiekader de invoer op "Naam tractor invoeren". Veranderen van de naam van de tractor. 4.
In bedrijf nemen 5.4.7 Verklaring van de functie "selecteren van afzonderlijke secties " Is de functie "selecteren van afzonderlijke secties" ingeschakeld, verschijnt in het werkmenu onder een sectie bovendien een horizontale balk (Afb. 48/1 De met een horizontale balk (Afb. 48/1) gemerkte sectie (hier uitgeschakeld) kunt u met de toets naar wens in of uitschakelen, bijv bij het spuiten van...
Pagina 39
In bedrijf nemen Zonder niveaumelder 1. Roep de hiernaast afgebeelde niveauaanduiding op in het functiekader , uit het werkmenu of uit het menu machinegegevens. 2. Bereken de exact bij te vullen hoeveelheid water. 3. Vul de spuittank door de vulopening met water.
Pagina 40
In bedrijf nemen Comfort-pakket: automatischer vulstop (optie voor UX) Vulling via zuigkoppeling (Afb. 51/1): Zuigen via zuigkoppeling instellen. → Hefboom (Afb. 51/2) gaat in stand A. → Tank wordt tot de meldgrens gevuld en hefboom (Afb. 51/2) gaat weer in stand B. •...
In bedrijf nemen 5.4.9 Trail-Tron-kalibreren (Menu machinegegevens 1. Rechtuitstand instellen. Hiervoor bedient u toets en stel de fuseebesturing zodanig af, dat de wielen van de getrokken veldspuit rechtuit lopen en het trekkerspoor exact volgen. 2. Middenstand vastleggen met toets 3. Rechter aanslag instellen. Bedien de toets net zo lang, tot de hydrauliekcilinder de naloopas tegen de aanslag voor rechter Afb.
In bedrijf nemen 5.4.10 Vereist pomptoerental invoeren (Menu machinegegevens Alleen voor UX: 1. Roep met het functiekader opdracht "Vereist pomptoerental invoeren" 2. Voer het vereiste pomptoerental in, bijv. 540 t/min. Geeft u voor het pomptoerental de waarde "0" aan, dan is de bewaking van het pomptoerental uitgeschakeld.
In bedrijf nemen Setup menu De instellingen het Setup menu zijn alleen bedoeld voor servicewerkzaamheden en mogen uitsluitend door vakkundig geschoold personeel worden uitgevoerd! Het Setup menu is bestemd voor: • de invoer en uitlezen van diagnosegegevens voor de servicedienst voor onderhoud of storingen.
In bedrijf nemen Met het functiekader activeert u de RESET functie. Door het uitvoeren van een RESET worden alle door u ingevoerde en berekende gegevens gewist (opdrachten, machinegegevens, kalibratiewaarden en Setup- gegevens). Een RESET van de AMATRON zet alle instellingen weer terug op de fabrieksinstellingen.
In bedrijf nemen 5.5.2 Basisgegevens machine invoeren • Roep met het functiekader de functie op "Type machine kiezen" • Roep met het functiekader de functie op "Spuitboom uit- en inklappen. • Kies met het functiekader de grootte van de tank. •...
Pagina 46
In bedrijf nemen • Roep met het functiekader de invoer op "Waarde van regelconstante van de spuitdruk invoeren". Geef de waarde van de regelconstante van de spuitdruk op. • Met het functiekader worden de "kantdoppen" in- en uitgeschakeld (Optie • Met het functiekader "schuimmarkeur"...
Pagina 47
In bedrijf nemen Alleen voor UX: • Hydropneumatische vering configureren, zie bladzijde 53. • Met het functiekader het aanwezige opklapsysteem invoeren. • Roep met het functiekader de invoer van " Vacuüm alarmgrens" op en stel de waarschuwingsgrens voor het vacuüm in. Afb.
In bedrijf nemen 5.5.2.1 Trail Tron configureren (Setup menu Om de Trail Tron te configureren moet het aantal impulsen/100 m worden berekend, zie bladzijde35. UX: Smoorklep van de stuurcilinder geheel opendraaien. 1. Kies met het functiekader stuuras of gestuurde dissel uitgeschakeld. 2.
In bedrijf nemen 5.5.2.2 Niveaumelder configureren (Setup menu • Met het functiekader wordt de uitrusting gekozen voor het inschakelen (Niveauaanduiding aanwezig) of uitschakelen (geen niveauaanduiding geïnstalleerd) voor de weergave van het niveau in de spuittank. → Wanneer de niveauaanduiding defect is, de niveaumelder uitschakelen.
Pagina 50
In bedrijf nemen Curve voor niveauaanduiding vastleggen 1. Tank tot het volgende meetpunt met water vullen. De werkelijke tankinhoud invoeren 3. Alle 29 meetpunten op deze wijze invoeren 4. Meetpunten met het menu „invoeren“ vastleggen. Afb. 68 Niveaucurve invoeren meetpunten kiezen. Gemeten liters tot het meetpunt invoeren.
Pagina 51
In bedrijf nemen Meetpunten voor opstellen van de niveaucurve hier invullen: Meetpunt Niveau Spanning Meetpunt Niveau Spanning BAG0037.0 10.06...
In bedrijf nemen 5.5.2.3 Spuitdoppen per sectie invoeren (Setup menu De nummering van de spuitboomsecties gaat in rijrichting gezien van buitenzijde links naar buitenzijde rechts. Zie Afb. 70. Afb. 70 1. Kies de gewenste sectie. Hiervoor zie: "Keuze opties". 2. Druk op de toets →...
In bedrijf nemen 5.5.2.5 Hydropneumatische vering configureren (Setup menu • Hydropneumatische vering aan-/ uitschakelen. • Hydropneumatische vering calibreren. • Gewenste waarde voor de hydropneumatische vering invoeren. Standaardwaarde: 80%. Dit getal heeft de hoogte van de machine in procenten aan, waarbinnen deze bij Afb.
In bedrijf nemen Terminal-Setup Om de instelling van het display te veranderen de toetsen voor doorbladeren shift tegelijk indrukken. • Roep met het functiekader invoer "Display instellingen op. • Weergave van de apparaten die aan de bus-verbinding zijn gekoppeld. Afb. 75 •...
Pagina 55
In bedrijf nemen • Invoer van de tijd • Invoer van de datum • Invoer van de snelheid voor de gegevensoverdracht. Afb. 78 Programma wissen: Programma kiezen. Programma wissen. Afb. 79 BAG0037.0 10.06...
Spuiten op het veld Spuiten op het veld WAARSCHUWING Trail Tron: Trail Tron –as/dissel tijdens transport in de middenstand zetten. Trail Tron-dissel met de kogelkraan blokkeren. Tijdens de rit naar het veld of op openbare wegen de AMATRON altijd uitschakelen! Voor met spuiten te beginnen moeten de onderstaande gegevens zijn ingevoerd: Machinegegevens invoeren.
Spuiten op het veld Display in het Werkmenu Rijsnelheid Spuitdruk Resterende afstand tot Gewenste afgifte de spuittank leeg is (ingevoerde spuithoeveelheid) Actueel uitgebrachte hoeveelheid spuitvloeistof 100% = ingestelde afgifte Bewerkte oppervlakte Handbediening of (dagteller) automatisch Aftakastoerental Actuele inhoud van de spuittank Balanscorrectie Schuimmarkeur links...
Spuiten op het veld Functies in het werkmenu 6.3.1 Spuit in- / uitschakelen. Spuit is ingeschakeld / Spuit is uitgeschakeld • Spuit is ingeschakeld: de spuitvloeistof wordt over de spuitdoppen uitgebracht. • Spuit is uitgeschakeld: er wordt geen spuitvloeistof verspoten. Weergave in het werkmenu: Afb.
Spuiten op het veld 6.3.3 Trail Tron-spoorvolgende as / dissel Automatische bediening / handmatige bediening GEVAAR Verboden met ingeschakelde Trail Tron is: • manoeuvreren • rijden over de openbare weg Gevaar voor ongevallen door kantelen van de machine! GEVAAR Wanneer de dissel in gezwenkte stand staat, kan de machine omvallen;...
Pagina 60
Spuiten op het veld • Wanneer de automatische bediening is ingeschakeld verschijnt op het display het symbool "Auto" (Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden./2) De machinecomputer zorgt er voor, dat de getrokken veldspuit het spoor van de tractor volgt. • Bij ingeschakelde handbediening verschijnt het symbool •...
Pagina 61
Spuiten op het veld Transport GEVAAR Zet de dissel/as vóór het transporteren in de transportstand! Anders bestaat er gevaar voor ongevallen door kantelen van de machine! 1. Dissel/as in middenstand zetten (dissel/wielen staan in lijn met de machine). Hiervoor op de AMATRON De Trail-Tron in handmatige bediening zetten.
Spuiten op het veld 6.3.4 Distance Control Automatische bediening / handmatige bediening • Bij ingeschakelde automatische bediening verschijnt het symbool "Auto" (Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden./3 op het display. De machinecomputer zorgt voor de regeling van afstand van de spuitdoppen tot het gewas. Vooraf de vereiste afstand spuitdoppen-gewas opgeven.
Spuiten op het veld 6.3.5 Secties Secties vanaf links / vanaf rechts uitschakelen. Secties vanaf links / vanaf rechts inschakelen. De secties kunnen worden in- en uitgeschakeld • tijdens het spuiten, • wanneer de spuit is uitgeschakeld. Afb. 85, Sectie vanuit rechts uitgeschakeld. Afb.
Spuiten op het veld 6.3.8 Hoogte spuitboom instellen (Profi-bediening Spuitboon opheffen, zakken • Voor het instellen van de afstand tussen de spuitdoppen en het gewas. • Voor het in- en uitklappen van de spuitboom. 6.3.9 Balanscorrectie vergrendelen en ontgrendelen Balanscorrectie is ontgrendeld: →...
Spuiten op het veld 6.3.10 Spuitboom in- en uitklappen (Profi-bediening) Spuitboom aan beide zijden uitklappen, inklappen Veldspuit zonder Profi-bediening: zie bedieningshandleiding van de veldspuit! • Het uitklappen gaat niet altijd symmetrisch. • De betreffende hydrauliekcilinders vergrendelen de spuitboom in de werkstand. •...
Pagina 66
Spuiten op het veld Spuitboom Super L inklappen Spuitboom opheffen ( ca. 2 m), zodat bij het volledig inklappen de spuitboomhelften over de spatborden van de getrokken veldspuit gaan. Spuitboom horizontaal zetten! Balancering vergrendelen Automatische vergrendeling van de balancering bij het gelijktijdig inklappen kan in het menu machinegegevens worden ingesteld.
Pagina 67
Spuiten op het veld Spuitboom Super S inklappen Spuitboom opheffen ( ca. 1 m). Spuitboom horizontaal zetten! Balancering vergrendelen. Automatische vergrendeling van de balancering bij het gelijktijdig inklappen kan in het menu machinegegevens worden ingesteld. Beide zijden van de spuitboom volledig inklappen in transportstand.
Pagina 68
Spuiten op het veld Spuitboom eenzijdig inklappen Spuitboom eenzijdig uitklappen Het werken met de eenzijdig uitgeklapte spuitboom is alleen toegestaan • wanneer de balancering is vergrendeld • alleen wanner de andere boomhelft als pakket uit de transportstand bij - Super S-spuitboom: naar beneden is geklapt - L-spuitboom: naar achteren, dwars op de rijrichting is uitgezwenkt •...
Spuiten op het veld 6.3.11 Spuitboomhelften schuin zetten (alleen Profi-bediening II) Spuitboomhelften links/rechts schuin omhoog zetten; Spuitboomhelften links/rechts schuin naar beneden zetten Het eenzijdig, onafhankelijk schuin zetten van de boomhelften wordt gebruikt onder zeer ongunstige terreinomstandigheden wanneer de instelmogelijkheden met de hellingcorrectie voor het uitrichten van de spuitboom tegen opzichte van de ondergrond niet meer toereikend zijn.
Pagina 70
Spuiten op het veld Afstellen van de spuitboom over de hellingcorrectie 1. Bedien het functiekader zolang, tot de spuitboom parallel aan de grond staat. 2. In het werkmenu geeft het symbool voor de balanscorrectie (Afb. 88/1) de gekozen helling van de spuitboom aan. Hier staat linkerkant van de spuitboom omhoog.
Spuiten op het veld 6.3.16 Hydro-pneumatische vering (alleen UX) Handbediening, automatisch Machine handmatig laten zakken. Machine met handbediening opheffen. Met ingeschakelde automatische functie „Auto“ regelt de AMATRON de ingestelde hoogte van de veldspuit onafhankelijk van de inhoud van de spuittank op de ingestelde hoogte uit het Setup menu! Met de handbediening kan de machine worden opgeheven...
Spuiten op het veld 6.3.17 Comfort-pakket (optie voor UX Roep het menu comfort-pakket (Rührmatik, omschakeling spuiten/spoelen/inwendige reiniging) op! Omschakeling spuiten/spoelen Inwendige reiniging tank in-/uitschakelen Behälteri Rührmatik inschakelen/uitschakelen Rührmati Intensiteit roerwerk verhogen Rührwerk Intensiteit roerwerk verlagen Rührwerk Onderbreken van het spuiten (spuit blijft gevuld, reinigen van de spuitleidingen) Zuigzijde op spoelen omschakelen.
Pagina 74
Spuiten op het veld • Machines zonder DUS: Schakel het spuiten in. → De spuitleidingen en de sproeiers worden met spoelwater gereinigd. Schakel het spuiten uit. 4. Schakel de pompaandrijving uit. Schakel de zuigzijde weer om naar spuiten. → Hefboom (Fig. 95/2) gaat in stand B. De tanks, roerwerken zijn niet gereinigd! •...
Pagina 75
Spuiten op het veld Beëindigen van het spuiten (spuit leeg, reinigen van tanks en spuitleidingen) Reinigen: Zuigzijde op spoelen omschakelen. → Hefboom (Fig. 96/2) gaat in stand A. → Spoelwater wordt aangezogen, de roerwerken sluiten. Schakel de inwendige reiniging in. →...
Pagina 76
Spuiten op het veld Zet het roerwerk op automatische bediening. → Het roerwerk sluit, omdat het niveau lager ligt dan 200 liter. → Spuiten totdat de tank leeg is. Schakel het spuiten uit. Herhaal het voorgaande driemaal om zo de Fig.
Spuiten op het veld Functiekaders voor de verschillende typen spuitbomen In het werkmenu verschijnen, nadat het type spuitboom is gekozen, de bijbehorende functiekaders voor de bediening van de spuitboom. In de volgende hoofdstukken wordt de betekenis van de functiekaders voor de verschillende typen spuitbomen toegelicht.
Spuiten op het veld Profi-bediening I Met ingedrukte shifttoets Met ingedrukte shifttoets Met ingedrukte shifttoets BAG0037.0 10.06...
Pagina 79
Spuiten op het veld Bezetting voor multifunctiehendel UX, UG UF 01 BAG0037.0 10.06...
Pagina 80
Spuiten op het veld 6.4.2 Profi-bediening II Met ingedrukte shifttoets Met ingedrukte shifttoets Met ingedrukte shifttoets BAG0037.0 10.06...
Pagina 81
Spuiten op het veld Bezetting voor multifunctiehendel UX, UG UF 01 BAG0037.0 10.06...
Multifunctiehendel Multifunctiehendel Montage De multifunctiehendel (Afb. 101/1) wordt met 4 boutjes op een gemakkelijk te bedienen plaats in de cabine van de tractor bevestigd. Voor aansluiten, stekker van basisuitrusting in de 9-polige sub-D-bus van de multifunctiehendel (Afb. 101/2) steken. stekker (Afb.
Het schakelpaneel AMACLICK wordt in combinatie met de • AMATRON • AMATRON en multifunctiehendel voor de bediening van de AMAZONE – veldspuit gebruikt. Met de AMACLICK • kan iedere sectie naar willekeur worden in- of uitgeschakeld. • kan het uitbrengen van de spuitvloeistof worden in- en uitgeschakeld .
Pagina 85
Paneel voor sectieschakeling AMACLICK (1) Aan / uit-schakelaar ο Stand schakelaar AMACLICK niet actief. bediening van de secties met de AMATRON / multifunctiehendel. ο “ „AMACLICK ingeschakeld: Spuit aan / uit en secties worden met de AMACLICK bediend. ο (Bediening met de AMATRON / multifunctiehendel is dan niet mogelijk) .
Storingen Storingen Alarm Geen gevaarlijk alarm: Een foutmelding (Afb. 106) verschijnt in het onderste gedeelte van het display en er klinkt drie keer een pieptoon. Indien mogelijk fout herstellen. Afb. 106 Cruciaal alarm: Alarmmelding (Afb. 107) verschijnt in het middelste gedeelte van het display en er klinkt een waarschuwingssignaal.
Storingen Stelmotor inwendige reiniging: Is de motor van de inwendige reiniging uitgevallen, dan kan de inwendige reiniging via het bedieningspaneel (Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden./A,B) worden bediend. Fig. 109 Hulpmenu hulpmenu wordt hoofdmenu opgestart.. Blad een van het hulpmenu Hulp bij de bediening.